Het molenaarsambacht is door VN-organisatie UNESCO officieel erkend als immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid. Dat is donderdag bekendgemaakt tijdens de vergadering van UNESCO in Zuid-Korea. Enkele Nederlandse molenaars waren speciaal naar Azië afgereisd om het goede nieuws in ontvangst te nemen.
Het Gilde van Vrijwillige Molenaars, Vereniging De Hollandsche Molen, Het Ambachtelijk Korenmolenaarsgilde en het Gild Fryske Mounders hebben zich de afgelopen jaren ingezet om het molenaarsambacht op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed te krijgen.
Sinds de negentiende eeuw zijn veel molens tot stilstand gekomen. Met het stilzetten van de molens ging ook de kennis van het werken met molens verloren. Het ambacht van de molenaar dreigde daarmee uit te sterven. Tegenwoordig laten vijftig beroepsmolenaars en honderden vrijwillige molenaars de wind- en watermolens in Nederland weer draaien. Er is een opleiding voor vrijwillig molenaar opgezet. Ook zetten de vrijwilligers zich in om kennis over het ambacht van molenaar te delen met het grote publiek, zoals door de organisatie van de Nationale Molendag. Cultuur-minister Ingrid van Engelshoven:
“Immaterieel erfgoed kan alleen blijven bestaan, als het zich mee ontwikkelt met de tijd. Dat is precies wat de molenaars in Nederland doen. Ze hebben mooie plannen voor de toekomst. Het is fantastisch dat voor het eerst Nederlands immaterieel erfgoed is opgenomen op deze lijst. Het molenaarschap is een prachtig ambacht dat door en door verweven is met Nederland.”
Nederland heeft het Unesco Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed in 2012 geratificeerd. Met de lijst wil UNESCO aandacht vragen voor tradities, rituelen, gebruiken en ambachten. Naast het molenaarsambacht staan op de lijst onder meer yoga, de Braziliaanse vechtdans capoeira en Belgisch bierbrouwen.