Herinneringscentrum Kamp Westerbork luidde vorige week al de noodklok en verzocht de overheid om extra financiële steun. Ook andere herinneringscentra van de Tweede Wereldoorlog doen nu een dringende oproep aan het Rijk om meer structurele ondersteuning.
Het gaat om de herinneringscentra van de voormalige kampen in Vught en Amersfoort, Nationaal Monument Oranjehotel in Scheveningen en het Indisch Herinneringscentrum in Den Haag. Samen stuurden de directeuren van deze instellingen eind vorige week een brief naar het ministerie van VWS waarin zij aandacht vragen voor hun penibele financiële situatie.
De herinneringscentra kampen naar eigen met een jarenlange krappe financiële ondersteuning. De subsidie die VWS sinds 1998 toekent, is primair bedoeld voor behoud en beheer van de locaties. Stijgende kosten worden bovendien niet geïndexeerd, wat het voor de organisaties moeilijk maakt om door te ontwikkelen. Daarnaast wordt de financiële steun onder druk gezet door landelijke bezuinigingen op de cultuursector.
De instellingen zien de toekomst hierdoor met enige zorg tegemoet. In een gemeenschappelijke brief wijzen de vier directeuren erop dat er in deze periode juist veel behoefte is aan educatieve projecten, mede door maatschappelijke tendensen als polarisatie en toenemend antisemitisme.
Enorm potentieel
Stijgende bezoekersaantallen – van 120.000 in 2022 naar bijna 150.000 een jaar later – zou de maatschappelijke relevantie van de instellingen onderstrepen. Jeroen van den Eijnde, directeur van Nationaal Monument Kamp Vught:
De bezoekerscijfers doen ons goed, maar qua formatie zijn wij nu al niet berekend op sterke groei en uitbreiding van taken.
Net als de andere instellingen geeft Van den Eijnde aan dat er veel druk is op de organisatie, waardoor het “enorme potentieel” van de locaties nu niet volledig benut kan worden. De instellingen roepen de overheid op structureel bij te dragen aan het behoud en de ontwikkeling van de herinneringscentra.
Afstemming
Opvallend is dat de instellingen niet gezamenlijk optrokken met Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Enkele dagen voordat de andere herinneringscentra de noodklok luidden, deed Kamp Westerbork dit namelijk ook al, waarbij werd gewezen op het interen op reserves en zorgen werden geuit over bezuinigingen en een btw-verhoging. Deze oproep kreeg veel aandacht in de media en in politiek Den Haag. Een Kamermeerderheid stemde vervolgens in met een eenmalige financiële steun van 200.000 euro.