In het Openluchtmuseum in Arnhem komt een zogenaamde watersnoodwoning. Het gaat om een woning die de Noorse overheid na de watersnoodramp schonk aan dakloos geraakte Nederlanders.
Na de watersnoodramp van 1953 schoot de wereld te hulp. Lieslaarzen, aardappelen, speelgoed, cognac, schooltassen, babykleertjes, zakdoeken en brilmonturen: de giften stroomden binnen. Zelfs de Britse premier Winston Churchill doneerde wat geld.
Daarnaast werden er ruim driehonderd ‘kant-en-klaar woningen’ aangeboden door de Noorse regering en het Noorse Rode Kruis. Het Openluchtmuseum:
Deze watersnoodwoningen vormen een materiële getuigenis van één van de meest aangrijpende gebeurtenissen in onze naoorlogse geschiedenis.
Een van de laatst overgebleven originele Noorse noodwoningen stond in het west-Brabantse Raamsdonksveer. Dit dorp was in 1953 wereldnieuws omdat hier de beroemde eerste foto’s werden gemaakt van de evacuatie van bewoners door een amfibievoertuig. Deze foto’s vestigden de aandacht van de wereld op de ramp.
In 2009 dreigde de watersnoodwoning te worden afgebroken. Stichting Veers Erfgoed verzette zich hier tegen en riep de hulp in van het Openluchtmuseum. De woning is inmiddels gedemonteerd en opgeslagen in Arnhem.
Dankzij een extra financiële ondersteuning van de BankGiroLoterij kan het museum nog dit jaar starten met de herbouw en inrichting van de bijzondere woning. Het totale renovatieproject kost 750.000 euro. Ruim vijf ton daarvan wordt bekostigd door de loterij. Het is de bedoeling dat de watersnoodwoning vanaf 2014 is te zien in het museum in Arnhem.