Op 10 januari 1430 stelde Filips de Goede, de hertog van Bourgondië, de Orde van het Gulden Vlies (Frans: Ordre de la Toison d’Or) in. Dit ter gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Portugal. Waarom stelde de hertog deze exclusieve ridderorde orde, die nog altijd bestaat, precies in?
De oprichting van de orde kwam in 1430 niet helemaal uit de lucht vallen. Filips’ grootvader, Filips de Stoute, had in 1404 al een ridderorde in het leven willen roepen. Hij overleed echter voor het zover kwam.
Filips de Goede vond zijn huwelijk met Isabella van Portugal een goed moment om alsnog een ridderorde in te stellen. Meteen bij oprichting werden 23 ridders uit Valois, Vlaanderen en Bourgondië opgenomen in de Orde van het Gulden Vlies. Symbool van de orde werd een gouden ramsvacht, die de ridders aan een ketting om de hals moesten dragen. Met dit symbool greep de hertog terug op de mythe van Jason en de Argonauten, die op zoek ging naar een gouden ramsvacht: het Gulden Vlies. Filips de Goede beschouwde deze dappere mannen als de eerste ridders.
Alleen hoge edelen kwamen in aanmerking voor het lidmaatschap van de Orde van het Gulden Vlies en wie lid werd, was dat voor de rest van zijn leven. Het lidmaatschap kon de Vliesridders alleen ontnomen worden wanneer de statuten geschonden waren. Wie lid was van de orde mocht geen lidmaatschap van een andere ridderorde aanvaarden, tenzij hij daar zelf het hoofd van was.
Verdediging van het geloof
Filips de Goede had verschillende redenen om de ridderorde op te richten. Politiek gezien was de orde vooral interessant omdat hij adel hiermee nog meer aan zich kon binden. Daarnaast was het idee dat de orde als een soort bindmiddel tussen de edelen zou fungeren. Eventuele problemen tussen de afzonderlijke edelen moesten hierdoor sneller opgelost kunnen worden. De hertog, die zelf aan het hoofd van zijn orde stond, was verder verzekerd van meer loyale edelen op het slagveld. Bepaald was namelijk dat Vliesridders het strijdtoneel nooit mochten verlaten zolang de banieren waren uitgerold.
Vliesridders waren verplicht zich in te spannen voor het ridderschap en moesten geloof en Kerk verdedigen. Dat laatste was voor Filips de Goede zeer belangrijk aangezien hij te maken had met een islam die steeds verder naar het westen oprukte.
De ridders hadden echter niet alleen plichten. Aan het lidmaatschap waren diverse privileges verbonden. Leden hadden bijvoorbeeld het recht de hertog te adviseren over militaire en staatszaken. En een Vliesridder hoefde nooit voor een wereldlijke rechtbank te verschijnen. Alleen andere ridders konden over hen oordelen. Filips II besloot aan het begin van de Opstand van die bepaling af te wijken. In 1568 liet hij de graven Egmont en Horne, beiden Vliesridders, door zijn Bloedraad ter dood veroordelen en publiekelijk executeren in Brussel. Deze schending van de regels van de orde leidde tot grote verontwaardiging onder de edelen.
Bij oprichting werd het maximum aantal leden van de Orde van het Gulden Vlies vastgesteld op dertig. Keizer Karel V breidde dit later uit naar 50 leden en zijn zoon Filips II enige tijd later naar 60. Onder Filips de Goede kwamen de Vliesridders elf keer bijeen. Vergaderingen vonden op wisselende locaties plaats, vaak in steden in de Zuidelijke Nederlanden. Erfgenamen van de hertogen van Bourgondië kwamen steeds aan het hoofd van de orde te staan.
Splitsing van de Orde van het Gulden Vlies
Toen Karel II van Spanje in 1700 stierf en daarmee de Spaanse tak van het Huis Habsburg uitstierf, brak een grote opvolgingsstrijd uit. Twee verre neven van de overleden soeverein van de Orde van het Gulden Vlies, keizer Leopold van Habsburg (Oostenrijk) en de nieuwe koning van Spanje (Filips V van Spanje), begonnen hierna eigenhandig nieuwe leden van de ridderorde te benoemen. Hierdoor ontstonden er uiteindelijk twee Vliesorden, een Oostenrijkse en een Spaanse.
Prinses Beatrix der Nederlanden werd in 1985 toegelaten tot de Spaanse tak. Ze was daarmee de tweede vrouw die de keten van de Orde van het Gulden Vlies ooit droeg.
Bronnen ▼
-Kroniek van Nederland – Aart Aarsbergen e.a. (P 189)
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Orde_van_het_Gulden_Vlies