Oskar Schindler: opportunistische zakenman en Jodenredder

De man achter ‘Schindler’s List’
7 minuten leestijd
Oskar Schindler in Argentinië, kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog
Oskar Schindler in Argentinië, kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog

Oorlogsprofiteur, levensgenieter, spion, rokkenjager. Zakenman Oskar Schindler (1908-1974) was het allemaal, maar toch zal hij vooral voortleven als de man van Schindler’s List: redder van ongeveer 1.200 Joodse levens tijdens de Holocaust.

Oskar Adolf Schindler werd geboren op 28 april 1908 in Zwittau (Svitavy), Moravië: destijds Oostenrijk-Hongarije, nu Tsjechië. Oskar groeide met zijn zus Elfriede op in een Sudeten-Duitse middenklassefamilie. Vader Hans had een bedrijf in landbouwmachines. Na een onbezorgde jeugd werkte hij voor zijn vader, maar de jonge Oskar hield zich liever bezig met motorsport en reed zelfs mee in enkele races. Nog voor zijn twintigste trouwde hij in 1928 met Emilie Pelzl. Hoewel het stel nooit zou scheiden, bleef het huwelijk kinderloos en had Oskar tal van buitenechtelijke affaires. Met een van die vrouwen, jeugdvriendin Aurelie Schlegel, kreeg hij begin jaren dertig een zoon en een dochter. Net als zijn vader had hij bovendien een voorliefde voor alcohol.

Schindler's List
Filmposter van ‘Schindler’s List’
Met zijn charisma en opportunisme wist Schindler zich tijdens de economische crisis van de jaren dertig staande te houden als vertegenwoordiger voor zowel een elektriciteitsbedrijf als een Praagse bank. Rond 1936 raakte hij betrokken bij de Abwehr, de inlichtingendienst van het Duitse leger. Schindler voerde spionageactiviteiten uit als voorbereiding van de Duitse annexatie van Tsjecho-Slowakije en de latere Blitzkrieg in Polen. Hiervoor werd hij in 1938 opgepakt, maar kwam snel weer vrij nadat Sudetenland in oktober bij Duitsland was gevoegd. In 1939 werd Schindler lid van de nazi-partij (NSDAP).

Oorlogsprofiteur in Krakau

Na de Duitse invasie en bezetting van Polen in 1939 verhuisde Schindler naar Krakau, nog steeds als Abwehr-agent, maar ook als een ondernemer die kansen rook. Emilie bleef in hun huis in Ostrava, maar kwam regelmatig over. Op advies van de Joodse Itzhak Stern – die als accountant werkte voor een Abwehr-collega – nam Schindler onder gunstige voorwaarden de failliete Rekord potten- en pannenfabriek over. Het voormalige Joodse bedrijf in Zabłocie bij Krakau werd omgedoopt tot de Deutsche Emailwarenfabrik (DEF) – al snel beter bekend als Emalia.

In eerste instantie was Schindler een opportunistische oorlogsprofiteur die handig gebruik maakte van zijn netwerk om lucratieve contracten met het leger binnen te slepen voor levering van keukengerei aan het Duitse leger. Voordelig geproduceerd door goedkope Joodse arbeidskrachten: eerst een handvol, later ruim duizend. Als bedrijfsleider benoemde Schindler een van de voormalige eigenaren van de Rekord-fabriek, Abraham Bankier. Meer nog dan Stern (in de film Schindler’s List samengevoegd tot één karakter) was Bankier van groot belang voor het succes van de emaillefabriek. Zijn contacten op de zwarte markt waren onmisbaar bij het omkopen van Schindlers nazi-contacten en om zijn Joodse werkers te voorzien van voldoende eten en andere voorzieningen om te kunnen overleven.

Blok van de voormalige Schindler-fabriek in Krakau
Blok van de voormalige Schindler-fabriek in Krakau

Fabriek als veilige haven

Ondanks Schindlers flirt met de nazi-partij was het bijbehorende antisemitisme hem vreemd. Sterker nog, zijn goede relatie met zijn Joodse medewerkers en de dreigende Endlösung van de Joodse gemeenschap in Krakau zorgden voor een omslag bij Schindler:

Ik haatte de wreedheid, het sadisme en de waanzin van het nazisme. Ik kon niet passief toekijken hoe mensen werden vernietigd.

Gedenkplaat voor Oskar Schindler bij zijn voormalige woonhuis in Frankfurt
Gedenkplaat voor Oskar Schindler bij zijn voormalige woonhuis in Frankfurt (CC BY-SA 3.0 – Frank Behnsen – wiki)
Emalia registreerde steeds meer Joodse arbeiders, inclusief vrouwen, ouderen en kinderen. Om hen ‘onmisbaar’ voor de oorlogsproductie te maken, besloot Schindler een deel van zijn fabriek in te richten voor de productie van munitie.

Tijdens de bloedige liquidatie van het Krakause getto (maart 1943) hield Schindler zijn Joodse werkers veilig in zijn fabriek. Het plan was om alle overgebleven Joodse dwangarbeid te concentreren in kamp Płaszów, aan de rand van de stad, waar SS-commandant Amon Göth een schrikbewind voerde. Gebruikmakend van zijn charisma en smeergeld, kreeg Schindler in 1943 toestemming om een eigen subkamp te vestigen op het terrein van zijn fabriek, 2,5 kilometer verderop. Terwijl de ongelukkigen in Płaszów elke dag moesten vrezen voor hun leven, was Emalia voor de ruim 1.000 Joodse arbeiders voorlopig een relatief veilige haven.

De Lijst

Dat veranderde in 1944, na de snelle opmars van het Rode Leger. De nazi-top besloot om concentratiekamp Płaszów inclusief alle subkampen te ontruimen, en de gevangenen te liquideren of naar andere kampen te deporteren. Schindler zag het dreigende gevaar en zette zijn hele vermogen op het spel om toestemming te krijgen zijn fabriek volledig om te vormen tot wapenfabriek en te verplaatsen naar Brünnlitz (het huidige Brněnec in Tsjechië), in zijn geboortestreek. Hij betaalde smeergeld voor iedere naam op zijn beroemde lijst van circa 1.200 ‘onmisbare’ Joodse arbeiders – onder wie ook enkele Joodse werkers uit de uniformfabriek van Julius Madritsch.1

Schindlers fabriek in het huidige Brněnec, 2004
Schindlers fabriek in Brünnlitz, het huidige Brněnec, 2004

Met een week vertraging, na een tussenstop in concentratiekamp Groß-Rosen, arriveerde in oktober 1944 een transport van 700 mannen in Brünnlitz. Veel zorgwekkender was dat, door een misverstand, 300 vrouwen naar Auschwitz waren gestuurd. Pas na drie angstige weken wist Schindler ook hen in veiligheid te brengen, nadat hij zijn secretaresse en minnares Hilde Albrecht met diamanten op pad had gestuurd om de groep veilig in Brünnlitz te krijgen.

In de nieuwe fabriek werd voornamelijk ondeugdelijke munitie geproduceerd, doordat de machines opzettelijk verkeerd waren afgesteld. Bij inspecties wuifde Schindler de gebreken weg als kinderziektes en suste hij de controleurs met drank en andere geschenken. De SS-bewakers was opgedragen de arbeiders met rust te laten en zoveel mogelijk buiten de fabriek te blijven.

Deel van Schindler's lijst
Deel van Schindler’s lijst
In de ijskoude januarimaand van 1945 slaagde Schindler erin een aantal Joodse gevangenen uit een goederentrein te redden, die vanuit subkamp Golleschau (Goleszów) gestrand was op het nabijgelegen station. Zijn vrouw Emilie speelde een belangrijke rol bij de verzorging van deze ernstig verzwakte groep – en andere zieken – door via de zwarte markt medicijnen en extra voedsel te regelen.

Bijna alle arbeiders waren nog in leven bij de bevrijding van de fabriek door het Rode Leger op 9 mei 1945. Kort daarvoor was Schindler zelf naar het westen ontkomen. Bij zijn afscheid kreeg Schindler van zijn werkers een gouden ring, gemaakt van gouden vullingen, met de inscriptie: ‘Wie één leven redt, redt de hele wereld’ – een citaat uit de Talmoed.

Naoorlogse jaren

Na de oorlog was Oskar Schindler berooid: naar eigen schatting had zijn reddingsoperatie hem omgerekend meer dan een miljoen dollar gekost. In 1949 emigreerde hij met zijn vrouw naar Argentinië, waar ze een boerderij voor pluimvee – en later beverratten – begonnen. Na dit mislukte avontuur vertrok Schindler in 1957 zonder Emilie naar Duitsland, maar ook daar zou het hem aan zakelijk succes ontbreken.

Na het faillissement van zijn laatste project, een beton- en kunststeenfabriek (in 1963), leefde hij in Frankfurt van giften van Joodse vrienden en organisaties. Op 9 oktober 1974 overleed hij na een hartaanval in Hildesheim, op 66-jarige leeftijd. Oskar Schindler werd op eigen verzoek begraven op de rooms-katholieke begraafplaats op de berg Zion in Jeruzalem, met als grafschrift: Der Unvergessliche Lebensretter 1200 vervolgter Juden.

Nalatenschap

Het verhaal van Oskar Schindler werd pas jaren na zijn overlijden wereldberoemd door de roman Schindler’s Ark (1983) van Thomas Keneally, maar vooral na de succesvolle verfilming door Steven Spielberg in 1993: Schindler’s List won zeven Oscars.

Schindlers graf in Jeruzalem
Schindler’s graf in Jeruzalem (CC BY-SA 3.0 – Yoninah – wiki)
In 1962 werd ter ere van Oskar Schindler een boom geplant in de Laan der Rechtvaardigen in Jeruzalem. Pas in 1993 kregen zowel hij als zijn vrouw Emilie officiële erkenning van Yad Vashem als Rechtvaardigen onder de Volkeren – een eretitel voor niet-Joden die tijdens de Holocaust Joden hielpen overleven, vaak met gevaar voor eigen leven. In eigen land kreeg Schindler in 1966 het Bundesverdienstkreuz Erster Klasse opgespeld en een standbeeld in Hildesheim. Ook in zijn geboorteplaats kwam er in 1994 een monument en vele straten dragen zijn naam – alleen al vierentwintig in de Amerikaanse staat New Jersey.

Sinds 2010 is de voormalige Emalia-fabriek in Krakau een drukbezocht museum.

Schindlers reputatie was zeker niet vlekkeloos en zijn exacte beweegredenen zijn altijd schimmig gebleven. Voor de meeste overlevenden deed dat er echter niet toe; voor hen bleef hij ‘Vater Courage’. Of een ‘moderne Noach’, zoals Poldek Pfefferberg hem eerde.

Hij had zijn geld kunnen nemen en naar Zwitserland kunnen gaan. Maar in plaats daarvan waagde hij zijn leven en al zijn geld om ons te redden.

In de laatste scène van Schindler’s List leggen de zogenoemde ‘Schindlerjoden’ steentjes op het graf van Schindler. In 2024 was een enkeling van de lijst nog in leven, onder wie het jongste meisje, de destijds dertienjarige Celina Biniaz.

Slotscène van Schindler’s List:

Noot en bronnen

Noot
1 – Omdat de originele lijst verloren is gegaan, blijft het aantal door Schindler geredde Joden een schatting, gebaseerd op de 1.200 dwangarbeiders die maximaal mee mochten naar Brünnlitz. De enige twee overgebleven lijsten van de kampadministratie dateren uit april 1945. Een mannenlijst in twee versies, met respectievelijk 781 en 801 namen. En een vrouwenlijst met 297 namen: opgeteld 1.098.

Bronnen
– Thomas Keneally, Schindlers Lijst, 1982.
– USC Shoah Foundation: https://sfi.usc.edu/news/2024/03/36206-schindler%E2%80%99s-list-survivor-celina-biniaz-warns-against-corrosive-power-hatred
– The Jewish Foundation for the Righteous (JFR) https://www.jfr.org/rescuer/schindler-oskar
– Blickpunkt Hessen. Hessische Landeszentrale für politische Bildung. Nr. 8 / 2008: Martin Liepach https://hlz.hessen.de/fileadmin/user_upload/PDF/Publikationsreihen/Blickpunkt_Hessen/blickpunkt8-Schindler-web.pdf
– https://war-documentary.info/oskar-schindlers-factory/
– https://www.holocausthistoricalsociety.org.uk/contents/germanbiographies/oskarschindler.html
– The United States Holocaust Memorial Museum: https://encyclopedia.ushmm.org/content/en/article/oskar-schindler
– Jewish Telegraphic Agency: https://www.jta.org/archive/special-jta-interview-oskar-schindler-a-man-for-all-reasons
– https://www.spiegel.de/kultur/gesellschaft/bundesarchiv-einblicke-in-schindlers-liste-a-52905.html
– https://www.bundesarchiv.de/themen-entdecken/online-entdecken/themenbeitraege/oskar-schindler/
– https://www.tracesofwar.nl/articles/1673/Oskar-Schindler.htm

Alle bronnen geraadpleegd, februari 2025

Maak Historiek mede mogelijk Onze missie: geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken voor een breed publiek, zonder politieke kleur en betaalmuur. Uw steun maakt dat mede mogelijk.
Steun Historiek
0
Reageren?x
×