Het einde van een sportleven
Nog één keer richt hij zich op en maakt zich sterk. Hij zal ze laten zien wie Otto “Tull” Harder is. De kampioensstrijd met HSV in 1928 brengt het beste bij hem naar boven. Dat seizoen vestigt hij een wel heel bijzonder record, door op 36-jarige leeftijd in de wedstrijd tegen Wandsbeker FC maar liefst twaalf doelpunten te maken.
De Hamburgers draaien met een ervaren ploeg een topseizoen, waarbij de goals van Tull vaak beslissend zijn. In de eindronde om het Duitse kampioenschap verslaan ze de gevaarlijke outsider Schalke 04 uit Gelsenkichen met 4-2, waarna ze VfB Köningsberg treffen. Die gaan met een 4-0 nederlaag naar huis. In de halve finale wacht het onverslaanbaar geachte Bayern München, de kampioen van Zuid-Duitsland. Een ijzersterke ploeg met een mix van ervaring en jeugdig talent. De vraag is niet langer óf, maar alleen nog met hoeveel Bayern zal winnen van de oude mannen uit Hamburg.
In de spits bij de Zuid-Duitsers staat Tulls grote rivaal, de 25-jarige Josef Pöttinger. Een bejubelde aanvaller, die tijdens de Olympische spelen dat jaar de Duitse eer hoog moest houden. Dat was niet helemaal gelukt, ze vlogen tegen Uruguay uit het toernooi, maar dat lag volgens de pers niet aan hem.
Tull en zijn teamgenoten zijn tot in hun tenen gemotiveerd. Ze spelen het beroemde Bayern met 8-2 van de mat en Tull is met drie treffers de grote uitblinker. De pers is lyrisch over hem en zijn HSV, en vernietigend over de mannen uit München. Hebben ze voor de Spelen dan toch de verkeerde keuze gemaakt?
Ook in de finale speelt Tull een glansrol. Ze spelen Hertha BSC uit de Rijkshoofdstad Berlijn helemaal zoek en behalen het landskampioenschap van 1928 door een goal en twee assists van Tull Harder. Hij eindigt dat seizoen daarmee op het legendarische aantal van 56 treffers, en staat opnieuw met de Victoria Cup in zijn handen voor het Curiohaus.
In totaal scoort hij voor HSV in 211 wedstrijden 387 doelpunten, een gemiddelde van bijna twee goals per wedstrijd. Ongekend. Daarmee is Tull na Uwe Seeler tot op de dag van vandaag nog altijd de meest trefzekere speler van de club.
Als hij negenendertig is en merkt dat het vertrouwen in hem langzaam afneemt bij HSV, verkast hij nog één keer voor zijn laatste kunstje. Tull gaat spelen voor Victoria Hamburg, maar bereikt nooit meer het niveau van zijn jongere jaren. Zijn opspelende maag zorgt voor veel problemen en hij boet in aan kracht en uithoudingsvermogen.
In 1933, Tull is dan al eenenveertig, hangt hij zijn voetbalschoenen aan de wilgen. Harder is uitgespeeld, zijn lichaam kan niet meer, de tank is roestig en traag geworden. Zijn voorliefde voor grote hoeveelheden drank is daar debet aan. Maar oh wat mist hij de kleedkamer. Niet alleen de teamgeest en kameraadschap, maar ook het najagen van een gezamenlijk doel en het met ploeggenoten vieren van een overwinning of schelden na een nederlaag.
NSDAP
Hij gaat op zoek naar een vervangend team, naar een surrogaat voor de leemte die hij met een wanhopige drang probeert te vullen en waar de drank niet afdoende voor is. Dat vindt hij ver van het voetbalwereldje dat hij zo goed kent. Tull sluit zich aan bij de NSDAP, met als inschrijvingsnummer 1345616. Een jaar later treedt hij ook toe tot de SS. Hoewel hij daar eigenlijk te oud voor is, de leeftijdsgrens is dertig, hebben ze zo’n beroemdheid er graag bij.
Zeven dagen voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft het land hem nodig. De Waffen-SS doet een beroep op Harder, een verzoek dat hij niet kan weigeren. Hij wordt aangesteld als bewaarder in concentratiekamp Sachsenhausen. Veel liever was hij naar het front gegaan, om met brute kracht de vijanden van het Duitse volk te verslaan. Maar daarvoor is hij nu echt te oud.
Na een paar saaie maanden krijgt hij het voor elkaar overgeplaatst te worden naar concentratiekamp Neuengamme, op slechts vijftien kilometer van zijn zo geliefde Hamburg. Hij gaat daar samen met zijn vrouw Elsi wonen, in Bendestorf, aan de rand van een groot bos.
Als Wachman, kampbewaker, voert hij de rang van SS-Rottenführer. Tussen voorjaar 1940 en najaar 1944 legt hij zich toe op administratieve en organisatorische taken. Zo is hij verantwoordelijk voor de kledinguitgifte aan de gevangenen en organiseert hij iedere zondag een voetbalwedstrijd in het kamp.
Hij mocht daar dan omringd door prikkeldraad betrekkelijk anoniem rondlopen, Duitsland is zijn geliefde Stürmer nog niet vergeten. De beroemde blonde reus met zijn Arische uiterlijk paste uitstekend in de nazipropaganda die over het Duitse volk werd uitgestort. Dus verschijnt er in 1941 een biografie: Tull Harder stürmt für Deutschlands Fussballruhm. Kampcommandant Martin Weiss ontvangt zelfs persoonlijk een exemplaar. Tull schrijft er een opdracht in:
‘Meinem lieben Kommandanten Martin Weiss,
mit den besten Wünschen zum heutigen Geburtstag gewidmet.
Tull Harder
Neuengamme, 3 juni 1942.’
Twee jaar later heeft Harder eindelijk zijn felbegeerde promotie te pakken. Hij wordt benoemd tot kampcommandant in Hannover-Stocken II en krijgt na zijn bevordering de rang van SS-Hauptscharführer.
De 500 gevangenen in het kamp maken voor Continental Gummiwerke autobanden en operatiehandschoenen. De omstandigheden in de groeve en het concentratiekamp zijn zo bar, dat de gevangenen bij bosjes sterven. Harder maakte dat niet uit. De nazi’s gaat het alleen om productie. Dat ze ook nog wat Untermenschen de dood injagen is alleen maar mooi meegenomen.
Eind januari 1945 volgt opnieuw een overplaatsing en promotie. Harder wordt benoemd tot commandant van concentratiekamp Hannover-Ahlem, in de rang van SS-Untersturmführer. Otto Harder haalt zijn schouders op over wat hij daar aantreft. Net zoals hij dat doet als Lagerälteste Heinrich Wexler zijn dodelijke sadistische spelletjes speelt met de gevangenen, die meer dood dan levend van hun werk in de asfaltgroeves terugkeren. Wexlers favoriete bezigheid is het opblazen van gevangenen door ze een waterslang in hun strot te duwen.
Het aantal dodelijke slachtoffers stijgt tot astronomische hoogtes. Harder ondertekent zonder vragen te stellen opdrachten tot executie en woont de terechtstellingen persoonlijk bij. Wel regelt hij een voetbal voor de gevangenen en organiseert hij wedstrijdjes. Dat de aangeklede geraamtes amper nog kunnen lopen is daarbij een kleine bijkomstigheid.