De zomerse jeugd van de prinsesjes Wilhelmina en Juliana speelde zich vooral af in het park rond het Oude Loo, bij een houten chaletje in Zwitserse stijl.
De tante van Jan Hopman was na de oorlog het zwarte schaap van de familie omdat ze voor de Duitsers werkte. Jaren later bleek dat ze ook bij het verzet zat.
Joden die uit Duitsland vluchtten toen langzaam maar zeker de bedoelingen van Hitler met het ras steeds duidelijker werden, waren hier niet erg welkom.