De gevonden garderobe blijkt toebehoord te hebben aan de hofhouding van de Engelse koningin Henrietta Maria, die in maart 1642 op weg was naar Nederland.
Doerak betekende aanvankelijk ‘gemeen persoon' of 'laaghartig mens’. Tegenwoordig duidt het, iets positiever, op een ondeugd, loeder, schavuit of bengel.
De zomerse jeugd van de prinsesjes Wilhelmina en Juliana speelde zich vooral af in het park rond het Oude Loo, bij een houten chaletje in Zwitserse stijl.
De tante van Jan Hopman was na de oorlog het zwarte schaap van de familie omdat ze voor de Duitsers werkte. Jaren later bleek dat ze ook bij het verzet zat.