Nederlands rooms-katholiek politicus die betrokken was bij het ontstaan van arbeiders-, middenstands- en vrouwenorganisaties onder kerkelijke leiding: Petrus Josephus Mattheus (Piet) Aalberse. Werd in het dagelijks leven Piet genoemd.
Studeerde in Leiden rechten en promoveerde daar in 1897 met het proefschrift Oneerlijke concurrentie en haar bestrijding volgens het Nederlandsch recht. Was van 1903-1916 en van 1925-1937 lid van de Tweede Kamer. In 1918 werd hij minister van sociale zaken en voerde hij een aantal sociale wetten in waaronder de Arbeidswet van 1919 waarin onder meer afspraken werden gemaakt over de maximale arbeidsduur van werknemers. In 1922 werd hij ook minister van Handel en Nijverheid en in 1925 trad hij af als minister. In 1936 was hij een jaar voorzitter van de Tweede Kamer.
Daarna werd hij lid van de Raad van State. Dit lidmaatschap beëindigde hij twee jaar voor zijn dood.