Het Rijksmuseum voor Oudheden (RMO) in Leiden heeft de politie ingeschakeld voor onderzoek naar botresten van ongeveer 4500 oud. De botresten zijn afkomstig uit het zogenaamde ‘graf van Niersen’ dat in 1907 op de Veluwe gevonden werd.
Het is voor het eerst dat het Rijksmuseum voor Oudheden de hulp van de politie inroept voor botonderzoek. De politiedienst Bijzondere Zoekingen heeft maandag met mobbiele röntgenapparatuur opnamen gemaakt van twee uit het ‘graf van Niersen’ afkomstige menselijke skeletten.
Het ‘graf van Niersen’ werd in 1907 in de buurt van Niersen gevonden door archeoloog J.H. Holwerda die later directeur werd van het Rijksmuseum voor Oudheiden. Hij goot zijn vondst in gips en liet de half vergane botten daarna overbrengen naar Leiden. De vondst die onder meer botresten van waarschijnlijk twee mensen bevat, is bijzonder voor Nederland omdat van zulke oude botten doorgaans weinig overblijft in de zure zandgrond.
Reden
dat de botten nu pas verder worden onderzocht heeft te maken met een grafheuvelproject van de faculteit archeologie in Leiden (Ancestral Mounds) dat dit jaar begonnen is. In dit project doen de gemeente Apeldoorn, Rijksmuseum van Oudheden en de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) gezamenlijk onderzoek naar prehistorische grafheuvels in Nederland.
Na bestudering van de röntgenfoto’s hopen de archeologen beter te begrijpen hoe de lichamen in de prehistorie zijn begraven en of er nog meer objecten aanwezig zijn in de gipsklomp.
- Meer informatie over het graf van Niersen
- Rijksmuseum voor Oudheden
- Abonneer je op de nieuwsbrief van Historiek.net