Nu archieven in toenemende mate digitaal kunnen worden geraadpleegd zullen ook steeds meer onderzoekers stuiten op (zeer) moeilijk leesbare oude handschriften. Een fraai lees-, kijk- en leerboek daarover biedt uitkomst.
De meerderheid van de archiefbezoekers in Nederland bestaat uit amateur-genealogen, mensen die uitpluizen hoe hun stamboom of die van anderen in elkaar zit. Ook het plaatselijke en regionale verleden trekt nogal eens de aandacht van amateur-geschiedschrijvers. En dan zijn er uiteraard ook nog de professionele onderzoekers. Naarmate ze verder doordringen in het verleden krijgen ze allemaal vroeg of laat te maken met handschriften die sterk afwijken van wat we tegenwoordig gewend zijn. Dat kan een bijkans onoverkomelijk struikelblok vormen.
Hoofdpijn
Van de Hilversumse uitgeverij Verloren is het dus een gelukkige greep om een uit 1985 stammend boek over deze problematiek in uitgebreide en verbeterde vorm opnieuw uit te geven. Schriftspiegel is een fraai vormgegeven boek geworden, rijk geïllustreerd, gebonden en met een harde kaft. Ook het kloeke formaat valt op. Dat formaat is nodig ook, want het grootste deel van het boek bestaat uit afbeeldingen van met de hand geschreven (moeilijk leesbare) archiefstukken. Hoe groter die zijn afgedrukt, des te meer hebben lezers eraan. Gelukkig is ook gezorgd voor transcriptie van die documenten – in moderne drukletters, dus perfect leesbaar.
Het stelt de lezers – misschien moeten we eerder zeggen: gebruikers – van het boek in staat zich te verdiepen in de handschriften, vooral in het ontcijferen daarvan. De auteurs, specialisten Peter Horsman en Peter Sigmond, noemen hun werk terecht een leer- en oefenboek. Dat is het inderdaad in de eerste plaats.
Wie de handschriften voor het eerst bekijkt, kan allicht denken: Ai, daarvan krijg ik schele hoofdpijn. Maar wie een beetje volhoudt, smaakt toch het genoegen stukje bij beetje de handschriften beter te doorgronden. Met behulp van de transcripties in moderne drukletters op de linker-pagina’s wordt het stapje voor stapje mogelijk te ontdekken wat er geschreven staat op de rechter-pagina’s met afbeeldingen van de documenten.
Al doende, wordt het zelfs een beetje een sport om de handschriften de baas te worden. Niet zo gek dus om in dit verband te denken aan woorden van een bekende sportman: “Je gaat het pas zien als je het door hebt’’. U raadde het al hè: die sportman was Johan Cruijff.
Alfabet
Oude handschriften zijn er in vele soorten. Denk onder meer aan oorkonden, rechterlijke vonnissen, rekeningen, journalen/verslagen en brieven. De auteurs hebben daarvan een brede staalkaart geselecteerd. Ook de geselecteerde handschriften lopen erg uiteen. Er zijn er waarin losse letters staan geschreven, andere zijn vloeiend genoteerd, soms voorover hellend, soms juist achterover. En ‘practisijns’ (geschoolde schrijvers) schreven weer anders dan mensen die maar af en toe iets op schrift stelden. De auteurs geven er in hun inleiding de nodige uitleg over.
Heel nuttig is bijvoorbeeld dat ze voor het hele alfabet laten zien hoe letters (en bijbehorende hoofdletters) zich in de loop der tijd ontwikkelden. Afkortingen zijn een hoofdstuk apart. Niet zo ingewikkeld is te snappen wat bedoeld wordt met ‘Vrieslnt’ en ‘Zeelt’ (Friesland en Zeeland). Maar bepaald lastiger is ‘9ber’, ‘9b’ of alleen maar ‘9’. In alle drie de gevallen wordt bedoeld: november, in de Romeinse kalende maand nummer ‘novem’ (negen). Bij persoonsnamen lijkt het een makkie. ‘Dirxz’ betekent natuurlijk Dirkszoon, Maar pas op ‘instinkers’, want soms staat die ‘z’ voor zaliger en wordt dus bedoeld dat Dirk is overleden.
Hardop lezen
En zo geven de auteurs nog heel wat andere nuttige wenken. Het kan bijvoorbeeld nogal schelen of een tekst stamt uit het westen of het oosten van Nederland. De dialecten liepen uiteen en dat komt terug in de teksten, die vaak vrij fonetisch werden genoteerd. Een even logische als nuttige tip is daarom: lees de tekst eens hardop. Het draagt bij aan het begrip van wat er staat.
Daarom gaat het immers: begrijpen wat er staat en vooral ook, onderstrepen de auteurs, begrijpen wat precies wordt bedoeld. Om daarbij te helpen hebben ze een (niet uitputtende, maar wel handige) lijst bijgevoegd van oude termen en hun betekenis. Simpel voorbeeldje: ‘arresteren’ betekende vroeger ‘beslag leggen op’, iets anders dus dan wat wij er tegenwoordig mee bedoelen.
Cijfers en datering
Ook cijfers en datering krijgen aandacht. Cijfers werden vroeger vaak genoteerd op een manier die we nu niet meteen snappen. De uitleg daarover is dus heel zinvol. Net als die over datering. Ook hier een simpel voorbeeld. In Rusland vond in 1917 de bolsjewistische Oktoberrevolutie plaats. Maar bij ons was het toen al november. Verklaring: in Rusland gold nog de Juliaanse kalender, in West-Europa al lang de Gregoriaanse. Zelfs in Nederland was de tijdrekening vroeger niet overal gelijk. Mooi voorbeeld dat de auteurs noemen:
“(…) een brief uit Holland, verzonden op 22 januari 1650 nieuwe stijl, (kon) na een reis van twee dagen op 14 januari in Drenthe (…) arriveren’’.
Historische documenten
Zelfs geheel los van de oefen- en leerfunctie is Schriftspiegel trouwens een intrigerend boek dankzij de liefst 134 afgebeelde documenten. Zo vond koning Christiaan van Denemarken zichzelf niet te goed om in 1450 een brief te schrijven aan de stad Zutphen. In een korte toelichting leggen de auteurs gelukkig uit hoe dat zat. Fraai is ook een pagina uit het journaal van de bekende Abel Tasman. In augustus 1642 noteert hij hoe hij de haven van Batavia verlaat, tussen Java en Sumatra langs de vulkaan Krakatau zeilt en koers zet naar waar hij ‘Zuidland’ (Australië) vermoedt. Ook is er een pagina met het handschrift van een nog beroemdere zeeman: Michiel de Ruyter. Diens aantekeningen, moeilijker leesbaar dan die van Tasman, stammen uit 1633. De Ruyter was toen nog geen admiraal, maar stuurman op walvisvaarder Groene Leeuw.
Onder een brief uit 1573 aan het stadsbestuur van Hoorn zien we zelfs deze handtekening: Guille (= Guillaume) de Nassau – Willem van Nassau ofwel Willem van Oranje, de Zwijger zelf. Iets verderop een korte mededeling uit een resolutieboek van de Staten van Holland anno 1584. Gemeld wordt dat Willem van Oranje in Delft is doodgeschoten door ‘een moordader, genaempt Barnaerd Gerard’.
Nog maar enkele jaren geleden werd geschreven over de vraag of Willem na de schoten wel in staat is geweest ook maar één woord uit te brengen (zeer waarschijnlijk niet). In het resolutieboek van de Staten van Holland staat echter:
“Daeraff zijne ex(cellen)cie terstont gesturven is, seggende alleenelijck: ‘Mon Dieu, mon Dieu, ayez pitie de moy et de ton pauvre peuple.” (Mijn God, mijn God, heb medelijden met mijn en met uw arme volk)
Dat verhaal, dat dus hoogstwaarschijnlijk niet klopt, is daarna een lang en taai leven gaan leiden.
Boek: Schriftspiegel. Oud-Nederlandse handschriften van de 13 tot in de 18e eeuw