Het proces tegen vijf Roemenen die er van verdacht worden zeven schilderijen uit de Kunsthal in Rotterdam te hebben gestolen zou dinsdag in Boekarest beginnen. Het proces is echter verdaagd tot 10 september.
Het proces is verdaagd op verzoek van advocaten van de verdachten. Volgens deze advocaten ontbreekt er bijvoorbeeld nog belangrijke informatie van de Triton Foundation, de eigenaar van de werken. De raadsheren gaven ook aan het slecht te vinden dat er geen vertegenwoordiger van de Triton Foundation bij het proces aanwezig was.
Oktober vorig jaar werden er zeven schilderijen uit de Kunsthal gestolen, waaronder werken van Paul Gauguin, Jacob Meyer de Haan en Henri Matisse. De werken zijn gezamenlijk ongeveer 18 miljoen euro waard. Of de doeken nog bestaan is onduidelijk.
Bestaan ze nog?
Tijdens onderzoek zijn in de kachel van ene Olga Dogaru, de moeder van de hoofdverdachte, resten gevonden die van de schilderijen zouden zijn. Het Roemeens Nationaal Historisch Museum liet de asresten onderzoeken en concludeerde dat zeker drie van de gestolen werken in de kachel waren verbrand. Keihard bewijs is hiervoor echter niet en de advocaten van de verdachten beweren dat niet alle werken zijn vernietigd. Eén van de advocaten zegt zelfs dat alle schilderijen nog bestaan. De advocaten baseren zich op verklaringen van hun cliënten en zijn van mening dat het onderzoek naar de asresten onzorgvuldig is uitgevoerd.
Hoofdverdacht Radu Dogaru wil een proces in Nederland. In ruil daarvoor beweert hij vijf van de zeven gestolen werken aan Nederland terug te kunnen geven. Voor Dogaru is een proces in Nederland interessant omdat hier de straffen lager liggen. In Roemenië kunnen de verdachten zeven tot twintig jaar cel krijgen.