Strafproces dat na de Tweede Wereldoorlog werd ingesteld om Japanse oorlogsmisdadigers te berechten.
Na de capitulatie van Japan wilden de geallieerden dat de Japanse oorlogsmisdadigers zich voor een rechtbank zouden verantwoorden. Op 3 mei 1946 ging daarom het Proces van Tokio van start. Het proces werd geleid door het International Military Tribunal for the Far East en is de geschiedenis ingegaan als een erg lang proces. Het proces liep tot tot 12 november 1948 en duurde daarmee ruim tweeƫnhalf jaar.
Soepel verliep het proces niet. Het tribunaal bestond uit elf rechters, uit elk van de overwinnende landen ƩƩn, maar die waren het geregeld niet met elkaar eens. India was bijvoorbeeld van mening dat alle verdachten vrijgesproken moesten worden en de Nederlandse rechter Bert Rƶling vond dat vijf ter dood veroordeelde verdachten vrijgesproken moesten worden. Frankrijk kon op grondwettelijke gronden niet akkoord gaan met het meerderheidsvonnis.
In Tokio stonden in totaal achtentwintig mannen terecht. Op 12 november 1948 werden zeven van de verdachten ter dood veroordeeld:
- Hideki Tojo – Oud-premier van Japan en opperbevelhebber
- Kenji Doihara – Bevelhebber van het Kwantunleger
- Seishiro Itagaki – Opperbevelhebber Kwantungleger
- Iwane Matsui – Bevelhebber Speciale Afdeling Kwantungleger
- Akira Muto – Plaatsvervangend stafchef Japans Leger Centraal-China
- Heitaro Kimura – Stafchef Kwantungleger, commandant Japanse troepen in Birma
- Koki Hirota – Minister van Buitenlandse Zaken, oud-premier van Japan
Naast deze zeven ter dood veroordeelden, werden zestien verdachten veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Twee verdachten kregen een tijdelijke gevangenisstraf en drie werden er vrijgesproken.
De Japanse keizer Hirohito en de andere leden van de keizerlijke familie werden niet vervolgd door het International Military Tribunal for the Far East. De Amerikaanse generaal Douglas MacArthur wilde niet dat de Japanse keizer vervolgd zou worden. Volgens hem was het beter als Hirohito aan zou blijven als keizer. Dit zou destabilisatie voorkomen. Hirohito verloor wel zijn macht, landerijen en domeinen. Na de Tweede Wereldoorlog was hij alleen nog het symbolische hoofd van de Japanse staat.