De razzia van Putten vond plaats op 1 en 2 oktober 1944, toen Duitse troepen een vergeldingsactie uitvoerden in het Nederlandse dorp Putten. Maar liefst 659 mannen, vrijwel de gehele mannelijke beroepsbevolking, werden tijdens de razzia van Putten op transport gesteld naar concentratiekampen. Van hen keerden er slechts 48 levend terug.
Het beeld ‘Het vrouwtje van Putten’ spreekt boekdelen. Een vrouw alleen die met een zakdoek in haar hand kijkt naar de Oude Kerk, de plek vanwaar de ‘mannen van Putten’ werden weggevoerd.
Ieder jaar op 2 oktober wordt de razzia van Putten bij dit indringende beeld herdacht. Winkels sluiten dan eerder en in het centrum is een indrukwekkend soort stilte te voelen. Voor ‘Het Vrouwtje van Putten’, een creatie van de beroemde beeldhouwer Mari Andriessen, is een groot perk te zien waar 660 vierkanten de weggevoerde mannen uitbeelden. Bij het monument worden tijdens de herdenking kransen gelegd en de honderden aanwezigen zingen gezamenlijk Psalm 84. Dat lied zongen de weggevoerde mannen ook voor ze op transport werden gesteld.
Aanleiding
De Duitsers besloten een razzia te houden in het dorp nadat in de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 leden van het Puttense verzet een aanslag pleegden bij de Oldenallerbrug tussen Putten en Nijkerk. Een auto van de Duitse Wehrmacht werd beschoten en een Duitse officier en een van de verzetsleden kwam om het leven. Twee Duitse korporaals wisten te ontvluchten en een zwaargewonde officier vluchtte naar een boerderij. Vanuit die boerderij contacteerde hij de hulptroepen.
De Duitsers besloten dat de verzetsactie gewroken moest worden. Generaal Friedrich Christiansen liet het hele dorp omsingelen en zorgde ervoor dat de mannen van de vrouwen werden gescheiden. Vervolgens werden ruim honderd woningen in brand gestoken. Zes mannen en een jonge vrouw werden rond die tijd neergeschoten.
In totaal deporteerden de Duitsers 659 mannen naar Kamp Amersfoort. Hier werden 58 mannen vrijgelaten. De overige mannen belandden hierna in concentratiekampen als Bergen-Belsen, Beendorf en Ladelund. Dertien mannen wisten tijdens het transport naar deze kampen te ontkomen. Ze sprongen uit de trein.
Herdenkingscentrum
Vlakbij het monument ter nagedachtenis aan de razzia is een herdenkingscentrum te vinden. De Puttense stichting Oktober 44 onderhoudt dit centrum. Hier zijn onder meer de namen te lezen van de weggevoerden en is een permanente expositie te vinden over de gebeurtenissen van 1 en 2 oktober 1944. Op de website van deze stichting is ook veel documentatie te vinden over de Puttense razzia. Over de bijeengedreven mannen valt bijvoorbeeld te lezen:
De mannen werden naar buiten geroepen op het kerkplein, zij werden in een U-vorm opgesteld, voor hen soldaten met mitrailleurs, die ook op de twee hoeken stonden opgesteld, iedereen dacht dat zij werden gefusilleerd. Telkens weer knielden de soldaten bij de mitrailleurs neer, maar er gebeurde niks….. De inmiddels gearriveerde vrouwen werden op een afstand gehouden, maar zo dat zij konden zien wat er zich afspeelde op het plein. Kinderen strekten huilend hun armpjes uit naar hun vader, zij werden lachend en ruw door de soldaten teruggedrongen, veel vrouwen huilden bij dit aanzien. Dit schouwspel duurde tot een uur of elf.
Bij de Oude Kerk van Putten is een gedenkteken te vinden met het opschrift ‘van hier werden zij weggevoerd’. Koningin Juliana onthulde dit monument op 2 oktober 1947.
Fragment over de razzia van Putten in de televisieserie ‘De Oorlog’
Herdenkingen
De razzia sloeg diepe wonden in de gemeenschap van het christelijke dorp. Veel Puttense families verloren een of meerdere mannelijk familieleden aan de razzia. De eerste herdenking vond al plaats in 1946 bij de Oude Kerk, vanwaar de mannen op die zwarte dag in 1944 waren weggevoerd. Sinds 1949 worden de herdenkingen gehouden bij ‘het vrouwtje van Putten’.
Tot aan de jaren zeventig werd de razzia jaarlijks herdacht. Toen liep de belangstelling terug. “In de jaren ’70 hebben we zelfs een paar jaren helemaal geen herdenking gehad”, vertelt Gert van Dompseler van Stichting Oktober ’44. “Pas toen onze stichting werd opgericht in 1982 kwam er weer meer belangstelling.” Sinds dat jaar organiseert de stichting jaarlijks de herdenking. In 2014 werd de herdenking bijvoorbeeld bijgewoond door minister-president Mark Rutte. Ook leden van het koningshuis woonden de herdenkingen verschillende keren bij. Naast de al genoemde Juliana, reisde bijvoorbeeld ook koningin Beatrix twee keer naar Putten om de herdenkingen bij te wonen. In 1994 bij de vijftigste herdenking en in 2019 nogmaals, ter gelegenheid van de vijfenzeventigste herdenking bij. Koning Willem-Alexander woont de herdenking van 2024 bij.
Overlevingsmentaliteit
In 2013 bracht de in Putten geboren hoogleraar Beatrice de Graaf in het programma Zomergasten het drama landelijk onder de aandacht. Ze liet toen onder meer een televisiefragment zien waarin psychiater Andries van Dantzig (1920-2005), zelf ex-gevangene, uitlegde waarom volgens hem zo weinig van de weggevoerde Puttenaren de oorlog overleefden. Volgens de psychiater kwam dit onder meer door de protestantse achtergrond van de Puttenaren. Ze zouden hierdoor te veel hebben berust in hun lot. De Puttenaren werkten te hard en hadden geen overlevingsmentaliteit.
Beatrice de Graaf wond zich op over de uitspraken van de psychiater, die ze bestempelde als ‘randstedelijke arrogantie’. Daarna toonde ze onder meer nog een televisiefragment van een gesprek dat ze jaren geleden zelf had met een SS’er die tijdens de oorlog in Putten had gewerkt. Samen met zijn vrouw probeerde ze herinneringen van de man aan de razzia boven tafel te krijgen.
Knikkers uit Amerika voor kinderen razzia van Putten
Boek: Slachtoffers van de Puttense razzia