Dark
Light

Echtpaar Bakker verloor zes zonen, twee schoonzonen en twee kleinzonen aan de razzia van Putten

14 minuten leestijd
Foto gemaakt tijdens de bruiloft van Hendrik van Elten en Aartje Bakker. (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)
Foto gemaakt tijdens de bruiloft van Hendrik van Elten en Aartje Bakker. (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)

‘Als heel de hemel papier was en al het water
ter wereld inkt en al de bomen veranderden in pennen,
dan nog zou men al het lijden en al
de verschrikkingen niet kunnen optekenen.’

‘Opdat het nageslacht het wete’ – Gedenkboek van Putten (1948) Tj. Wouters

In de geschiedenis van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog neemt de razzia van Putten een unieke plaats in. Geen enkele keer heeft een represaillemaatregel in Nederland het leven gekost aan zovelen. Van de 659 mannen die maandag 2 oktober 1944 uit Putten werden weggevoerd, zijn 601 mannen op transport gegaan naar Duitsland, van wie 48 mannen de oorlog overleefden. Kort na hun terugkeer zijn vijf mannen aan de gevolgen van de concentratiekampen overleden. Voor de familie Bakker had de razzia wel bijzonder dramatische gevolgen. Rijndert Bakker en Aartje Bakker-van de Klok verloren bij de razzia hun zes zonen, twee schoonzonen en twee kleinzonen.

Poëziealbum  Aartje Bakker, dochter van Hendrik Bakker (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)
Poëziealbum Aartje Bakker, dochter van Hendrik Bakker (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)
Voor ons ligt, anno 2019, een poëziealbum, een album met gedichtjes en mooie plaatjes om ons te herinneren aan vrienden en familie. Het album behoort toe aan Aartje Bakker, dochter van Hendrik Bakker, zij heeft het gekregen voor haar dertiende verjaardag in 1943. Op veel bladzijden staan in de hoeken de woorden vergeet mij niet. Woorden die in het licht van de razzia bijzondere betekenis hebben gekregen. Bladzijde na bladzijde zijn beschreven door onder andere vader Hendrik, ooms Willem, Aart, Jan, Aalt, Rijk, Gijsbert en Hendrik en neven Wouter en Rijndert, allen slachtoffer van de Puttense razzia.

De familie Bakker

Tussen de Nijkerkerstraat, die van Nijkerk naar Putten loopt, en de A28 ligt buurtschap Hoef. Eén van de buurtschappen die de gemeente Putten rijk is. Het buurtschap bestaat voornamelijk uit een aantal boerderijen en heeft ook een eigen school: School Hoef. Buurtschap Hoef ligt vlakbij de Oldenallerbrug, de plaats waar de aanslag plaatsvond op de Duitse wehrmachtauto in de nacht van zaterdag 30 september op zondag 1 oktober. Dit was de aanleiding voor de razzia op zondag 1 oktober 1944. In dit buurtschap zijn dan ook veel mannen weggevoerd.

Versje van Hendrik van Elten uit poëziealbum. (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)
Versje van Hendrik van Elten uit poëziealbum. (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)

Op het adres Hoef I 94, tegenwoordig Vikariënweg 14, woonde in 1944 in een boerenhuis Rijndert en Aartje Bakker-van de Klok. Zij hadden elf kinderen gekregen van wie vier van hun ongetrouwde kinderen (Aart, Aalt, Rijk en Aaltje) nog thuis woonden. Eén dochter overleed toen zij één jaar en vier maanden was. Ook van een zoon hadden zij negen dagen voor zijn tiende verjaardag afscheid moeten nemen. Hun zonen Jan en Hendrik, en dochter Heintje met haar man Gijsbert Kuit en zonen Wouter en Rein woonden met hun gezinnen op steenworp afstand van het ouderlijk huis. Dochter Aartje ging na haar huwelijk met Hendrik van Elten in 1942 bij haar schoonouders aan de Nijkerkerstraat wonen op het adres Hoef I 62. Hun zoon Willem woonde met zijn vrouw en zonen Rijndert en Cees aan de andere kant van de Nijkerkerstraat, in buurtschap Hell.

De familie Bakker vormde een hecht gezin dat regelmatig bij elkaar kwam. Het huis van vader en moeder Bakker gonsde regelmatig van bedrijvigheid. Zeker wanneer alle kinderen thuis waren was het heel gezellig. Juni 1942 trouwde dochter Aartje met Hendrik van Elten. Na de kerkelijke bevestiging en inzegening door dominee J.C. Wolthers werd de boerenbruiloft, ondanks dat het oorlog was, thuis bij vader en moeder op de boerderij gevierd. De zon scheen maar de temperatuur kwam niet boven de zeventien graden en eigenlijk bedachten de broers, dat het ideaal weer was om dat ‘kampje gras’ nog even te maaien. Daarop ging de hele groep gewapend met zeis en grasharken en een fles met een borrel, het was uiteindelijk bruiloft, aan het maaien. De feestvreugde zat er goed in. Lachend hielpen de mannen na de maaltijd de vrouwen even met de afwas, zodat ze allemaal met het bruidspaar op de foto konden gaan tussen de boerderij en de hooiberg. Een foto die later met weemoed en verlangen werd bekeken…

Foto gemaakt tijdens de bruiloft van Hendrik van Elten en Aartje Bakker. (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)
Foto gemaakt tijdens de bruiloft van Hendrik van Elten en Aartje Bakker. (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)

Het jaar 1944 deed zijn intrede en de tragiek van dit jaar nam zijn aanvang door de ernstige ziekte van dochter Heintje. Maart 1944 overleed zij op 45-jarige leeftijd. Zij liet haar man Gijsbert Kuit en haar twee zonen Wouter en Rein Kuit achter.

De razzia

In de nacht van 30 september op 1 oktober 1944, terwijl de boerenbevolking in buurtschap Hoef sliep, werd een aanslag gepleegd op een Duitse Wehrmachtauto. De aanslag die het lot van Putten zou beslissen. Een enkeling die de slaap niet kon vatten heeft misschien in de verte schoten gehoord. Of het geluid van een voorbijrijdende vrachtauto waarmee enkele leden van het verzet de plaats van de aanslag ontvluchtten. Wanneer de zonen Bakker zijn opgepakt, weten we niet precies. Door middel van verhalen uit buurtschap Hoef proberen we te reconstrueren hoe het zou kunnen zijn verlopen.

Vroeg in de morgen, zo rond half zes, toen de boeren op hun fiets stapten met de melkbussen aan de bagagedrager om de koeien te gaan melken, kwamen ze zo hier en daar al een Duitse soldaat tegen. Nadat ze hun persoonsbewijs hadden laten zien, werden enkelen nog doorgelaten. De boeren die terugkeerden van het melken en in de buurt van de Oldenallerbrug kwamen merkten van verre al een groep mannen op die onder bewaking van Duitse militairen in een weiland stonden. Voor zover mogelijk fietsten ze langs allerlei sluipwegen terug naar de boerderij, waar zij hun zorg over de vele Duitse militairen die zij hadden opgemerkt bespraken. De mannen die naar de kerken in het dorp gingen, werden door de dominees gewaarschuwd, waarop zij de kerk verlieten. Enkelen vertrouwden het niet en besloten zich te verstoppen door in de uitgestrekte Putter polder in een droge sloot of tussen de bieten te gaan liggen. De meeste boeren wilden zich niet verdacht maken door zich te verstoppen:

‘Ze hadden immers niets gedaan’

Razzia van Putten, gravure
Razzia van Putten, gravure
Na de middag hoorden de bewoners van buurtschap Hoef de raspende geluiden van Duitse laarzen over de weg. Duitse soldaten kwamen naar de boerderijen en haalden de mannen weg uit hun gezinnen, onder de ogen van hun vrouwen en kinderen. De groep mannen die over de Waterweg richting de Oldenallerbrug liep werd steeds groter. Bij de Oldenallerbrug stond al een groep mannen, waarop de hele groep onder Duitse bewaking lopend op weg ging naar het dorp. Onderweg sloten steeds meer mannen onder bewaking zich aan. In het dorp werden de mannen ondergebracht in de openbare school naast de Oude Kerk. Nadat ‘s avonds de vrouwen en kinderen naar huis mochten met de opdracht de volgende dag eten voor de mannen te brengen, werden de mannen overgebracht naar de Oude Kerk. De volgende dag, sprak dominee C.B. Holland hen toe en bad met hen, waarna ze allen psalm 84 vers 3 en 4 zongen. Daarna werden de mannen in groepen naar het station gedirigeerd en in de al klaarstaande veewagons geduwd. Vrouwen die zoals het bevel klonk, de mannen eten en warme kleding probeerden toe te stoppen werden tegengehouden. De trein vertrok met Kamp Amersfoort als bestemming.

In deze trein bevonden zich ook Willem en zijn zoon Rijndert Bakker, Aart, Jan, Aalt, en Rijk Bakker, hun zwager Gijsbert Kuit met zijn zoon Wouter en hun zwager Hendrik van Elten. Nadat zij in Amersfoort aankwamen kregen zij de volgende dag een nummer, van hieruit hield hun naam op te bestaan.

Psalm 84: 3 en 4
Psalm 84: 3 en 4

Naar Duitsland

Op 11 oktober vertrok een groot transport vanuit Amersfoort van ruim 1.400 mannen waarbij ook de opgepakte groep uit Putten zich bevond. Op het station stond een trein met personenwagons klaar. In eerste instantie dachten de mannen dat zij tewerkgesteld zouden worden ‘achter de IJssel’, maar al snel werd duidelijk dat men onderweg was naar Duitsland. Tijdens dit transport heeft Willem Bakker op een papieren boterhamzakje een briefje geschreven voor zijn ouders en uit de trein gegooid. Het briefje is ook daadwerkelijk thuisbezorgd.

‘Bezorg dit bij R. Bakker, Hoef I94
Vader en Moeder en Aaltje bij deze laat ik u weten als dat Aart, Jan, Aalt, Hendrik en Rijk hun heel goed houden tot hier toe. Laten we met ‘s Heren zegen het beste hopen. Hendrik van Elten en Piet zijn ook bij ons. Zo gauw ik kan schrijf ik wel. Als u kunt houwen jullie je maar goed.’

– Tekst van Willem Bakker op het papieren boterhamzakje dat hij uit de trein gooide.

Neuengamme

Briefje Willem Bakker (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)
Briefje Willem Bakker (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)
De treinreis ging langs treinrails en steden die gebombardeerd waren, via een omweg naar Hamburg, met als bestemming concentratiekamp Neuengamme aan de Elbe. Neuengamme was geen vernietigingskamp waar de gevangenen fabrieksmatig werden vermoord zoals we weten uit bijvoorbeeld Auschwitz. Het motto van dit kamp was ‘Vernichtung durch Arbeit’. De gevangenen werden in diverse werkcommando’s geplaatst in het kamp zelf of bij de Klinkerwerke, de steenfabriek. Neuengamme had daarnaast ruim 90 buitencommando’s waar gevangenen naartoe werden gebracht om te werken. De gevangenen werden ondergebracht in snel opgezette kampen waar de levensomstandigheden zeer slecht waren.

Op 28 augustus 1944 gaf Adolf Hitler bevel tot het bouwen van een verdedigingslinie, de Friesenwall, aan de Noord-Duitse kust omdat hij een nieuwe invasie verwachtte. De aanleg van de volkomen nutteloze Friesenwall werd gedaan door onder andere gevangenen van Neuengamme. Neuengamme leverde 6.000 gevangenen die in de buitenkampen Husum-Schwesing, Meppen -Verssen, Dalum, Aurich-Engerhafe en Ladelund tankvallen moesten graven. Zij werden gehuisvest in verwaarloosde barakken die ooit voor een ander doel waren gebouwd. Ramen ontbraken en bedden waren vaak niet aanwezig. De gevangenen lagen op een laagje stro dat nat werd en vergeven was van de luizen. Het eten was onvoldoende en had geen enkele voedingswaarde. Medische verzorging was niet of nauwelijks aanwezig. Deze omstandigheden droegen er toe bij dat naast de harde werkomstandigheden, graven tot aan de knieën in het water, harde wind en regen en de vele mishandelingen er spoedig na aankomst in deze commando’s doden vielen.

Na aankomst in Neuengamme werd het transport opnieuw een nummer toegekend. Hierbij kunnen we zien dat Hendrik van Elten en Jan Bakker opeenvolgende nummers hebben Hendrik 57406, Jan 57407. Ook bij de andere zonen Bakker zien we (bijna) opeenvolgende nummers, Rijk 56755,

Aalt 56758 en Aart 56954. Hendrik Bakker 57223 en Willem en zijn zoon Rijndert 57394 en 57399. Hieruit kunnen we opmaken dat zij in het transport van 1.400 man toch geprobeerd hebben in elkaars gezelschap te blijven. Van zwager Gijsbert Kuit en zijn zoon Wouter is geen nummer bekend, het lijkt erop dat ook zij samen waren.

Ladelund

Drie dagen later ging een groot deel van het transport uit Amersfoort opnieuw op transport, naar Husum-Schwesing, één van de kampen waar gewerkt werd aan de Friesenwall. Zeker is dat Aalt deel uitmaakte van dit transport. Waarschijnlijk zaten ook Jan, Rijk, Aart en Hendrik Bakker en Hendrik van Elten en Gijsbert Kuit bij dit transport. Na twaalf dagen zwoegen waarbij hun weerstand snel afnam, gingen zij naar Ladelund om ook hier tankvallen te graven. In Ladelund waren de omstandigheden niet veel beter. Ook hier slechte huisvesting en onvoldoende en slechte kwaliteit voedsel.

Pagina uit gedenkboek Putten. Kleine foto’s van vader en moeder Bakker, hun huis en hun 6 zonen, 2 schoonzonen en 2 kleinzonen.
Pagina uit gedenkboek Putten. Kleine foto’s van vader en moeder Bakker, hun huis en hun 6 zonen, 2 schoonzonen en 2 kleinzonen.

In de zes weken dat dit kamp bestond, overleden 301 gevangenen van wie 110 slachtoffers van de razzia van Putten. Hendrik van Elten en Aalt en Hendrik Bakker behoren tot de slachtoffers. Hendrik van Elten zou zijn dochter Gerritje (Gerrie), geboren 19 december 1944 nooit zien. Kamp Ladelund werd 16 december 1944 opgeheven. De gevangenen werden teruggebracht naar Neuengamme. Van de slachtoffers van Putten is bekend dat tussen 16 december 1944 en januari 1945 ruim 80 mannen overleden in Neuengamme, die afkomstig waren uit Ladelund. Jan en Aart Bakker behoren tot de slachtoffers. Gijsbert Kuit is waarschijnlijk in november 1944 met een transport van 2.000 man naar Bergen Belsen vertrokken, zogenaamd om ‘aan te sterken’. Hij overleed er.

Hendrik van Elten († 20-11-1944), Aalt († 21-11-1944, Hendrik Bakker ( † 01-12-1944), Jan Bakker († 25-12-1944, Aart Bakker († 07-01-1945) en Gijsbert Kuit († 13-03-1945)

Hamburg

De stad Hamburg werd vanaf 24 juli tot 3 augustus 1943 doelwit van een vernietigend bombardement waarbij een groot deel van de stad in de as werd gelegd, Operatie Gomorrha. De Britse Royal Air Force legde in die week een bommentapijt waarbij in de tweede nacht een waar inferno ontstond. Operatie Gomorrha kostte aan 42.000 mensen het leven.

Concentratiekampgevangenen van Neuengamme werden ingezet bij het puinruimen, het bergen van de doden en het opruimen van ‘blindgangers’. In oktober 1944 werd het buitencommando Spaldingstrasse 156-158 opgezet. Willem Bakker en zijn zoon Rijndert behoorden tot de groep gevangenen die te werk werden gesteld. Zij waren gehuisvest aan de Spaldingstrasse 156-158. De gevangenen werden voornamelijk ingezet bij het slopen en opruimen van bouwvallige delen van gebouwen die na de bombardementen nog overeind stonden. Gevangenen werden met een touw de puinhopen opgejaagd om het touw te bevestigen aan de overeindstaande, uitgebrande karkassen van huizen en gebouwen waarna deze werden omgetrokken. Touwen waren vaak te kort waardoor gevangenen werden bedolven onder het puin. De grote brokken puin werden in kleinere stukken geslagen en vervolgens weggedragen. De regel was dat tien stenen tegelijk moesten worden weggedragen. Een regel die moordend was voor de verzwakte gevangenen. Willem en Rijndert Bakker zijn tijdens dit commando overleden.

Willem († 13-12-1944) en Rijndert († 14-12-1944)

Cap Arcona

Foto van Max Pauly na diens gevangenname, 1945 (Publiek Domein - wiki)
Foto van Max Pauly na diens gevangenname, 1945
Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kreeg Max Pauly, commandant van Concentratiekamp Neuengamme, opdracht het kamp te ontruimen zodat alle bewijzen van het misdadige regime zouden verdwijnen. Gevangenen werden met treinen naar andere kampen vervoerd waaronder Sandbostel. Ook ging men wel te voet, de zogenaamde dodenmarsen, waardoor velen onderweg het leven lieten.

Een groep van meer dan 9.000 gevangenen werd in Lübeck op de schepen Cap Arcona, Thielbeck, en de Athen overgezet. Een aantal gevangenen bleef achter in Neuengamme om bewijzen als kampadministratie, galg en crematorium te vernietigen, waarna ook zij naar Lübeck gingen. In de schepen stierven veel gevangenen door honger of ziekten.

Britse piloten kregen 3 mei 1945 de opdracht Duitse troepenschepen te bombarderen. De Lübeckerbocht lag vol met schepen waaronder de Athen, de Thielbeck en de Cap Arcona. Schepen waarvan de Britse piloten niet wisten dat aan boord 9.000 gevangenen van Neuengamme zich bevonden. Zij openden het vuur op de schepen. De Athen lag aan de kade en kwam er ongeschonden vanaf maar de Thielbeck ging brandend ten onder. De Cap Arcona werd in brand geschoten en kapseisde waarbij 90 procent van de gevangenen omkwam door verbranding of verdrinking. De gevangenen die overboord waren gesprongen werden doodgeschoten door SS-ers die opgepikt waren door andere Duitse boten. De gevangenen die de oever wisten te bereiken werden ook hier doodgeschoten door de SS. Wouter Kuit was één van de mannen die hierbij omkwam.

Wouter Kuit († 03-05-1945)

Bevrijding in Malchov

Rijk Bakker ging na zijn verblijf in Husum en Ladelund ook terug naar Neuengamme. Tijdens de treinreis, terwijl de mannen om hem heen angstig waren omdat zij zovelen hadden zien sterven, wist Rijk de mannen in de volgepropte wagon te bemoedigen door oprecht te bidden tot zijn Hemelse Vader. Een gebed dat grote indruk maakte op de mannen in de wagon waarop de mannen psalmen zingend hun reis vervolgden. Rijk bleef tot aan de ontruiming in Neuengamme. Daarna ging hij weer op transport en werd per trein in open kolenwagons van kamp tot kamp gesleept. Nergens was plaats voor dit transport. Tijdens deze reis stierven veel mensen. Via Ravensbrück kwamen ze uiteindelijk terecht in Malchow. Hier maakte Rijk de bevrijding door de Russen mee, waarop de gevangenen een stormloop op de keuken en magazijnen begonnen om hun honger te stillen. Dikke boterhammen met reuzel en snert werden gretig opgegeten. De uitgehongerde lichamen konden dit voedsel niet meer verdragen waarop velen toch nog bezweken. Ook Rijk Bakker bezweek hierdoor.

Rijk Bakker († 13-05-1945)

Putten

Nadat de mannen waren weggevoerd pakte Aartje van Elten-Bakker, die zwanger was van haar eerste kind, haar spullen in bij haar schoonouders en vertrok naar haar ouderlijk huis. Inmiddels was duidelijk geworden dat niet alleen haar man maar al haar broers, haar zwager en twee van hun zonen ook waren weggevoerd. Het eerste teken van leven dat zij ontvingen was het briefje op een papieren boterhamzakje, uit de trein gegooid, wat tevens het laatste teken van leven zou zijn…

November, december 1944 wordt bekend dat er overlijdensberichten zijn gekomen.
Het gedenkboek spreekt van: ‘Kuiper, Van Beek, Wincoop, Cornelissen, Van Drie, Boon, Van Emous en nog anderen’.

Ieder gezin kampte met onzekerheid, zelfs zij die een overlijdensbericht hadden ontvangen hielden stille hoop. Aartje van Elten-Bakker schonk 19 december 1944 het leven aan een dochter, Gerritje (Gerrie). Vooralsnog waren Aartje en haar ouders en haar zus Aaltje nog onkundig van het lot van de mannen. Maar opnieuw moesten vader en moeder Bakker afscheid nemen van een kind. Hun 31-jarige dochter Aaltje overleed in maart 1945. Een maand later, 18 april, werd Putten bevrijd en werd de bevrijding gevierd, nu zouden de mannen terugkomen! Maar 10 mei was alle feestvreugde in één keer voorbij toen bekend werd dat er doden te betreuren waren. Een lange lijst met 186 namen werd voorgelezen bij het licht van een olielampje, door dominee C.B. Holland in de Oude kerk. Daarbij werden genoemd Aalt Bakker, Willem Bakker, Aart Bakker, Hendrik Bakker en Rijndert Bakker…

Van Jan Bakker, Rijk Bakker, Hendrik van Elten en Gijsbert en Wouter Kuit was nog geen bericht gekomen. Wanneer mannen die op de dodenlijst stonden toch nog terugkeerden laaide de hoop weer op. Maar nadat een delegatie uit Putten naar Duitsland was geweest en geen enkel levend slachtoffer van de razzia was aangetroffen, moesten ook vader en moeder Bakker onder ogen zien dat van hun elf kinderen alleen hun dochter Aartje nog in leven was.

Nawoord

Rein Kuit, de zoon van Gijsbert Kuit en Heintje Bakker blijft als enige van het gezin achter op de boerderij. Op 2 oktober 1944 is hij zestien jaar geworden. Hij melkt de koeien en een broer van zijn vader komt ‘s nachts bij hem slapen. Zijn eten en zijn was worden door familie verzorgd. Na de bevrijding verlaat hij de boerderij en gaat hij bij zijn grootouders Kuit wonen.

Januari 1950 overlijdt Aartje Bakker-van de Klok, vijf jaar na de oorlog, zij werd 74 jaar oud. Haar dochter Aartje neemt een betrekking aan in Amersfoort en vertrekt met haar dochtertje Gerrie en haar vader Rijndert Bakker naar Amersfoort. Rijndert Bakkers geest leeft steeds meer in het verleden. Drie jaar later overlijdt hij op 85-jarige leeftijd.

Portefeuille Aalt Bakker uit ITS Bad Arolsen. (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)
Portefeuille Aalt Bakker uit ITS Bad Arolsen. (Privécollectie E. v.d. Berg- v.d. Bor)

Aartje van Elten-Bakker is nooit hertrouwd, in 1946 ontvangt zij van pastor Meyer van Ladelund een brief met foto’s van een verzorgd graf. Aartje bezoekt met haar dochter het graf in mei 1964. Een bezoek dat diepe indruk maakt op beide vrouwen. Het leed dat haar is overkomen is zij nooit te boven gekomen. Aartje overlijdt februari 2006.

In 2007 bezoekt een delegatie van Stichting Oktober 44 het ITS (International Tracing Service) in Bad Arolsen, waar zij bezittingen vinden die de slachtoffers van de razzia 63 jaar daarvoor bij hun aankomst in Neuengamme moesten afstaan. Enkele portefeuilles mogen zij op dat moment mee terugnemen naar Putten. Eén van de portefeuilles behoort toe aan Aalt Bakker. De portefeuille is gevuld met diverse documenten en foto’s, waaronder foto’s en negatieven van de bruiloft van Aartje Bakker en Hendrik van Elten.

~ Elly Hazeleger

Bronnen

-Prive archief: E. van den Berg-v.d. Bor (kleindochter van Jan Bakker).
-Opdat het nageslacht het wete, gedenkboek van Putten. Tj. Wouters. (1948)
-Van naam tot Nummer, slachtoffers van de Puttense Razzia. Pieter Dekker en Gert van Dompseler. (2014)
-Wikipedia: Friesenwall.
-Wikipedia: Operatie Gomorrha.
-Wikipedia: Bombardement op de Cap Arcona.
-Uit diepten van ellenden, getuigenverslag Wouter Rozendaal.
-Archief Stichting Oktober 44.
×