Dark
Light

Restauratiepremie voor Wielermuseum in Roeselare

Auteur:
1 minuut leestijd
Wielermuseum in Roeselare (Onroerend Erfgoed)
Wielermuseum in Roeselare (Onroerend Erfgoed)

Wielermuseum in Roeselare (Onroerend Erfgoed)
Wielermuseum in Roeselare (Onroerend Erfgoed)
Geert Bourgeois, de Vlaams minister-president en Vlaams minister van Onroerend Erfgoed, heeft een premie van bijna 1,2 miljoen euro toegekend aan de stad Roeselare voor de restauratie van het Wielermuseum.

Onder de werktitel WieMu 2.0 gaat het nationaal wielermuseum in Roeselare de uitdaging aan om een volledig nieuwe invulling te geven aan het gebouw en het museum. De restauratiewerken omvatten naast een algemene restauratie ook het herstel van de historisch waardevolle interieurs en dienen afgerond te worden in 2016 naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de Ronde van Vlaanderen. Het WieMu wil zich nadien profileren als een bezoekers-, erfgoed- en belevingscentrum.

Twee jaar geleden kende minister Geert Bourgeois al een subsidie van 725.000 euro toe aan het project.

Geschiedenis van het gebouw

Het wielermuseum is gehuisvest in het voormalig “Arsenaal” en werd in 1902-1903 gebouwd als brandweerkazerne naar ontwerp van stadsarchitect D. Denys-Carbonez, bijgestaan door zijn zoon Hilaire. Op 21 juli 1917 werd het pand getroffen door Engelse brandbommen. De kazerne werd, naar vooroorlogs ontwerp, wederopgebouwd in 1921 onder leiding van stadsarchitect R. Doom.

De voorbouw was tot 1974 in gebruik als arsenaal voor de brandweer. De achterbouw werd in 1924 ingericht als Stadsjongensschool nummer 1. In 1962 werd het pand herbestemd tot Stedelijk Museum van Volkskunde en Plaatselijke Geschiedenis en in 1978 aangevuld met het Pauselijk Zouavenmuseum. In 1990 werd de voormalige brandweerkazerne ingericht als Nationaal Wielermuseum.

×