Het Rijksmuseum in Amsterdam en Museum Catharijneconvent in Utrecht moeten een kunstwerk afstaan aan de erfgenamen van de voormalige Joodse eigenaren. Dat is het gevolg van een advies van de Restitutiecommissie dat door staatssecretaris Zijlstra van Cultuur is overgenomen.

Herculesbeeld
Het Rijksmuseum in Amsterdam moet een bronzen Herculesbeeld teruggeven aan de erfgenamen van het Duits-joodse echtpaar Rosa en Jakob Oppenheimer. Grote delen van hun collectie werd in de jaren dertig geveild op door de nazi-autoriteiten afgedwongen executieveilingen. Het Herculesbeeld ging in 1935 onder de hamer. Drie jaar later belandde het beeld als gevolg van een schenking in de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam.
De Restitutiecommissie is van mening dat Rosa en Jakob Oppenheimer het beeld in de jaren dertig onvrijwillig verloren en dat het werk daarom geretourneerd moet worden aan de erfgenamen. De staatssecretaris heeft dit advies overgenomen.
Pietà

Amerikaanse soldaten troffen de sculptuur in mei 1945 aan in een treinwagon gevuld met kunst. Göring had deze wagon achtergelaten in een tunnel bij het hoofdkwartier van de Luftwaffe in het Beierse Berchtesgaden. De Pietà keerde terug naar Nederland en maakte de afgelopen decennia onderdeel uit van de Nederlandse Rijkscollectie. De laatste tijd bevond het beeld zich pieta-lindehout-15e-eeuwals bruikleen bij het Museum Catharijneconvent in Utrecht. Het beeld zal nu echter teruggegeven worden aan de erven van Fritz Gutman.