Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog boekte Robert E. Lee als generaal van de zuidelijke Geconfedereerde Staten van Amerika enkele grote overwinningen op de noordelijke legers. Het was mede aan hem te danken dat de zuidelijke regering jarenlang standhield tegen de strijdkrachten van de Unie. Een beknopte levensbeschrijving van de veelbesproken generaal.
Robert E. Lee zag het levenslicht op 19 januari 1807 in Virginia, als vierde kind van Henry “Light-Horse Harry” Lee, een held uit de Amerikaanse Revolutie. Een held overigens, die in zijn latere leven nogal eens in opspraak kwam. Vader Henry zat bijvoorbeeld twee keer in de gevangenis vanwege schulden en bezoedelde volgens velen zo de eer van de familie. Verschillende biografen vermoeden dat Robert E. Lee hierdoor extra gemotiveerd was succesvol te zijn, zodat hij de schande uit kon wissen.
Rond zijn achttiende begon Lee aan een opleiding aan de prestigieuze Amerikaanse militaire academie in West Point. Na zijn afstuderen in 1829 werd Lee tweede luitenant in het Corps of Engineers. In 1831 trouwde hij met Mary Anne Randolph Custis, een dochter van de geadopteerde kleinzoon van George Washington.
Mexicaanse Oorlog
Lee deed grote militaire ervaring op tijdens de Mexicaanse Oorlog (1846-1848). Zo werkte hij als stafofficier van generaal Winfield Scotts en voerde hij belangrijke verkenningen uit, waarbij hij verschillende gaten in de Mexicaanse defensie ontdekte. Verder onderscheidde hij zich tijdens de slagen bij Contreras, Churubusco en Chapultepec. Tijdens laatstgenoemde slag raakte Lee gewond.
Na de Mexicaanse Oorlog werkte Lee enkele jaren als bevelvoerend officier in West Point. In 1856 werd hij benoemd tot luitenant-kolonel van het 2e Cavalerieregiment in Texas.
John Brown
Oktober 1859 raakte de latere generaal betrokken bij de crisis rond de Amerikaanse abolitionist John Brown, die in het zuiden van Amerika probeerde een slavenopstand te ontketenen. Op 16 oktober 1859 viel Brown met zijn mannen het federaal wapenarsenaal van Harpers Ferry aan. Met de wapens die hij hier buitmaakte wilde Brown de zuidelijke slaven bewapenen. In Virginia moest de grote slavenopstand beginnen…
Hoewel Robert E. Lee op dat moment op verlof was, kreeg hij het commando over een eenheid mariniers die het op moest nemen tegen Brown en zijn mannen. Lee wist de gewapende abolitionisten te omsingelen. Twee van Browns zoons raakten bij gevechten vervolgens dodelijk gewond. Brown zelf werd uiteindelijk gearresteerd. Dit daadkrachtige optreden vergrootte de reputatie van Lee nog meer.
Amerikaanse Burgeroorlog
De status van Robert E. Lee was zo groot dat hij aan het begin van de Amerikaanse Burgeroorlog vanuit Washington het algehele bevel over alle strijdkrachten van de Verenigde Staten kreeg aangeboden. Lee wees dit aanbod echter af, omdat zijn thuisstaat Virginia besloten had zich af te scheiden. In Virginia werd hij hierna aangesteld als generaal majoor. Korte tijd later werd Lee generaal in het leger van de Geconfedereerde Staten. Daarnaast mocht hij zich militair adviseur van president Jefferson Davis noemen.
Duidelijk was dat de nieuwe generaal voor enorme uitdagingen stond. Lee kon niet voorkomen dat troepen van de Unie aan het begin van de oorlog een deel van noordwestelijk Virginia veroverden. Probleem was onder meer dat het overgrote merendeel van de bewoners van deze streek tegen de afscheiding was geweest. Ook woonden er relatief weinig slaven. Dit gebied werd later de staat West Virginia.
De maanden hierna hield Lee zich hoofdzakelijk bezig met het coördineren van de aanleg van verdedigingswerken in South Carolina. De soldaten in dit gebied gaven, die met de schop allerlei linies moeste graven, gaven Lee hierdoor de bijnaam ‘Schoppenkoning’. Mei 1862 kreeg Robert E. Lee een meer prominente functie. Na het wegvallen van generaal Joseph E. Johnston, die gewond raakte tijdens de Slag bij Seven Pines, werd Lee aangesteld als bevelhebber van het leger van Noord-Virginia. Voor het eerst kon hij nu direct het bevel voeren over een leger ‘in het veld’.
Zevendagenslag
Als bevelhebber boekte Lee onmiddellijk enkele successen. Zo wist hij de strijdkrachten van de Unie terug te dringen bij Richmond, de hoofdstad van de Geconfedereerde Staten. En tijdens de Zevendagenslag (25 juni – 1 juli 1862) verdreef Lee met zijn manschappen het noordelijke leger onder leiding van George B. McClellan via het schiereiland van Virginia. Deze slagen lieten iets zien van de algehele strategie van Robert E. Lee: zeer agressief aanvallen en daarbij hoge verliezen op de koop toenemen. Ondanks het uiteindelijke succes, lag Lee na de Zevendagenslag niet heel goed bij zijn mannen. Ze noemden hem schamper Granny.
Tweede Slag bij Bull Run
Maar er volgenden grotere successen, die er uiteindelijk toe bijdroegen dat Lee wel gewaardeerd werd door zijn manschappen. Eind augustus 1862 won Lee bijvoorbeeld de Tweede Slag bij Bull Run, waarbij hij voor het eerst nauw samenwerkte met de legendarische generaal-majoor Thomas “Stonewall” Jackson. Het leger van Unie-generaal John Pope werd tijdens deze slag verpletterend verslagen.
Mede door de inspanningen van Lee waren de directe de gevaren voor Richmond rond deze tijd wel geweken. Historicus John A. Barnes over de eerste maanden van Lee als bevelhebber:
“Binnen twee maanden had Lee het strijdtoneel verplaatst van de poorten van de Confederale hoofdstad Richmond naar de poorten van de Unie-hoofdstad Washington. Tegelijkertijd nam zijn populariteit bij de bevolking van het zuiden sterk toe. Praatjes over de ‘Schoppenkoning’ waren verleden tijd.”
Slag bij Antietam
Een keerpunt in de oorlog was 17 september 1862. Op deze dag namen de legers van de Unie het bij Sharpsburg in Maryland op tegen de legers van Robert E. Lee. De noordelijke troepen wisten maar net te voorkomen dat Lee met zijn troepen doorstootte naar het noorden. Het werd de bloedigste dag uit de hele Amerikaanse Burgeroorlog. Tijdens deze slag, de geschiedenisboeken ingegaan als de Slag bij Antietam, stierven maar liefst 20.000 soldaten. Eén op de vier soldaten die deelnam aan de slag overleefde het daarmee niet.
En de gevolgen waren enorm. Engeland en Frankrijk hadden op het punt gestaan de Geconfedereerde Staten officieel te erkennen. Vanwege Lee’s nederlaag besloot men daar echter voorlopig van af te zien. En Abraham Lincoln greep het momentum aan om zijn Emancipatieproclamatie aan te kondigen. Hierin maakte hij bekend dat per 1 januari 1863 drie miljoen slaven de vrijheid kregen. Daarnaast stelde de president dat de Amerikaanse Burgeroorlog wat hem betreft gezien moest worden als een strijd tegen de slavernij.
Slag bij Chancellorsville
De Slag bij Chancellorsville wordt beschouwd als het grootste militaire succes van Robert E. Lee. Op 30 april 1863 werd het leger van Lee in Spotsylvania County verrast door een veel groter leger van de Unie, onder leiding van generaal-majoor Joseph Hooker. Het leger van de Unie telde maar liefst 130.000 man, terwijl Lee slechts de beschikking had over een troepenmacht van 61.000 man. Lee besloot zijn leger op te splitsen. Van 1 mei tot en met 6 mei werd vervolgens strijd geleverd. Lee verloor 25 procent van zijn leger, maar won de slag wel. De generaal had wel een groot persoonlijk verlies te incasseren. Tijdens de gevechten werd zijn belangrijkste commandant, Thomas “Stonewall” Jackson, per ongeluk verwond door een van zijn eigen mannen. Jackson overleed korte tijd later aan de gevolgen. Na afloop van de slag sprak Lee hierover:
“Hij is zijn linkerarm kwijt, maar ik mijn rechterarm.”
Gettysburg
De Slag bij Gettysburg van juni 1863 werd uiteindelijk de beslissende slag van de oorlog. Gedurende drie dagen (1, 2 en 3 juli 1863) nam het leger van de noordelijke staten, geleid door legerofficier George Made, het op tegen het zuidelijke leger van Robert E. Lee. De zuidelijke generaal wilde nogmaals proberen diep in het noorden door te dringen, ditmaal via Gettysburg. De poging strandde echter. De Slag bij Gettysburg kostte ongeveer vijftigduizend mensen het leven.
Na deze slag verloor het Geconfedereerde leger steeds meer terrein en het grondgebied werd in twee stukken gesneden. Aan noordelijke zijde werd hierna Ulysses S. Grant aangesteld als opperbevelhebber. Deze stapelde over een breed front overwinning op overwinning. Op 9 april 1865 zag Robert E. Lee zich uiteindelijk genoodzaakt te capituleren. In het Appomatox Court House in Virginia gaf hij zich over aan generaal Grant.
Latere leven
Na de oorlog gaf de verslagen generaal aanvankelijk aan dat hij de rest van zijn leven als boer wenste te slijten. In 1865 ging hij echter in op een verzoek president van het Washington College (tegenwoordig de Washington and Lee University) te worden. Deze functie bekleedde hij tot zijn dood in 1870.
Voor veel inwoners van de voormalige Geconfedereerde Staten is Robert E. Lee nog altijd aan absoluut icoon. Historici zijn wisselend in hun beoordeling van de generaal. Objectiviteit van Amerikaanse historici was, zeker in de eerste decennia na de oorlog, vaak ver te zoeken. Meer objectieve Engelse historici zijn over het algemeen vrij negatief. Zij wijzen onder meer op het feit dat Lee eigenlijk nooit echte strategieën ontwikkelde én wel heel scheutig omsprong met de levens van zijn manschappen. De eerder al aangehaalde John A. Barnes:
“Bedacht moet worden dat, met Grant als enige uitzondering, Lee’s directe tegenstanders aan de zijde van de Unie op zijn best middelmatige legeraanvoerders waren. […] En ook het ‘Jackson-effect’ moet niet worden onderschat. Lee behaalde letterlijk al zijn overwinningen met ‘Stonewall Jackson’ aan zijn zijde. Zodra Jackson weg was – de enige generaal die floreerde onder het weinig betrokken leiderschap van Lee – verdween de donder en bliksem uit het Leger van Noord-Virginia. Het behaalde nooit meer een klinkende overwinning.”
Robert E. Lee en de slavernij
Als leider van het zuidelijke leger, dat streed voor zelfbestuur én handhaving van de slavernij, is Robert E. Lee nog geregeld inzet van hedendaagse debatten over het Amerikaanse slavernijverleden. In de zomer van 2017 protesteerden extreem-rechtse demonstranten in Virginia tegen de voorgenomen verwijdering van een standbeeld van de generaal.
Stellen dat Robert E. Lee zelf een fel voorstander van de slavernij was lijkt overigens te ver te gaan. Zijn biograaf Douglas Southall Freeman plaatste Lee’s visie in historische context. Over de algemene kijk op slavernij in de kringen van Lee schrijft Freeman:
“They believed that slavery existed because God willed it and they thought it would end when God so ruled. The time and the means were not theirs to decide, conscious though they were of the ill-effects of Negro slavery on both races. Lee shared these convictions of his neighbors without having come in contact with the worst evils of African bondage. He spent no considerable time in any state south of Virginia from the day he left Fort Pulaski in 1831 until he went to Texas in 1856. All his reflective years had been passed in the North or in the border states. He had never been among the blacks on a cotton or rice plantation. At Arlington, the servants had been notoriously indolent, their master’s master. Lee, in short, was only acquainted with slavery at its best, and he judged it accordingly.”
In een brief aan zijn vrouw schreef Robert E. Lee zelf op 27 december 1856 het volgende over slavernij:
“… In this enlightened age, there are few I believe, but what will acknowledge, that slavery as an institution, is a moral & political evil in any Country. It is useless to expatiate on its disadvantages. I think it however a greater evil to the white man than to the black race, & while my feelings are strongly enlisted in behalf of the latter, my sympathies are more strong for the former. The blacks are immeasurably better off here than in Africa, morally, socially & physically. The painful discipline they are undergoing, is necessary for their instruction as a race, & I hope will prepare & lead them to better things. How long their subjugation may be necessary is known & ordered by a wise Merciful Providence.”
Meer Amerikaanse geschiedenis
Meer Amerikaanse Burgeroorlog
Boek: Amerika – Een kleine geschiedenis
Documentaire over Robert E. Lee
Quotes van Robert E. Lee:
“Om een goed militair te zijn, moet je van het leger houden. Als je een goed aanvoerder wilt zijn, moet je bereid zijn de dood te gelasten van datgene waar je van houdt.”
“Het is goed dat de oorlog zo verschrikkelijk is, anders zouden we het misschien leuk gaan vinden.”
“Ik kan een man niet het vertrouwen geven over anderen te heersen, als hij zichzelf niet kan beheersen.”
“De naam van de duivel is saaiheid.”
Bronnen ▼
– Legendarische veldheren III (Andrew Roberts, red.)
– Lee: A Life of Virtue – John Perry
– Douglas Southall Freeman (1934). R.E. Lee, A Biography
– http://www.history.com/topics/american-civil-war/robert-e-lee