De Zweedse ontdekkingsreiziger Salomon August Andree is vooral bekend vanwege zijn fatale poging om met een luchtballon naar de geografische Noordpool te reizen.
Salomon August Andree werd op 18 oktober 1854 geboren in Gränna, een klein dorpje in Midden-Zweden, en studeerde techniek aan het technologisch instituut in Stockholm. In 1876 bezocht hij de Wereldtentoonstelling in Philadelphia. Tijdens deze periode in Amerika maakte hij kennis met de ballonvaarder John Wise.
Andree interesseerde zich zeer in de ballonvaart. Hij bestudeerde de aerodynamica van ballonvluchten en maakte in 1892 zijn eerste vlucht in een heteluchtballon, samen met Francesco Cetti. In de periode hierna maakte hij, met zijn eigen ballon genaamd de Svea, negen vluchten. Hij stak onder meer de Oostzee over en wist een hoogte van vijf kilometer te bereiken. In 1892 werd hij door de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen bekroond voor zijn onderzoek naar de verbetering van luchtvaarttechnologie.
Noordpool
Nadat hij zijn ballon enigszins bestuurbaar had weten te maken, vroeg de Finse geoloog en ontdekkingsreiziger Adolf Erik Nordenskiöld hem op een dag of het mogelijk was om met een luchtballon de Noordpool te bereiken. Dit bracht Andree op het idee dat doel met zijn ballon te bereiken. Het plan was om vanaf Spitsbergen met een luchtballon via de Noordpool naar Alaska vliegen. De Zweed liet door de Fransman Henri Lachambre in Parijs voor de gewaagde expeditie speciaal een nieuwe ballon bouwen, de Örnen (adelaar). Een ballon met een diameter van 20 meter en een volume van bijna 5000 m³, die gevuld zou worden met waterstof. Andree slaagde er verder in steun voor de expeditie te krijgen van belangrijke instanties en personen, zoals de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen, koning Oscar II van Zweden en zakenman en filantroop Alfred Nobel. Maar niet iedereen was positief. Zo waren er sceptici die erop wezen dat het plan wel heel gewaagd was. Wilde Andree slagen dan had hij constant gunstige wind nodig en daarnaast konden er problemen ontstaan door ijsvorming op de ballon. Die zou het gevaarte alsmaar zwaarder en daarmee moeilijker te besturen maken.
Begin van de expeditie
Juni 1896 landde Andree samen met meteoroloog Nils Eckholm en fysicus Nis Strindberg met de Örnen op Spitsbergen. De drie bleven vervolgens echter tot augustus aan de grond, in afwachting van een gunstige wind. Dat zat niet mee. De wind bleef uit het noorden komen en de Zweedse media werden steeds sceptischer over de plannen van de ballonvaarder. Een van de belangrijkste geldschieters van de expeditie, Alfred Nobel, bleef Andree echter steunen. De ballon werd nog groter gemaakt. In de tussentijd trok meteoroloog Nils Eckholm zich terug. Hij werd vervangen door Knut Frænkel.
Andree en zijn expeditieleden landden 30 mei 1897 opnieuw op Spitsbergen en op 11 juli begonnen de drie mannen aan hun tocht. Direct na de start zat het eigenlijk al tegen. Een van de touwen waarmee de vlieghoogte en richting van de ballon kon worden geregeld, ging verloren en om niet direct in zee te storten moest er ballast overboord worden gegooid.
Op 16 juli, vier dagen nadat de expeditieleden waren vertrokken, pikte een walvisvaarder nog een postduif op met het bericht dat de expeditie 82°2′ NB had bereikt. Met daarbij het bericht ‘aan boord alles goed’. Daarna bleef het echter angstvallig stil. Jarenlang.
Dagboeken
Pas in 1930 werd duidelijk dat de ballon was neergestort. Bij Kvitøya, ten oosten van Spitsbergen, werd tijdens een zoekactie toen een boot gevonden met daarbij de lijken van de drie ontdekkingsreizigers, evenals logboeken, dagboeken en foto’s van de tocht. Uit de aantekeningen blijkt dat een stormachtige wind de ontdekkingsreizigers niet gunstig gezind was geweest. Deze had de ballon ongewenste richtingen opgestuurd. Uiteindelijk was de luchtballon op 14 juli op 82°56′ NB, 29°52′ OL op het ijs geland, ongeveer 450 kilometer van de Noordpool. Ze hadden hun doel niet bereikt, maar wel de langste vlucht in luchtballon ooit gemaakt (ruim 65 uur).
Salomon August Andree, Knut Frænkel en Nis Strindberg hadden een week nodig om een boot te bouwen, waarmee ze wilden proberen Frans Jozefland te bereiken. Onderwijl werden ze op het ijs geteisterd door sneeuw- en regenbuien. Tijdens de bouw slaagde Andree erin een ijsbeer te schieten, waardoor de mannen enige tijd verzekerd waren van vlees. Op de avond van 22 juli begonnen de poolreizigers vervolgens aan een slopende tocht in zuidoostelijke richting. De mannen trokken over het ijs zware sledes voort met daarop hun bezittingen, waaronder de zelfgebouwde boot. Naarmate de moeizame tocht vorderde, waarbij men vaak gevaarlijke ijsgeulen moest passeren, besloten de mannen steeds meer ballast weg te gooien om de sledes zo lichter te maken, Hierdoor konden deze door een persoon voortgetrokken konden worden en hoefde men dus niet afstanden twee keer af te leggen om met twee personen achtergebleven sledes op te halen.
Westwaartse drift van het ijs maakte het uiteindelijk onmogelijk om Frans Jozefland te bereiken. Oktober 1897 bereikten de mannen uiteindelijk Kvitøya. Daar zouden ze alle drie omkomen. De laatste dagboekaantekening dateert van 17 oktober. De exacte doodsoorzaak is niet duidelijk. Volgens sommigen werd loodvergiftiging de mannen fataal door het langdurige eten uit metalen blikken. Maar ook andere mogelijkheden zijn genoemd, zoals uitdroging, zelfmoord met behulp van opium, scheurbuik of bijvoorbeeld verstikking veroorzaakt door dampen van een primus in een tent. De volgorde waarin de mannen stierven is ook onduidelijk. Over het algemeen gaat men ervan uit dat Strindbergh als eerst stierf, aangezien hij als enige lijkt te zijn begraven.
Eerbetoon
De lichamen van de expeditieleden werden overgebracht naar Zweden. Op 5 oktober dat jaar kwamen veel Zweden op de been om hen in Stockholm de laatste eer te bewijzen. Een boot waarmee de resten van de drie mannen werden vervoerd, kreeg een escorte van vijf torpedojagers en vijf vliegtuigen en bij het naderen van de haven van Stockholm voegden ongeveer tweehonderd schepen zich in het kielzog van het schip. Op een pier werden de doodskisten vervolgens voor de voeten van de Zweedse koning Gustav V neergelegd, die zei:
“In de naam van de Zweedse natie groet ik hierbij het stof van de poolreizigers die, meer dan drie decennia geleden, hun geboorteland verlieten teneinde een antwoord te vinden op vragen van ongeëvenaarde mogelijkheid.”
Na enkele dagen werden de doodskisten tijdens een plechtigheid verbrand. De as van de mannen werd op 9 oktober 1930 begraven in Stockholm.
In Andree’s geboortedorp Gränna wordt ter ere van de ballonvaarder ieder jaar een ballonnendag gehouden.
Boek: De ijsballon – Alec Wilkinson
Trailer van een Zweedse film over de expeditie van Andree (1982):
Bronnen ▼
–Zeevaarders en ontdekkingsreizigers – Fernand Salentiny, p. 64-65