Al eeuwenlang gooien Groningers hun afval weg, wat er daarna mee gebeurt, is voor de meeste Stadjers een raadsel en kan ze ook weinig schelen. Toch geeft vuilnis ons veel informatie. Wat is de geschiedenis van het Groninger afval? En wat vertelt afval van pakweg 500 jaar geleden ons? Dat is nu te zien in het Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen, in de tentoonstelling STORT! 10.000 jaar Groningers en hun afval.
Jaren voor Christus: wierden
Ongeveer 2.600 jaar geleden ontdekten boeren van de zandgronden in Groningen dat ze prima konden wonen op kleikwelders, zolang de boerderij maar op een veilige hoogte stond. Daarom maakten ze met zoden lage heuvels, de wierden, met daarop de boerderijen. Een wierde was tegelijkertijd een woonplaats, veestalling en mestvaalt, wat ervoor zorgde dat er meer materiaal bijkwam dan dat er van nature kon vergaan. Een wierde groeide dus op zijn eigen organisch afval. De archeologische vondsten uit de wierdegrond, vanaf halverwege de negentiende eeuw, bestonden voor een significant deel uit afval. Met daarnaast graven, urnen, en skeletten. Deze vormden het begin van het Groninger Museum en de wetenschappelijke archeologie-beoefening.
Middeleeuwen: dark earth
In Groningen werd in de middeleeuwen huiselijk afval op het eigen erf gedumpt. Op straat, waar ook vee los rondliep, hoopte zwerfafval zich op en bleef liggen. Daardoor steeg de stad in een paar eeuwen tijd tenminste twee meter. Archeoloog Prof. Dr. A.E. van Giffen (1884-1973) noemde deze aardlaag steigeraarde…
‘…met voorwerpen van menschelijke nijverheid zooals potscherven en gebakken steenen’.
Deze aardlaag duidt op nederzettingen gedurende lange perioden. Het materiaal bevat veel organisch materiaal, waaronder houtskool, waardoor het zijn karakteristieke donkere kleur krijgt; het kan ook fragmenten van aardewerk, tegels, dierlijk bot en andere artefacten bevatten. De internationale term voor het Groninger steigeraarde is dark earth.
16e eeuw: gracht van Alva
Toen in de tweede helft van de zestiende eeuw de provinciën van Nederland onder het bewind van Spanje stonden, stuurde de Spaanse vorst Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden, ook naar Groningen, om orde op zaken te stellen. Hij liet er in 1570 dóór de stadswal en rond de Herepoort een citadel bouwen met grachten van wel zestien meter breed en meer dan zes meter diep. Het bouwwerk werd nooit voltooid. Nadat de Spaanse troepen Nederland moesten verlaten, werd de citadel afgebroken. Nog ruim twintig jaar gebruikte men de gracht om stadsafval in te dumpen. Dit afval, veel aardewerk en textiel, werd meer dan vierhonderd jaar later, tijdens archeologische opgravingen rond 2000, zichtbaar. Vooral het textiel is een unieke vondst omdat er nauwelijks fragmenten van zestiende-eeuwse Groninger burgerkleding bestaan. Ook ontdekte men kleine metalen miniatuurvoorwerpjes, speelgoed, die te zien zijn in de tentoonstelling (zie afbeelding bovenaan artikel).
17e en 18e eeuw: afval voor bemesting
In de zeventiende en achttiende eeuw werd het Groningse stadsafval opgespaard, op de ‘drekstoep’ gesorteerd en per schip vervoerd naar omliggende veenkoloniën, zoals Hoogezand, Zuidbroek en Sappemeer. Daar werd vuilnis gebruikt voor de bemesting van zandgronden. Met de komst van kunstmest was dat niet meer nodig en rond 1920 moest het stadsafval in bakken tot ‘tuinaarde’ composteren en belandden de brandbare restanten in ovens.
1900: Potten, pannen en parfumflesjes in natuurgebied
Tussen 1900 en 1917 werden de oevers van het Friescheveen, een waterplas tussen Haren en Paterswolde, verstevigd met gestort afval om het daarachter liggende dijkje te beschermen tegen afkalving. Dit afval werd door de gemeentereiniging opgehaald met de wagen, om vervolgens over te slaan in varende bakken, die bij de plas werd geleegd.
Zelfs nu nog komt er, na een flinke storm, huisvuil tevoorschijn onder omgewaaide bomen. Geëmailleerde potten, pannen, scherven van aardewerk servies maar ook glazen parfumflesjes zijn hier de herinnering aan het leven in de stad van meer dan honderd jaar geleden. Geschiedenisdocent Nick Landman en ‘geheugen van Groningen’ Beno Hofman struinden regelmatig het Friescheveen af, op zoek naar deze sporen uit het verleden.
Ook op andere plekken werd ‘vreemd’ afval gevonden. Bij het afgebroken boerderijtje van Klaas Jan Klaassens bij Dorkwerd werden naast aardewerk, metaal en glas honderden leren schoenen gevonden waarmee een sloot eind negentiende eeuw was gedempt.
Afval nu
Tegenwoordig mag Groningen haar handen dichtknijpen met de ruim 1000 zogeheten ‘Stille Krachten,’ die helpen bij het schoonhouden van de straten in de stad. Nergens anders in het land zijn zoveel bewoners die actief bijdragen aan een schone woon- en leefomgeving. De gemeente ontwikkelt een nieuw afvalbeleid, dat zich richt op het stimuleren van een circulaire economie. Een economie zonder restafval en waar hergebruik de norm wordt. Waar de Groninger anno 2020 jaarlijks 150 kilo restafval weggooit, wil de Gemeente Groningen dit terugbrengen naar 30 kilo. In de expositie is te zien hoe plastic van nu wordt gerecycled tot nieuwe gebruiksvoorwerpen.
STORT! 10.000 jaar Groningers en hun afval
De nieuwste expositie van het Noordelijk Scheepvaartmuseum draait om de wereld van het Gronings afval, tot wel 500 generaties geleden. De tentoonstelling is t/m 28 februari 2021 te zien. STORT! is een initiatief van geschiedenisdocent Nick Landman en ontwikkeld in samenwerking met Groningen Schoon Dankzij Mij.
~ Koos Bronts & Jolien Vermeulen
Noordelijk Scheepvaartmuseum
Tentoonstelling: Meer informatie en reserveren
Overzicht van Boeken over de geschiedenis van Groningen
Bij de tentoonstelling schreef een aantal dichters een gedicht. Hieronder het gedicht van Esmé van den Boom:
Trash
Met twee zakken in de hand naar de ondergrondse container lopen naar de buurvrouw zwaaien en denken hoe moeten we de mensen noemen als we dit niet meer kennen
De schaamtevolle zaken achterlaten al het hopeloos opgegevene in zichzelf aangestampt een langzaam opbouwende hitte het donker in duwen en vergeten
Hoe zullen we ze noemen de mensen die we zien op televisie die schreeuwen om hun vrijheid en dat alles mis is in de wereld (een machinegeweer in hun hand die net nog zwaaide naar een politieagent)
Je voorstellen: hengelen in de koker de boel naar boven trekken en bekijken in het licht en zeggen: ik zal je niet verlaten
niet meer opgeven niet meer opgeven niet meer opgeven blussen waar het broeit, het grondwaterpeil laten steigen om te kunnen blussen, de verbanden leggen, de zakken openscheuren tot een trouwjurk, zeggen dat beloof ik, noemen het mijne
~ Esmé van den Boom