De Nederlander die dacht in Duitsland de locatie te hebben gevonden van een begraven nazischat, mocht woensdag eindelijk op onderzoek uit. Goud en zilver vond hij echter niet in het Duitse dorpje Mittenwald.
De man, theatermaker Leon Giesen uit Utrecht, wist de afgelopen maanden de aandacht van de media trekken met zijn bewering dat onder de Wörnerstrasse van het Zuid-Duitse Mittenwald een schat van Adolf Hitler begraven lag. De Utrechter was te gast bij De Wereld Draait door, EenVandaag besteedde aandacht aan de zaak en ook in Duitse media verschenen verschillende verhalen.
Giesen las een jaar geleden in de krant een artikel over journalist Karl Hammer. Die was al tijden op zoek naar een nazischat. In een oud muziekstuk, de Marsch Impromptu van componist Gottfried Federlein, zou de locatie van de schat verborgen zitten. De Utrechter was geïnteresseerd en besloot ook in de zaak te duiken. Uiteindelijk meende hij zelfs de locatie te hebben gevonden waar zo’n honderd goudstaven en diamanten van Hitler zouden zijn begraven. Dit onder meer door aantekeningen in de bladmuziek te vergelijken met het verloop van een straat en een voormalige spoorlijn. Volgens hem lag de schat onder de Wörnerstrasse van het dorpje Mittenwald
Leon Giesen kreeg van het gemeentebestuur zelfs toestemming om daar te graven. Dit nadat geologisch onderzoek had aangetoond dat er daadwerkelijk iets in de grond zat wat daar niet hoorde. Woensdag werd een laag asfalt weggebroken en kon het graven beginnen. Op 2,5 meter diepte trof men uiteindelijk niets meer aan dan wat schroot. De Utrechter heeft aangegeven enigszins teleurgesteld te zijn. Hij laat de zaak nu rusten.