In de kluis van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie bevindt zich een filmscript van historicus Loe de Jong over de eerste geheim agent Lodo van Hamel. Het script van De Jong is getiteld: ‘Geheim Agent’. Historicus Han Korting uit Santpoort-Noord kreeg het onder ogen toen hij bezig was met de research voor zijn boek Lodo, voor God, Nederland en Oranje (2012), dat destijds in het Nationaal Archief werd aangeboden aan oud-premier Piet de Jong. Korting:
“Ik had eerder in het NIOD gewerkt en was daar goed bekend. Tijdens het onderzoek voor mijn boek over Lodo van Hamel zei een medewerker daar dat hij nog iets interessants voor mij had en kwam met het script aandragen. Je verwacht zoiets niet van Lou de Jong, die nogal formeel en prozaïsch naar buiten trad.
Lodo van Hamel was de eerste geheim agent die vanuit Londen in bezet Nederland werd gedropt en ik denk zeker dat Lou de Jong hem moet hebben gekend in Londen. Ik heb het stuk gelezen en kreeg het idee dat De Jong zich in dat script toch vrij nauwkeurig aan de werkelijkheid hield. Je kunt als historicus niet putten uit zo’n script en dat heb ik ook niet gedaan, maar ik denk dat ik geen grote misslag had begaan als ik het wel had gebruikt.’’
Het script begint met een scène waarin Marva Juniper Prentice en Lodo van Hamel, die een liefdesaffaire hadden, voor elkaar als officieren salueren. Toen Lodo van Hamel op het punt stond om in bezet Nederlands gebied gedropt te worden, overhandigde hij een testament aan deze Juniper, voor het geval hij de actie niet zou overleven.
Lodo wist een radionetwerk op te zetten in Nederland maar werd bij een poging om met een watervliegtuig te ontkomen naar Engeland gearresteerd en in het eerste oorlogsjaar op de Bussumerheide gefusilleerd. Korting:
“De Jong moet een grote fascinatie gehad hebben voor Lodo van Hamel. Hij heeft juist hém gekozen voor zijn script, terwijl hij toch een ruime keus had uit andere Engelandvaarders, zoals Erik Hazelhoff Roelfsema. Of hij getracht heeft het manuscript aan de man te brengen, is onduidelijk. Later heeft hij er nog wel met de vader van Lodo van Hamel over gesproken, maar hoe dat is geëindigd, is niet bekend.’’
Tonight, darling?
De Jong laat de Werdegang van Lodo beginnen in Oxford Street in Londen. Lodo en de Marva Juniper Prentice stappen uit een dubbeldekker en salueren voor elkaar. ’Tonight, darling?’, vraagt Lodo aan Juniper. Vervolgens zien we hem in het gebouw waarin de Headquarters of the Royal Dutch Navy zijn gevestigd. Met nog twee andere officieren zit luitenant-ter-zee eerste klasse Van Hamel voor François van ’t Sant, hoofd van de Centrale Inlichtingen Dienst en vertrouweling van koningin Wilhelmina. Aan de drie officieren wordt gevraagd wie van hen een belangrijke en gevaarlijke missie in bezet Nederland wil uitvoeren. Lodo zit een beetje voor zich uit te staren alsof hij zichzelf al in de toekomst aan een parachute ziet bungelen en de twee andere officieren kijken bedrukt.
Een van de aanwezige superieuren probeert de missie een wat ongevaarlijker aanzien te geven en debiteert de opmerking dat spionage volkenrechtelijk geoorloofd is. Waarop De Jong Van ’t Sant snedig laat repliceren:
“Maar de heren moeten zich wel realiseren dat de doodstraf op spionage dat ook is.”
Uiteindelijk neemt Lodo de klus aan om een zendernetwerk op te bouwen. Wanneer het vliegtuig dat hem aan een parachute zal droppen in de buurt van Hillegom is gearriveerd, schakelt De Jong over naar een radarinstallatie van de Duitsers. De mensen achter de knoppen daar vernemen dat er acht kilometer ten noorden van Noordwijk een vijandelijke vliegtuig is gesignaleerd door een peilwagen van de SD. Daarmee weet De Jong al heel snel een dreigende sfeer op te bouwen.
Tjeukemeer
Lodo haast zich na zijn landing naar zijn vriend Hans Hers, die aan het Rapenburg 57 in Leiden woont. Hers ligt nog te ronken tussen de vette lappen. Lodo laat hem zijn valse persoonsbewijs zien. Het staat op de naam van Willem van Dalen, die geboren is op 29 februari 1915. Hers wijst hem erop dat 1915 geen schrikkeljaar was en dat Londen een cruciale fout heeft gemaakt. Na veel tegenslagen mag Lodo de zender ’Amelia’ installeren bij de verzetsfamilie Allers in de Perponcherstraat in Den Haag.
Nadat hij zijn werk heeft verricht in Nederland, probeert Lodo met een aantal andere mensen via een watervliegtuig dat moet landen op het Tjeukemeer te ontkomen naar Engeland. Het gezelschap geeft zich uit voor een groepje ornithologen, maar loopt al snel in de gaten. Het eind van het liedje is dat Lodo wordt gefusilleerd op de Bussumerheide.
Soldaat van Oranje
Ook in de film Soldaat van Oranje komt een mislukte ontvluchting met een watervliegtuig voor. En ook die speelt zich af op het Tjeukemeer. En net als in het manuscript Geheim agent, dat door De Jong een ‘zuivere reconstructie’ werd genoemd, speelt de peilwagen een belangrijke rol.
Volgens historicus Han Korting is de scène met het watervliegtuig in Soldaat van Oranje dan ook “regelrecht ontleend’’ aan de wederwaardigheden van Lodo van Hamel.
Verhoeven houdt het bij één landing van het vliegtuig en laat de scène zich op klaarlichte dag afspelen waarbij het meteen tot een confrontatie met de Duitsers komt. Terwijl in het verhaal van Lodo op het Tjeukemeer geen schot is gelost en alles zich rond twee uur ’s nachts afspeelde. De belevenissen van de boksende student Jan Weinberg, die in de film met het watervliegtuig wil ontkomen, lijken na zijn arrestatie echter weer wél precies op die van Lodo. Ook Lodo werd vreselijk gemarteld bij het verhoor, al was het dan niet door Rijk de Gooyer.
Filmwetenschapper Harco Gijsbers, werkzaam bij de Beeldbank van het NIOD, is afgestudeerd op Nederlandse oorlogsfilms:
“Ik sta er niet van te kijken dat Verhoeven die mislukte ontsnapping van Lodo met dat watervliegtuig heeft gebruikt. Hij begrijpt dat er drama in een film moet en heeft dit gewoon gebruikt. Soldaat van Oranje is wat mij betreft de beste Nederlandse oorlogsfilm. Het was Verhoevens ticket voor Hollywood.”
Dramaturgische ingreep
Een substantieel gedeelte van de film ‘Soldaat van Oranje’ is gebaseerd op de belevenissen van geheim agent Lodo van Hamel (1915-1941) en niet op die van Erik Hazelhoff Roelfzema. Regisseur Paul Verhoeven:
“Dat klopt. Daarom hebben wij de term ‘a true story’ ook telkens vermeden. Erik Hazelhoff Roelfsema vertelt het wel in zijn boek, maar als de belevenis van een van zijn voorgangers. De dramaturgie gebood deze ingreep.”
In de film van Paul Verhoeven wijkt dat verhaal toch nog wel behoorlijk af van de werkelijkheid. De door Huib Rooymans gespeelde Jan Weinberg, die op het Tjeukemeer probeert te ontkomen naar Engeland, smijt het koffertje met militaire stafkaarten en allerlei spionagemateriaal in het water. Het schiet open en de papieren fladderen alle kanten op. In werkelijkheid werd dat koffertje door Lodo begraven op een eilandje toen het na de eerste mislukte landing van het watervliegtuig fout ging.
Verhoeven:
Lodo van Hamel wordt nadrukkelijk in Hazelhoff Roelfsema’s boek genoemd. Natuurlijk hebben Gerard Soeteman en ik de Jongs boeken bestudeerd, niet alleen voor de Soldaat maar ook voor Zwartboek. We hebben ons voor wat betreft het verhaal van Lodo’s vluchtpogingen op het Tjeukemeer gebaseerd op wat Loe de Jong over hem heeft geschreven in het ‘Koninkrijk der Nederlanden tijdens de Tweede Wereldoorlog’. We hebben Lodo van Hamel ingevoerd als een goede studievriend van Erik. Hij heet in de film Jan Weinberg en wordt gespeeld door Huib Rooymans. Hij is de bokser die de twee landwachters aanpakt die een joodse man zogenaamd willen helpen met zijn handkar en die kar dan in de gracht van het Rapenburg duwen. Hij wordt naderhand bij de vluchtpoging gearresteerd door de SD en net zo gemarteld als Lodo.
Dit soort dingen doe je niet om succes te hebben, nee, de dramaturgie gebiedt het. Hazelhoffs boek heeft geen dramaturgie. De film wijkt overigens in nog veel meer opzichten af van dat boek. Aan het einde van de film heft Erik bijvoorbeeld het glas met Jacques, die hem even daarvoor heeft verteld dat hij heeft doorgestudeerd en dat karakteriseert als ‘linke soep’. De echte Erik laat in zijn boek zijn afkeuring blijken over het passieve gedrag van Jacques. Maar wij vonden het mooier als ze met elkaar in goede verstandhouding op de toekomst proostten.
Ook de figuur van Robbie is verzonnen, dat is in werkelijkheid de adelborst Pasdeloup die zijn vrienden heeft verraden. We hebben dat uit Loe de Jongs standaardwerk. De creatie van Esther, de verloofde van Robbie, komt van onszelf. Zij is joods en daardoor kan Robbie door de SD onder druk worden gezet en moet hij uiteindelijk wel collaboreren.
Daarentegen is de scène waar Erik koningin Wilhelmina in Londen verhindert de naakte Susan Penhalidon in een amoureuze escapade met Jeroen Krabbé te zien, gebaseerd op de werkelijkheid. Die scène staat niet in het boek, maar Erik vertelde ons dat tijdens een ‘uitgebreide’ borrel. Hij had die niet in zijn boek gebruikt omdat hij dat niet zo ‘netjes’ vond.
Eerder in gedeelten verschenen in Haarlems Dagblad.