Sieg des Glaubens in Lunteren

De Muur van Mussert – René van Heijningen
4 minuten leestijd
Muur van Mussert
Muur van Mussert

Goed getimed, dat is dit boekje over de ‘Muur van Mussert’ in Lunteren. Afgelopen jaar laaide de discussie weer op of dit unieke voorbeeld van nationaal-socialistische architectuur in Nederland de monumentenstatus verdient. Voor NIOD-medewerker René van Heijningen aanleiding om zijn oude masterscriptie over de muur af te stoffen en bij te werken. Dat levert een aantal interessante nieuwe feiten op.

Muur van Mussert in 2014
Muur van Mussert in 2014 (Historiek)
De Muur van Mussert is een politiek openluchttheater, gebouwd tegen de flank van de Goudsberg in Lunteren. Hier hield de NSB van 1936 tot 1940 jaarlijks haar massamanifestaties, Hagespraken genoemd. Waarom deze niet tijdens de hele Tweede Wereldoorlog zijn doorgegaan, was voor historici lang onduidelijk. Sommigen dachten dat men bang was voor geallieerde luchtaanvallen, anderen vermoedden een Duits verbod op grond van ingewikkelde politieke calculaties. Van Heijningen laat zien dat de ware reden simpel was: door het brandstoftekort was de afgelegen Goudsberg onbereikbaar geworden met bus of auto.

Van Heijningen heeft ook onderzocht hoe de Veluwse bevolking reageerde op de jaarlijkse komst van zo’n vijftien- tot twintigduizend NSB’ers naar hun streken. In de dorpen die zij met bussen doorkruisten op weg naar de Goudsberg, hieven tegenstanders wel eens spreekkoren aan of gooiden zij stenen. Maar de Edesche Courant zag economische voordelen en schreef:

‘Laten we [de NSB’ers] toch vooral beschouwen als vreemdelingen die in Lunteren vertoeven, zooals ieder jaar zoovelen naar hier komen wien we ook niets vragen. […] Dan kan Lunteren hier heil van verwachten. Vraagt U niet af, wat doen zij, wat zijn zij, maar vraagt U af, wat gebruiken zij en richt U daarnaar.’

Vanwege de Muur van Mussert wordt Lunteren wel het Neurenberg van de NSB genoemd. In deze Beierse stad hield de NSDAP van Adolf Hitler jaarlijks haar Reichsparteitage. De Hagespraken zouden een (mislukte) poging zijn geweest deze megalomane schouwspelen te evenaren. Van Heijningen wijst er echter terecht op dat massabijeenkomsten gewoon hoorden bij de politieke cultuur van de jaren dertig. Ook andere partijen hielden hun land- en toogdagen, waar werd gezongen, gevlagd en geluisterd naar toespraken. De NSB was hierin niet uniek.

Desalniettemin denkt Van Heijningen dat de Muur van Mussert is gebouwd naar Duits voorbeeld. Niet de neoklassieke grandeur van Neurenberg was volgens hem de voornaamste bron van inspiratie, maar de sobere ‘Germaanse’ stijl van de zogenaamde Thingstätten. In deze openluchttheaters, die in heel Duitsland waren te vinden, lieten de nazi’s toneelstukken opvoeren in de geest van bloed en bodem. Ze werden vanaf 1933 gebouwd op heuveltoppen of open plekken in het bos, waar in vroeger tijden Germaanse stammen hun volksvergaderingen zouden hebben gehouden.

Muur van Mussert (still uit een video)
Muur van Mussert (videostill)

De gelijkenis met de Muur van Mussert is treffend. Volgens de NSB was ook de Goudsberg ooit zo’n Germaanse vergaderplek. Het woord ‘hagespraak’ verwees ernaar. En wie kijkt naar de foto’s van een aantal Duitse Thingstätten die in het boek zijn afgedrukt, ziet architectonische overeenkomsten zoals eenvoudige materialen (zwerfkeien, graniet) en terrassen. Bovendien ontdekte Van Heijningen in de bronnen dat SS-leider Heinrich Himmler het NSB-terrein letterlijk als een Thingstätte omschreef.

Maar toch, voor zijn stelling dat oorsprong en vorm van het Hagespraakterrein direct op dit Duitse voorbeeld zijn terug te voeren, is het bewijs te circumstancial. ‘Het is opmerkelijk dat het begrip Thingstätte in alle beschikbare NSB-bronnen nergens opduikt,’ schrijft Van Heijningen immers zelf. En behalve overeenkomsten zijn er ook verschillen. Zo werden in Lunteren geen theatervoorstellingen gegeven, maar politieke manifestaties gehouden. Ook heeft het ontwerp van Musserts muur een paar eigenaardige stijlkenmerken, zoals cirkelvormige ramen en een enorme vlaggenmast. Die doen eerder denken aan een schip dan aan een Germaanse cultusplaats.

Mussert als ‘prins carnaval’

Waren de Hagespraken een succes? vraagt Van Heijningen zich af. Ze waren bedoeld om gemeenschapsgevoel te kweken, de kracht van het nationaal-socialisme te tonen en het ideaal van de volksgemeenschap te cultiveren. Rituelen zoals vlaggenwijding, samenzang en klokgelui moesten zorgen voor een sacrale sfeer. Maar volgens de auteur was het resultaat pover. De show zat niet strak in elkaar, Mussert was een ‘prins carnaval’ en de bezoekers zaten gezapig in het gras in plaats van in vuur en vlam te raken. Van een ‘Triumph des Willens op de Veluwe’ was dus allesbehalve sprake, aldus Van Heijningen.

De muur van Mussert – René van Heijningen
 
Maar is dit een eerlijke vergelijking? In Triumph des Willens zien we weliswaar een met mathematische precisie uitgevoerde massachoreografie, die de deelnemers in een constante staat van opwinding brengt. Maar dit beeld is gemanipuleerd. Het is een illusie, die Leni Riefenstahl bewust heeft gecreëerd met behulp van bijzondere camerastandpunten, een ritmische cut en vooral een zeer strenge selectie uit het beschikbare beeldmateriaal.

Ongeïnspireerd?

Dat in werkelijkheid zelfs de Duitse nazi’s er niet in slaagden om duizenden mensen perfect in het gareel te houden, wordt duidelijk uit Riefenstahls eerste partijdagfilm: Sieg des Glaubens (1933). Daarin barst het van de schoonheidsfoutjes: SA-mannen die uit de pas marcheren, functionarissen die storend het beeld in lopen, bezoekers die verveeld een andere kant uit kijken. We zien zelfs hoe Hitler op een onbewaakt ogenblik, met een onnozele gezichtsuitdrukking, zijn spuuglok glad strijkt. Het is allemaal een stuk minder indrukwekkend dan in Triumph des Willens – en ongetwijfeld realistischer.

Natuurlijk waren de Hagespraken van de NSB niet zo overweldigend als de Reichsparteitage van de NSDAP. In Neurenberg was immers alles groter: de paradeterreinen, het publiek en het aantal dagen dat de manifestaties in beslag namen. En Hitler was een echte volksmenner, anders dan Mussert. Maar als het er bij de Muur van Mussert echt zo ongeïnspireerd aan toe ging als Van Heijningen beweert, waarom ondernamen dan jaarlijks vijftien- tot twintigduizend mensen de reis naar Lunteren? Puur als verzetje of om een dagje onder gelijkgestemden te zijn? Of maakten de rituelen en de boodschap wel degelijk indruk?

Gepubliceerd op 26 december 2015

NSB – Hagespraak te Lunteren (1940)

0
Reageren?x
×