Tijdens Soekot, ook bekend onder de naam Loofhuttenfeest, wordt herdacht dat de joden veertig jaar lang in de Sinaï-woestijn rondtrokken en woonden in tenten en hutten.
Het feest begint op de 15e dag van de Tisjrie (eerste maand van het godsdienstige joodse jaar) en duurt zeven dagen. In de tijd dat de Joodse Tempel nog bestond werden daar tijdens Soekot dankoffers gebracht voor de laatste oogst.
In het bijbelboek Leviticus is na te lezen hoe God opdracht geeft voor de viering van Soekot. Klik hier om dat tesktfragment te lezen.
Soekot is een pelgrims- en oogstfeest. Tijdens de feestdagen nemen veel joden daarom de loelav mee naar de synagoge. Deze loelav, een bundel takken van verschillende bomen met daarbij een citrusvrucht, wordt in de synagoge rondgedragen. Door rond te zwaaien met de loelav vraagt men God om te zorgen voor al het groen. Sommige rabbijnen menen dat de loelav ook staat voor het feit dat alle mensen ter wereld, hoe verschillend ze ook zijn, toch bij elkaar horen. Tijdens de laatste, zevende, dag van Soekot wordt de loelav niet één maar zevenmaal rondgedragen in de synagoge.
Zelfgemaakte hutten
Tijdens Soekot wonen diverse joden in zelfgemaakte hutten met een open verbinding naar de hemel. Dit als herinnering aan de tijd dat het joodse volk door de woestijn trok. De hutten worden soms versierd met vruchten. Als dak mag alleen gebladerte of ander plantaardig materiaal worden gebruikt. Sommige joden verblijven gedurende Soekot zeer langdurig in de hutten. Het merendeel voldoet echter aan het door God ingestelde gebod door minimaal een keer per dag een maaltijd in de hut te nuttigen.
Eigenlijk duurt Soekot negen dagen lang. De achtste en negende dag vormen echter aparte feesten. Op de achtste dag wordt heet Sjemini Atseret (Slotfeest) en de negende Simchat Thora (Vreugde der Wet).
Komende Soekot-vieringen:
- 2017 (5778): 4-11 oktober
- 2018 (5779): 23-30 september
- 2019 (5780): 13-20 oktober
Bijbeltekst waarin God het Loofhuttenfeest instelt:
Leviticus 23: 33-43
33 En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende:
34 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Op den vijftienden dag van deze zevende maand zal het feest der loofhutten zeven dagen den HEERE zijn.
35 Op den eersten dag zal een heilige samenroeping zijn; geen dienstwerk zult gij doen.
36 Zeven dagen zult gij den HEERE vuurofferen offeren; op den achtsten dag zult gij een heilige samenroeping hebben, en zult den HEERE vuuroffer offeren; het is een verbodsdag; gij zult geen dienstwerk doen.
37 Dit zijn de gezette hoogtijden des HEEREN, welke gij zult uitroepen tot heilige samenroepingen, om den HEERE vuuroffer, brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en drankofferen, elk dagelijks op zijn dag, te offeren;
38 Behalve de sabbatten des HEEREN, en behalve uw gaven, en behalve al uw geloften, en behalve al uw vrijwillige offeren, welke gij den HEERE geven zult.
39 Doch op den vijftienden dag der zevende maand, als gij het inkomen des lands zult ingegaderd hebben, zult gij des HEEREN feest zeven dagen vieren; op den eersten dag zal er rust zijn, en op den achtsten dag zal er rust zijn.
40 En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn.
41 En gij zult dat feest den HEERE zeven dagen in het jaar vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren.
42 Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israël zullen in loofhutten wonen;
43 Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israëls in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de HEERE, uw God!