Solnitsata, de oudste neolithische “stad” in Europa

3 minuten leestijd
Solnitsata, bij benadering
Solnitsata, bij benadering (CC BY-SA 3.0 - wiki)

Solnitsata, een neolithische site nabij de Bulgaarse stad Provadia in de Zwarte Zeeregio, dateert volgens onderzoekers van het “National Institute of Archeology” uit het chalcolithicum (ca. 5500-3300 v.Chr.) en zou daarmee de oudst bekende prehistorische nederzetting in Europa zijn.

Eerste vondsten en datering

Een team van Bulgaarse archeologen onder leiding van Vasil Nikolov ontdekte in de zomer van 2005 de resten van wat klaarblijkelijk eens een welvarende site uit het einde van de jonge steentijd geweest was. De in de opeenvolgende stratigrafische lagen teruggevonden artefacten en het rijkelijk versierd polychroom aardewerk dat kenmerkend was voor de Karanovocultuur die omstreeks de tweede helft van het vijfde millennium in de Thracische laagvlakte van het huidige Bulgarije en het oostelijk deel van het Balkangebied zijn opgang maakte, deden Nikolov besluiten dat de nederzetting haar bloeiperiode kende tussen 4700 en 4200 v. Chr.

De verdere opgraving

De archeologen vielen al snel van de ene verbazing in de andere naarmate het onderzoek van de site vorderde. Zo concludeerde men dat, afgaande op de overblijfselen van enkele opslagplaatsen en resten van de blootgelegde woonhuizen, waarvan de meeste twee verdiepingen hadden, de nederzetting naar schatting om en bij de 300 à 350 bewoners geteld moet hebben. Daarnaast bleek de volledige site omringd te zijn geweest met een bijna drie meter hoge en meer dan anderhalve meter dikke stenen verdedigingsmuur, opgetrokken rond een centrale toegangspoort wat Nikolov ertoe aanzette de nederzetting te bestempelen als een heuse prehistorische stad. Hoewel sommige archeologen het met deze stelling oneens waren, bleef het zeer de vraag waarom een neolithische gemeenschap zich verschanste achter een metershoge verdedigingswal.

Een verrassende verklaring

Zoutkristallen
Zoutkristallen (CC BY-SA 3.0 – Michel32nl – wiki)
Volgens Vasil Nikolov was Solnitsata in die tijd de draaischijf van de handel in zout voor het gehele gebied. Uit vondsten zowat overal ter wereld wist men dat zout reeds circa 5500 v.Chr. een begeerd goedje was omdat de sedentaire mens destijds op grote schaal gebruik begon te maken van zout om voedsel te pekelen. Zo waren in die periode de zoutmijnen van Tuzla (in het huidige Bosnië-Herzegovina) en Turda, in wat nu Roemenië heet, belangrijke centra van de zoutproductie.

De zouthandel werd zo een lucratieve bron van inkomsten, die tot aanzienlijke rijkdom leidde. Nog steeds volgens Nikolov was dit ook het geval voor Solnitsata. In de wijdde omgeving van de nederzetting waren immers tal van zoutwaterbronnen voorhanden met een hoog gehalte aan natriumchloride. Het bronwater werd opgevangen in grote recipiënten en in speciaal daartoe bestemde ovens verhit tot het water volledig verdampt was en enkel nog zoutkristallen overbleven die dan verhandeld konden worden. Het lijdt geen twijfel dat het kostbare “witte goud” Solnitsate rijk en welvarend maakte, maar waarschijnlijk tegelijkertijd ook veel afgunst opriep. Nikolov denkt dat daarom de inwoners besloten een versterkte walmuur op te trekken rondom hun woonhuizen om zich zo te beschermen tegen mogelijke aanvallen van rondtrekkend geboefte dat het op hun bezittingen voorzien had. Die op het eerste gezicht opmerkelijke veronderstelling van de Bulgaarse archeoloog zou weleens juist kunnen zijn. De grote hoeveelheid bewerkte gouden voorwerpen die naar schatting dateren uit circa 4500 v.Chr. en in de op enkele kilometer van Solnitsata gelegen necropolis van Varna in hurkgraven werden ontdekt, wijzen ontegensprekelijk op de enorme rijkdom die de zoutwinning in de regio met zich had meegebracht.

Verval en ondergang van de site

Wanneer precies het verval en ondergang van Solnitsata plaatsgreep blijft giswerk. Feit is echter dat verdere opgravingen geen potscherven, aardewerk of andere objecten uit latere periodes hebben opgeleverd. Archeologen vermoeden dan ook dat de site op het einde van het vijfde millennium verlaten werd nadat een aardbeving de plaats verwoestte.

Twee niet te missen musea

Het historisch museum in Provadia herbergt in één van de zalen een rijke collectie neolithisch aardewerk, gereedschap, rituele voorwerpen en sieraden gerelateerd aan de site van Solnitsata.

In het archeologisch museum van Varna kan de bezoeker naast een reeks uitermate kunstig vervaardigde gebruiksvoorwerpen uit vuursteen en obsidiaan een unieke verzameling van ’s werelds oudste bewerkte gouden artefacten en sieraden bewonderen. De tentoongestelde vondsten hebben de verdienste om op een indringende wijze een kijk te bieden op de creativiteit en de leefwereld van de neolithische mens.

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×