Mark Rutte was maar liefst dertien jaar premier van Nederland en won een groot aantal verkiezingen. Jarenland was hij tevens de onbetwiste leider van de VVD. Binnen zijn partij was hij vrijwel onomstreden en was er geen echte concurrentie.
Dat is wel eens anders geweest. Tien jaar geleden deed Rutte voor het eerst een gooi naar het lijsttrekkerschap van de VVD. Dat hij de strijd toen won was een dubbeltje op zijn kant. Zijn tegenstreefster Rita Verdonk had hem bij de interne verkiezingen bijna verslagen. En nadat Rutte eenmaal had gezegevierd, bleek hij nog lang niet van Verdonk af. Er brak een gevecht om het leiderschap uit dat bijna voor een splitsing van de partij zorgde.
Vis in het water
Rutte (geboren in 1967) belandde in 2002 in de landelijke politiek, na een carrière in het bedrijfsleven. Hij werd staatssecretaris van Sociale Zaken in het kortstondige kabinet-Balkenende I, waarin naast VVD ook CDA en LPF waren vertegenwoordigd. Rutte ontpopte zich als een groot talent, die zich op het woelige Binnenhof als een vis in het water leek te voelen. Hij behield zijn post dan ook in Balkenende II, waarin de LPF was verwisseld voor D66. In 2004 verkaste hij naar Onderwijs. Ook daar maakte hij een uitstekende indruk.
De VVD was intussen veranderd in een stuurloos schip. Partijleider Hans Dijkstal had na het verkiezingsdebacle in het Fortuynjaar 2002 zijn functie neergelegd. Hij werd aanvankelijk opgevolgd door Gerrit Zalm, maar die voelde zich in de Tweede Kamer niet erg senang. In 2003 keerde hij terug naar het kabinet. Jozias van Aartsen mocht als fractievoorzitter de politieke lijnen gaan uitzetten. Erg best lukte dat niet. Na een zware nederlaag van zijn partij bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 hield hij het voor gezien. De vraag was: wie moest hem opvolgen?
Het VVD-bestuur besloot de nieuwe leider niet meer aan te wijzen, zoals tot dan toe de gewoonte was geweest, maar hem of haar door de leden te laten kiezen. Dat paste in de tijdgeest van meer inspraak en openheid. Mark Rutte stelde zich vrijwel meteen kandidaat voor het lijsttrekkerschap. Hij leek de ideale man om bij de VVD het roer in handen te nemen. Rutte was jong maar toch al aardig ervaren, toonde bedrevenheid in het politieke spel en beschikte over de soepelheid die in de Nederlandse coalitiepolitiek zo’n handige eigenschap is. Niemand twijfelde eraan dat Rutte de race met gemak zou winnen.
Frisse blik
Maar in april 2006 maakte minister voor Vreemdelingenbeleid Rita Verdonk bekend dat ook zij een poging wilde wagen om VVD-lijsttrekker te worden. Ze deed dat niet op het Binnenhof, maar tijdens de BouwRai in Amsterdam. Uit die locatiekeuze bleek al dat Verdonk zich wilde opstellen als een buitenstaander, die de politiek met een frisse blik bezag.
Voormalig gevangenisdirectrice Verdonk (1955) kwam inderdaad van buiten. Toen ze in 2003 door Zalm gevraagd werd voor het ministerschap had ze nog nooit een politieke functie vervuld. Ze was zelfs pas kort lid van de VVD. In haar studententijd in Nijmegen in de jaren zeventig was ze nog behoorlijk links geweest, lid van de PPR en daarna van de PSP.
Als bewindsvrouw werd de intussen flink naar rechts opgeschoven Verdonk razend populair. Met haar kordate optreden en haar rechtlijnige betoogtrant (‘Afspraak is afspraak’) was zij een ideale minister voor Vreemdelingenbeleid in een centrumrechts kabinet.
Ook als kandidaat-lijsttrekker verwierf ‘IJzeren Rita’ binnen korte tijd een enorme aanhang. Peilingen maakten duidelijk dat zij minstens zoveel kans had als Rutte om de verkiezing te winnen. Hem rechtstreeks aanvallen deed ze niet tijdens haar campagne, maar ze suggereerde wel voortdurend dat het haar belangrijkste concurrent aan daadkracht ontbrak (er deed nog een derde kandidaat mee: Kamerlid Jelleke Veenendaal, maar die speelde nauwelijks een rol). Rutte was, zo luidde Verdonks onuitgesproken beschuldiging, maar een halfzacht, halflinks doetje. Wie wilde dat er in Nederland orde op zaken werd gesteld, kon beter bij haar terecht.
Op 31 mei 2006 maakte partijvoorzitter Jan van Zanen de uitslag van de lijsttrekkersverkiezing bekend: Rutte had nipt gewonnen. Breed lachend vielen de nieuwe VVD-leider en Verdonk elkaar in de armen. Maar hun onderlinge strijd was allerminst voorbij, bleek al vlug.
Rutte wint de verkiezing om het lijsttrekkerschap
Café
Als lijsttrekker was Rutte in 2006 niet echt succesvol. De VVD verloor bij de verkiezingen op 22 november van dat jaar zes zetels en belandde in de oppositie. Maar misschien erger nog voor Rutte was dat de als tweede op de lijst geplaatste Verdonk aanzienlijk meer stemmen haalde dan hij: 620.555 tegen 553.200. De nummer twee die de nummer één verslaat, zoiets was nog nooit voorgekomen en Verdonk liet niet na het haar partijleider flink in te peperen. Enkele dagen na de verkiezingen hield ze in een café vlak bij het Binnenhof een geruchtmakende toespraak. Terwijl in het Kamergebouw een afscheidsreceptie gaande was voor vertrekkende liberale Kamerleden eiste ze in nauwelijks bedekte termen het leiderschap alsnog voor zich op. Ze riep de VVD-coryfeeën Hans Wiegel en Frits Bolkestein, die beiden hun sympathie voor haar hadden uitgesproken, op te onderzoeken welke gevolgen de opmerkelijke verkiezingsuitslag diende te hebben. Voor haarzelf stond de uitkomst natuurlijk al vast: Rutte zou zijn plek moeten afstaan aan haar.
De VVD-fractie legde de wens van Verdonk om Wiegel en Bolkestein aan het werk te zetten naast zich neer. Zij steunde in grote meerderheid Rutte. Maar daarmee was het pleit nog lang niet beslecht. Keer op keer zocht Verdonk de publiciteit om te stoken tegen Rutte. Ze verweet hem ‘niet echt rechts te zijn’ en verklaarde dat de VVD was gekaapt door linkse liberalen. Een partijcommissie, ingesteld om de verkiezingsnederlaag te analyseren, riep haar tot de orde, maar Verdonk trok er zich weinig van aan. Steeds weer wees ze op het grote aantal voorkeurstemmen dat ze behaald had en op het ‘signaal’ dat de kiezers daarmee hadden willen afgegeven.
Er ontstond een geprikkelde sfeer in de VVD, waarbij Ruttianen en Verdonkianen recht tegenover elkaar stonden. Partijcongressen ontaardden in Poolse landdagen, met veel woedend geschreeuw en intensief gespindoctor bij de aanwezige journalisten. Een tijdlang leek een opsplitsing van de partij geen ondenkbaar scenario meer.
Ruzie
Uiteindelijk triomfeerde het pro-Rutte-kamp. In september 2007 werd Verdonk uit de partij gezet. Ze bleef in de Tweede Kamer als onafhankelijk lid en richtte een eigen partij op: Trots op Nederland (ToN). Die leek aanvankelijk een doorslaand succes te worden, maar nadat Verdonk ruzie kreeg met vrijwel al haar medewerkers zakte de nieuwe partij snel weg in de opiniepeilingen. Bij de verkiezingen van 2010 haalde ze geen enkele Kamerzetel. Verongelijkt verdween Verdonk uit de politiek.
Met Rutte ging het intussen bergopwaarts. In 2010 werd de VVD voor het eerst in de geschiedenis de grootste partij en Rutte de eerste liberale premier sinds Cort van der Linden (1913-1918). In 2012 herhaalde hij dat kunststukje. De VVD kreeg toen 41 zetels, een record.
Bij de volgende verkiezingen zullen dat er waarschijnlijk wat minder worden. Maar de kans dat Rutte opnieuw premier wordt is zeker niet verkeken. Over IJzeren Rita heeft bijna niemand het meer. Ze heeft tegenwoordig een eigen adviesbureau, waar u terecht kunt voor advies, lezingen en coaching.
Fons Kockelmans werkte jarenlang in Den Haag als parlementair verslaggever. In oktober 2015 publiceerde hij het boek Van verzuiling tot versplintering. De Nederlandse politiek sinds de Nacht van Schmelzer.
Boek: Rita Verdonk – mijn verhaal