De Nederlandse sportverslaggever Theo Koomen (1929-1984) is vooral bekend om de enthousiaste manier waarop hij verslag deed van wielerkoersen en andere sportwedstrijden. De journalist bekeek de wielersport echter ook kritisch en maakte daarbij niet alleen vrienden. In 1974 publiceerde hij zijn boek 25 jaar doping.
De Welshe wielrenner Arthur Linton (1868-1896) wordt vaak aangehaald als de eerste dopingdode uit het wielrennen. Tijdens de klassieker Bordeaux-Parijs, in juli 1896, zou hij een overdosis doping hebben genomen en daaraan zijn overleden. Maar klopt dit wel? In het boek Arthur Linton. Een ‘dopingdode’ uit het negentiende-eeuwse wielrennen (2010 Uitgevers) lezen we alles over deze kwestie.
West-Duitsland had uitgebreid dopingprogramma in de jaren zeventig.
Drie voetballers van West-Duitsland zijn na afloop van de WK-finale van 1966 positief getest op doping. Dat stelt tijdschrift Der Spiegel op basis van een officieel document van een WK-official.
Na de Olympische Spelen van 1976 in Montreal dumpten Oost-Duitse officials overgebleven doping in de rivier Sint-Lawrence. Dat meldt het Vlaamse dagblad Het Nieuwsblad op haar website.
Sportbestuurder Karel Lotsy (1893-1959) is ten onrechte uitgemaakt voor een collaborateur. Dat beweert Frank van Kolfschooten in zijn boek De Dordtse magiër. De val van volksheld Karel Lotsy dat over enkele dagen verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam.