Dat veel sporters in Oost-Duitsland aan de doping zaten is al heel lang bekend. Nieuw onderzoek toont echter aan dat ook West-Duitsland in de jaren zeventig een uitgebreid dopingprogramma had. De regering in Bonn zou zich hier persoonlijk mee hebben bemoeid.
De West-Duitse regering zou zich actief hebben bemoeid met het dopingprogramma. Volgens de krant financierde de regering bijvoorbeeld ontwikkelingskosten van producten als onnatuurlijke anabolen, testosteron en oestrogeen. Daarnaast werd er een testprogramma ontwikkeld voor de bloeddoping EPO.
Hoe groot het dopingprogramma precies was is niet duidelijk. Volgens de Süddeutsche Zeitung zouden de sportbonden in de steden Freiburg, Keulen en Saarbrücken gezamenlijk zeker voor tien miljoen D-Mark aan doping in huis hebben gehaald.
Voetballers
In het rapport wordt ook gesproken over voetballers. Die zouden zelfs de grootste afnemers van verboden middelen zijn geweest. Een aantal van de Duitse voetballers die in 1954 het WK wonnen blijkt het middel Pervitin te hebben gebruikt. En bij drie voetballers die in 1966 deelnamen aan de WK-finale werden sporen van ephedrine aangetroffen.
Over het WK van 1974 wordt in de Süddeutsche Zeitung niet gesproken. In Nederland wordt over die finale inmiddels wel veel gesproken. Oranje verloor deze finale namelijk van Duitsland en nu blijkt de kans dus aanwezig dat Duitse voetballers aan de verboden middelen zaten. Wonnen de Duitsers deze finale wel schoon?
Johan Cruijjff heeft inmiddels ook gereageerd op de zaak. In de Telegraaf zegt hij maandag:
“Tijdens de finale tegen West-Duitsland is me in ieder geval niets vreemds opgevallen. Ik wist toen niet beter, dan dat Westduitse voetballers altijd groter en flinker dan wij waren. Ze waren lichamelijk meer ontwikkeld, maar daarover werd altijd gezegd dat dit kwam omdat ze meer bier dronken.”