Nederlanders nemen niet snel een blad voor de mond: we kennen een lange traditie in mopperen en klagen. In vergeten archiefmappen hebben de grieven zich eeuwenlang opgestapeld; klachten over helse grammofoonconcerten, onbedekte museale geslachtsdelen, langharig tuig of de drollen van het paard van de vuilniswagen. Veel van deze brieven schetsen onbedoeld een vermakelijk tijdsbeeld. Historisch letterkundige Annemieke Houben diept voor Historiek elke week een historische klacht op.
In 1966 stond het conservatieve deel van de Nederlandse bevolking op z’n achterste poten. Het ‘langharig werkschuw tuig’ dat zich verenigde in de provobeweging, dreigde het ganse land te ontregelen.
Nederlanders nemen niet snel een blad voor de mond: we kennen een lange traditie van mopperen en klagen. In vergeten archiefmappen hebben de grieven zich eeuwenlang opgestapeld; klachten over helse grammofoonconcerten, onbedekte museale geslachtsdelen, langharig tuig of de drollen van het paard van de vuilniswagen. Veel van deze brieven schetsen onbedoeld een vermakelijk tijdsbeeld. Historisch letterkundige Annemieke Houben diept voor