Tijdens het ongeïnteresseerd door je Twitterfeed scrollen of bij het snel openslaan van de krant, stuit je al snel op een politieke cartoon: de in ongenoegen getuite pruillippen en de uitvergrote kuif van Donald Trump, de sterk aangezette haakneus van Theresa May en de immer lachende, inclusief overdreven voortanden, Mark Rutte – je kunt er tegenwoordig vrijwel niet omheen. De humoristische, karikaturale afbeeldingen, vaak begeleid door een snedig onderschrift, toveren een glimlach op het gezicht van de aanschouwer.
Maar politieke spotprenten zijn (natuurlijk!) meer dan alleen vluchtig amusement. Als onderdeel van de pers zijn zij namelijk een niet te verwaarlozen schakel tussen politiek en publiek. Dat idee is de centrale these van het recent verschenen boek Tussen politiek en publiek. Politieke prenten uit een opstandige tijd 1880-1919. In het fraai vormgegeven boek brengt het auteursduo, bestaande uit kunsthistorica Eveline Koolhaas-Grosfeld en politiek historica Marij Leenders, tachtig politieke prenten onder de aandacht van de lezer en onderzoeken de auteurs hoe deze beelden de publieke perceptie van politiek beïnvloedden.
Tientallen politieke prenten passeren in het boek de revue: niet alleen humoristische, politieke cartoons, maar ook kleurrijke schoolplaten, grove schetsen en minutieuze portretten van politici of politieke taferelen zijn te bewonderen. Iedere prent geeft een eigen inkijkje in de politieke gaarkeuken in de late negentiende en vroege twintigste eeuw, een uitermate spannende periode in de Nederlandse parlementaire geschiedenis.
Veranderingen
Het parlement was, in de periode vóór 1880, een elitair en besloten instituut, vrijwel volledig bemand door liberalen, die ver van de (weinige) kiezers afstonden, en hun mandaat vrij en ongebonden uitoefenden. Maar na 1880 veranderde dat langzaam. Confessionele en socialistische partijen, die de specifieke belangen van hun achterban probeerden te behartigen, deden hun intrede. Dat was even schrikken voor de liberale volksvertegenwoordigers, die altijd het algemeen belang in hun achterhoofd hadden gehouden. Nu werden de notabelen door de confessionele en socialistische opmars namelijk gedwongen om eveneens in contact te treden met hun kiezers. Daardoor floreerde al snel een klimaat van buitenparlementaire politiek, waarin ook de politieke prentkunst prima kon gedijen.
Pieter de Josselin de Jong
Een van de prenttekenaars die in de late negentiende eeuw furore maakte, was Pieter de Josselin de Jong (1861-1906). Zijn tekeningen van prominente politici als Schaepman, Van der Linden en Keuchenius, zijn naturalistisch, met nu en dan een vleugje humor, en gaven het publiek een inkijk in het reilen en zeilen van de Tweede Kamer. Zijn schetsende, misschien wat nonchalante, tekenstijl leende zich er goed voor om te laten zien hoe informeel het er in de Kamer aan toe kon gaan. Zijn kunst hielp daardoor de afstand tussen gewone burgers en politici overbruggen.
De ‘Parlementaire portretten’ van Josselin de Jongs wisten bovendien de persoonlijkheid van de verschillende Kamerleden uitstekend te kenschetsen. Dat was op dat moment geen overbodige luxe, want met het oog op de te houden verkiezingen was het bijzonder wenselijk dat de kiezers zich een goed beeld konden vormen van de heren politici. Het weekblad Eigen Haard, waar Josselin de Jong regelmatig in publiceerde, was er dan ook trots op dat het de politiek had weten te populariseren.
Schitterend bronmateriaal
Naast de vrij nauwgezette portretten van Josselin de Jong waren er natuurlijk ook tal van tekenaars die er een andere stijl op na hielden: meer grotesk, karikaturaal, overdreven, spottend of humoristisch. Politici werden dikwijls afgebeeld als circusartiesten, acrobaten of worstelaars; met buitenproportionele voorhoofden, neuzen of oren; slapend, duttend, verveeld of ruziënd; geschetst of in detail.
Telkens zegt de afbeelding ook iets over de aard van de toenmalige politiek, de politicus in kwestie of de politieke kleur van de tekenaar. Zo werd de ingedutte Nederlandse politiek in een tekening voorgesteld als een schone slaapster, die wakker werd geschud door Prins Kieswet; in een andere afbeelding smijten Tweede Kamerleden met wandelstokken, paraplu’s en hoeden en maken de kijker bewust van de verruwing in de Nederlandse politiek en het toenemende gebruik van ongewone krachttermen in bepaalde debatten. Kortom, schitterend bronmateriaal, dat terecht in de schijnwerpers wordt geplaatst.
Brugfunctie
De auteurs laten mooi zien hoe politieke prenten, als onderdeel van de pers, een belangrijke brugfunctie tussen publiek en politiek hebben. De prentkunst stuurt zo de blik op de politiek, maakte of brak de reputatie van politici, bevorderde het politieke bewustzijn (ook bij ongeletterden!) en maakte politieke keuzes inzichtelijk voor een breder publiek.
Een vlot geschreven boek met de prachtige politieke prenten weliswaar als absoluut hoogtepunt, maar tevens met een nuttige, heldere, informatieve omlijsting. Een mooie symbiose tussen kunstgeschiedenis en politieke geschiedenis; tussen de spotprent als kunstwerk en als factor van politieke betekenis.
Boek: Tussen politiek & publiek
Fragment uit het boek: Het publiek krijgt het parlement in beeld