Het Valentijnskartel: kartel van CD&V en N-VA

2004-2008
7 minuten leestijd
Federaal Parlement van België aan de Wetstraat in Brussel
Federaal Parlement van België aan de Wetstraat in Brussel (CC BY-SA 3.0 - Oakenchips - wiki)

In 2002 werd in Nederland het CDA na acht jaar oppositie opnieuw grootste partij. Die overwinning zou deels te danken zijn aan het ‘niet-aanvalsverdrag’ dat lijsttrekker Jan Peter Balkenende gesloten had met LPF-leider Pim Fortuyn. CDA en LPF gingen zelfs samen regeren (Balkenende I, 2002-2003). Van 2004 tot 2008 werkten ook de Vlaamse christen-democraten, CD&V, samen met een pas opgerichte rechtse partij: N-VA.

Volksunie en kiesdrempel

De puinhoop van Paars-groen
 
De federale verkiezingen van 18 mei 2003 waren de eerste test voor de nieuwe partij Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA), in 2001 voortgekomen uit de Volksunie. N-VA-leider Geert Bourgeois had met een knipoog naar Fortuyn het boek De puinhoop van Paars-groen geschreven, waarin hij de regering van premier Guy Verhofstadt (1999-2003, liberalen, socialisten en groenen) bekritiseerde. Zonder succes: Bourgeois werd het enige N-VA-Kamerlid.

Dat lag deels aan het nieuwe kiesstel. In 2003 waren er voor het eerst provinciale kieskringen1, met een kiesdrempel van 5%. Alleen in West-Vlaanderen, waar Bourgeois lijsttrekker was, kwam N-VA over de drempel.

De kiesdrempel was deels ingevoerd om de groei van het omstreden Vlaams Blok te stuiten. Zonder succes: Vlaams Blok won 3 zetels. ‘Wie een kuil graaft voor een ander’: de Vlaamse groene partij Agalev2 verdween uit de Kamer.

14 februari 2004: ‘Valentijnsakkoord’

Met 13,25% zaten de Vlaamse christen-democraten, in 2001 omgevormd van Christelijke Volkspartij (CVP) tot Christen-Democratisch en Vlaams (CD&V)3, ruim boven de kiesdrempel. Voor hen was het glas leeg: ondanks felle oppositie een zetel verloren en in de oppositie gebleven. Moeilijk te verteren voor een partij die tot 1999 gewend was als grootste de premier te leveren. Wat voorspelde dit voor de Vlaamse en Europese verkiezingen van 2004?

Yves  Leterme
Yves Leterme
De verkiezingsnederlaag betekende dat de oude partijvoorzitter (in België ook partijleider) het veld moest ruimen. Opvolger werd Kamerfractievoorzitter Yves Leterme.

Eind jaren negentig ontstond in Vlaanderen het eerste ‘kartel’, nauwe en deels ook organisatorische samenwerking tussen twee of meer partijen, die gezamenlijke kieslijsten vormden. Dit verschijnsel bleef een jaar of tien bestaan.

Leterme wilde een kartel vormen met N-VA. Hiervoor bestond een precedent. Direct na de oorlog probeerden de katholieke partij Vlaams-nationalisten in zich op te nemen. Vier van de vijf staatshervormingen tussen 1970 en 2003, waarbij België geleidelijk van eenheidsstaat veranderde in een federatie, vonden plaats onder christen-democratische premiers.

Sommigen binnen CD&V vonden N-VA niet compromisbereid. Binnen N-VA leefde de vrees dat CD&V regeren belangrijker zou vinden dan vasthouden aan standpunten. Uiteindelijk zag N-VA op 1 september af van samenwerking.

Op 5 februari 2004 bleek uit een peiling van de Vlaamse publieke omroep VRT en dagblad De Standaard dat niet langer de liberalen, maar CD&V grootste partij kon worden. N-VA daarentegen was hekkensluiter met 2,7% – ver onder de kiesdrempel.

Op 14 februari sloten de partijen alsnog het Vlaams kartel, de media spraken van het ‘Valentijnskartel’. “Om in de Valentijnssfeer te blijven: we vormen een mooi koppel”, grapte Bourgeois. Waar Leterme aan toevoegde dat zijn echtgenote de eerste keer ‘nee’ zei. “Ik heb het ook twee keer moeten vragen.”

Vlaamse regering Leterme (2004-2007)

Bij de verkiezingen van 13 juni 2004 behaalde het kartel 35 zetels in het Vlaams Parlement. Vlaams Blok werd tweede met 32 zetels, de liberalen (voorheen grootste) derde met 25. Binnen het kartel had CD&V 29 zetels en N-VA 6. Zonder kartel had N-VA mogelijk de kiesdrempel niet gehaald en was Vlaams Blok mogelijk de grootste geworden.

CD&V en N-VA vormden afzonderlijke fracties, maar onderhandelden samen in de formatie. Leterme werd minister-president van een regering met liberalen en socialisten.4 Het kartel kreeg vier ministers, een namens N-VA: Bourgeois werd minister.

In België horen partijvoorzitters niet ook minister of fractievoorzitter te zijn. Bourgeois legde daarom het partijleiderschap neer. Opvolger werd fractievoorzitter Bart De Wever. In 2003 haalde hij als N-VA-lijsttrekker in kieskring Antwerpen de Kamer niet. In 2004 was hij vierde op de kartellijst in kieskring Antwerpen. In 2004 voorzag niemand dat hij partijvoorzitter zou blijven tot hij begin februari 2025 Belgisch premier werd.

Jean-Marie Dedecker
Jean-Marie Dedecker (CC BY-SA 3.0 – Michiel Hendryckx – wiki)
In december 2006 dreigde het kartel te barsten. Jean-Marie Dedecker, een uitgesproken vertegenwoordiger van de rechtervleugel, was uit de liberale partij gezet. De Wever wilde hem bij N-VA. Dedecker was echter niet onomstreden. De christen-democraten, vooral de vakbondsvleugel, zagen hem niet zitten als kandidaat op een gezamenlijke lijst. Leterme in een interview: “Mijn partij is geen Spaanse herberg.”

De Wever was nog niet lang partijleider. De partijraad van N-VA stemde voor behoud van het kartel. Dedecker zou De Wever dit ‘verraad’ lang nadragen.5

Federale campagne 2007

In 2004 was Leterme van de federale Kamer overgestapt naar de Vlaamse regering. Zou hij de vijfjarige termijn als Vlaams regeringsleider volmaken of zou hij zich in 2007 opnieuw landelijk kandideren? Het laatste lag ook gevoelig, omdat in 2003 al een liberale Vlaamse minister-president zijn termijn niet afmaakte om federaal minister te worden in Verhofstadt II (2003-2007). Leterme zou dan nog korter in functie zijn.

In 2007 werd Leterme lijsttrekker voor de Senaat (Eerste Kamer). In de campagne trok het kartel nadrukkelijk de Vlaamse kaart. Vlamingen stemmen overwegend rechts, Walen links. Vlaamse regeringen hechtten belang aan gezonde overheidsfinanciën, de door Waalse socialisten gedomineerde regeringen van deelstaten Brussel en Wallonië hadden juist een begrotingstekort. “Vlamingen betalen de rekening voor de Walen”. Iets wat De Wever demonstreerde door bestelwagens met vals geld uit naar Wallonië te rijden.

Omdat N-VA Vlaams-nationalistisch was, beschouwden Waalse politici hen als separatisten. Verhofstadt had zich als premier uitgesproken tegen extreemrechts. Hij was pleitbezorger geworden van een federaal Europa en zodoende allergisch voor nationalisme. Hij verweet Leterme bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Ook Leterme haalde uit: “Wie gelooft Guy Verhofstadt nog?”

Formatie 2007-2008

Op de verkiezingsdag, 10 juni 2007, kreeg Leterme bijna 800.000 voorkeurstemmen, Verhofstadt minder dan 500.000. Het kartel werd grootste partij, de liberalen tweede. De regeringscoalitie verloor haar meerderheid. Het einde van Verhofstadt als leider van de Vlaamse liberalen.

Welke regering moest er komen? Het kartel was economisch liberaal, regeren met liberale partijen leek daarmee logisch. Voor een staatshervorming – meer autonomie voor de deelstaten, splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde – was een grondwetswijziging nodig. Voor de vereiste tweederde meerderheid waren de socialisten nodig. Een tripartite van christen-democraten, liberalen en socialisten?

Nu wreekte zich de felle campagne van het kartel: de Vlaamse liberalen en de Waalse socialisten waren niet bereid verkiezingswinnaar Leterme tegemoet te komen. De Waalse liberalen wel, op voorwaarde dat de socialisten buiten de regering bleven. Die noodzakelijk waren voor de vereiste staatshervorming. Waarvoor Walen geen vragende partij waren.

De formatiebesprekingen duurden zolang, dat van december 2007 tot maart 2008 Verhofstadt interim-premier werd (Verhofstadt III). Pas op 20 maart 2008, Witte Donderdag, trad de regering-Leterme I aan.

Einde kartel

In de Vlaamse regering was Leterme opgevolgd door een partijgenoot. Daarin zat nog steeds N-VA-minister Bourgeois. N-VA zat niet in de federale regering-Leterme. De Vlaams-nationalisten wilden niet regeren zonder garantie op staatshervorming.

In die tijd weigerden veel Franstalige politici het verschil te zien tussen N-VA en Vlaams Belang (opvolger van Vlaams Blok). Franstalige partijen wilden geen staatshervorming en al helemaal niet om N-VA te behagen. September 2008 werd duidelijk dat er geen staatshervorming kwam.

Op zondag 21 september hield N-VA partijcongres. Van de toen 10.000 leden bezochten bijna 1600 het congres. Unaniem werd besloten de federale regering niet langer te steunen. De volgende dag trad Bourgeois af als Vlaams minister. Getalsmatig konden de federale en de Vlaamse regering zonder N-VA doorregeren. Het betekende echter wel het einde van het kartel.

Gevolgen

Het Vlaams kartel was deels een kwestie van overtuiging, aangezien zowel christen-democraten als Vlaams-nationalisten de gemeenschap centraal stellen. Een voorkeur voor vrije markt en gezonde overheidsfinanciën moest niet ten koste gaan van de zwakkeren. Beide partijen geloofden toen dat het verschil in opvatting tussen Vlamingen en Walen onoverbrugbaar was, waardoor federale samenwerking stagneerde. Dan beter zoveel mogelijk bevoegdheden overdragen aan de deelstaten.

Electoraal werkte het kartel goed. Samen wonnen de twee partijen de Vlaamse verkiezingen van 2004, de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 en de federale verkiezingen van 2007. Maar de federale formatie werd in 2007-2008 verloren. Het eerste jaar dat N-VA federaal een rol speelde, was ook het eerste jaar dat Belgische formaties zo langdurig werden, dat het onderhand spreekwoordelijk lijkt.

Parlementair verslaggever Johny Vansevenant meent dat centrumrechtse kiezers die teleurgesteld waren in het beleid van de regeringen-Verhofstadt tussen 2004 en 2007 overstapten naar het kartel. Na het uiteenvallen van het kartel stapten ze over naar N-VA. Volgens hem verloor CD&V door het kartel een deel van de kiezers voorgoed aan N-VA, sinds 2010 grootse Nederlandstalige partij.

Was die ontwikkeling werkelijk onvermijdelijk? Leterme was pas een half jaar partijleider toen hij het kartel sloot. N-VA kreeg kort daarop ook een nieuwe leider. Het kartel kan ten onder zijn gegaan aan onervarenheid. Na het uiteenvallen bleek Leterme bij het uitbreken van de kredietcrisis geen geschikte crisismanager.

In 2011-2012 kwam de zesde staatshervorming er toch, inclusief splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde. Dit gebeurde met een Waalse socialistische premier en N-VA in de oppositie.

Literatuur en Noten

Noten
1 – Uitzondering vormde de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, die bleef bestaan tot 2012. Sindsdien telt België 11 kieskringen: 10 provincies en deelstaat Brussel.
2 – ‘Anders Gaan LEVen’. Agalev-politicus Jos Geysels was in 1989 een van de initiatiefnemers van het cordon sanitaire tegen Vlaams Blok. In 2004 haalde de partij, omgedoopt tot Groen!, wel de kiesdrempel in Vlaanderen.
3 – Sinds 2022 wordt de partijnaam met kleine letters geschreven. In dit artikel wordt de schrijfwijze uit de beschreven periode gehanteerd.
4 – Formeel vormden ook socialisten en liberalen kartels met kleinere partijen. In 2004 vormden alleen Vlaams Blok en Groen! geen kartel.
5 – Later loste De Wever zijn ‘ereschuld’ in: Dedecker stond in 2019 en 2024 als ‘onafhankelijke’ op de Kamerlijst in West-Vlaanderen.

Literatuur:
– M. Van de Looverbosch, De Wissel van de macht (2015)
– J. Vansevenant, De strijd om de macht. Mijn leven in de Wetstraat (2024)

Laptops
0
Reageren?x
×