Het werk van Vincent van Gogh had grote invloed op de kunstenaars van de Groningse kunstkring De Ploeg. Dit blijkt uit onderzoek van Mariëtta Jansen, gastconservator van een tentoonstelling die vanaf eind deze maand in het Groninger Museum te zien zal zijn.
De nieuwe tentoonstelling geeft een indruk van de invloed die Van Gogh had op het Groningse kunstklimaat, vooral na een expositie in het Groninger Museum in 1896, waar maar liefst 128 werken van de kunstenaar te zien waren. Johanna van Gogh-Bonger, Vincent’s schoonzus, speelde een belangrijke rol; de meeste werken van Van Gogh in Groningen kwamen uit haar collectie.
Dat eind negentiende eeuw juist in Groningen zo’n grote tentoonstelling met werk van Van Gogh was te zien, is volgens het Groninger Museum niet zo verwonderlijk:
Groningen was eind negentiende eeuw een sprankelende plek, vol nieuwe gebouwen en nieuwe ideeën. Reizigers konden voor het eerst met de trein naar Groningen en op een nieuw hoofdstation uitstappen, de bevolking groeide, de stad breidde uit, de Stadsschouwburg werd gebouwd en het Groninger Museum voor Oudheden ontstond.
Eigenzinnige studenten
Om ook de kunstwereld wat op te schudden, organiseerden zes studenten van de Rijksuniversiteit Groningen (waaronder de latere historicus Johan Huizinga) in 1896 en 1897 acht opvallende tentoonstellingen in het Groninger Museum.De studenten haalden werk van diverse hedendaagse kunstenaars naar de stad, waaronder Theo van Hoytema, Johan Thorn Prikker en Jan Toorop, die hoogstpersoonlijk naar Groningen kwam en er dineerde met studenten en hoogleraren.
De werken van Vincent van Gogh die in 1896 werden getoond zouden grote impact hebben gehad op de lokale kunstwereld. Het evenement was niet alleen een ontmoetingsplek voor vernieuwende kunstenaars, maar trok ook prominente figuren zoals de Haagse ‘kunstpaus’ H.P. Bremmer, die verschillende invloedrijke Groningse hoogleraren adviseerde werk van Van Gogh te gaan verzamelen.
De Ploeg
En de tentoonstelling had volgens gastconservator Mariëtta Jansen dus ook invloed op de leden van De Ploeg, een kunstenaarscollectief dat in 1918 werd opgericht en zich verzette tegen de academische kunst en liet inspireren door de meer impressionistische en expressionistische kunst. “Het was een steen in het water. De steen zelf zien we niet meer, maar de kringen die deze veroorzaakte wel. Met onze tentoonstelling proberen we de ‘steen van toen’ te reconstrueren.”
F.H. Bach, leraar aan Academie Minerva, die in hetzelfde jaar 1896 tegeltableaus had ontworpen voor het nieuw geopende station van Groningen, bezocht de expositie ook en schreef er een lovend ingezonden stuk over. “Dat was een geweldig aanknopingspunt,” meent Mariëtta: “het lijdt geen twijfel dat via hem ook kennis van Van Gogh is doorgegeven aan schilders van De Ploeg.”
De tentoonstelling Hoe Van Gogh naar Groningen kwam is vanaf 30 november te zien in het Groninger Museum. Bij de expositie verschijnt ook een gelijknamig boek.