Een van de mooiste plekjes in de binnenstad van Groningen is de Prinsentuin. Daar konden de stadhouders en prinsessen van Nassau zich in voorbije eeuwen vermaken tijdens een verblijf in deze trotse en altijd op eigen autonomie bedachte Stad. Het is vandaag de dag ‘een van de zuiverste voorbeelden van een renaissancetuin in Nederland’.
Op de Grote Markt in Groningen hebben archeologen twee skeletten gevonden uit de vroege Middeleeuwen, de periode na 700. Een van de skeletten is aangetroffen in een uitgeholde boomstam. Het andere skelet vonden archeologen in de restanten van een houten kist.
Dat ook Groningen tot over zijn oren betrokken was bij de slavernij is dankzij diverse publicaties intussen genoegzaam bekend. Maar al vroeg klonken er ook tegengeluiden. Een van de luidste stemmen was van de boerenzoon Marten Douwes Teenstra die in Nederlands-Indië en Suriname gewerkt had. Deze schrijver te Ulrum ontwikkelde zich tussen 1833 en 1864 tot een vooraanstaande abolitionist.
Het woord ‘kniepstuver’ werd onlangs verkozen tot het Schierste Grunneger Woord van 2023. Kortom: het mooiste Groningse woord. Kniepstuver is een Gronings woord voor gierigaard.
Minder dan 10 procent blijkt de oorlog te hebben overleefd. Het contrast met het landelijke gemiddelde van 27-29 procent overlevenden is daarmee nog groter dan eerder werd gesteld.
De universiteitsbibliotheek in Groningen heeft een interactieve kaart gelanceerd over de intellectueel-culturele geschiedenis van Stad en verre Ommelanden. De kaart koppelt locaties in Frisia, huidig Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland, aan boeken.
Wierden zijn er in allerlei afmetingen en verschijningsvormen. Van grote dorpswierden, soms deels afgegraven, tot bescheiden huiswierden die alleen bij een lichte nevel zichtbaar worden. Het zijn oude woonheuvels die ooit werden opgeworpen om de bewoners tegen de stormvloed te beschermen. De kuststrook van Groningen ligt er nog altijd mee bezaaid.
In de bonte protestantse wereld van kerkgenootschappen is de doopsgezinde gemeenschap een van de oudste. Menisten, Mennonieten cq doopsgezinden volgden in de 16e eeuw leraar Menno Simons.
Iemand die nogal op zichzelf is en zich onverstoord en eigenzinnig door het leven slaat, wordt in Nederland wel eens een eigenheimer genoemd. Maar eigenlijk is het een aardappel.