Een man uit Estland die er door nazi-hunters van wordt verdacht verantwoordelijk te zijn voor de dood van zo’n honderd Joden is in Costa Rica op 89-jarige leeftijd overleden.
De Est Harry Mannil stond op de zwarte lijst van het Simon Wiesenthal Center. Volgens die organisatie werkte Mannil van 1941 tot 1942 mee met de Duitse bezetters. Ze achten hem verantwoordelijk voor de dood van honderd Esten, waarvan de meeste Joden. In 2005 werd de aanklacht tegen Mannil, vanwege gebrek aan bewijs, echter door de Estse rechtbank verworpen.
Estland in de Tweede Wereldoorlog
De Estse oorlogsgeschiedenis is controversieel. Naar aanleiding van het Molotov-Ribbentrop Pact kwam het land onder de invloedssfeer van de Sovjet-Unie. In 1940 werd het land, op eigen verzoek, als laatste van de Baltische staten officieel een deelstaat van de Sovjet-Unie. De Russen arresteerden hierna duizenden Esten, waarvan er slechts weinigen terugkeerden.
Toen de Duitse bezetter in 1941 kwam, zagen veel Esten hen als minder gewelddadig dan de Sovjettroepen. Ze sloten zich daarom massaal aan bij de Duitsers om zo de Russen op afstand te houden. De Duisters bleken echter geen haar beter, de kleine Joodse gemeenschap werd vrijwel geheel vermoord door de SS. Bovendien werden er nog zo’n 10.000 buitenlandse Joden vermoord in de Estse vernietigingskampen. In 1944 werd Estland wederom door de Sovjet-Unie bezet. Ongeveer 50.000 van collaboratie verdachte werden toen naar Rusland gedeporteerd. In 1991 werd het land onafhankelijk.