āLaat het bezit van je naaste je even dierbaar zijn als het jouweā is een spreuk uit Spreuken der Vaderen, een rabbijns traktaat vol levenswijsheden uit de periode van omstreeks 200 v.Chr. tot 200 n.Chr. dat is opgenomen in de Talmoed. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg het gezegde een bijzondere betekenis, toen sommige Joden in Nederland, voorafgaand aan hun deportatie door de naziās of onderduik, hun bezittingen in bewaring gaven aan niet-Joodse buren, collegaās en vrienden.
Het ging om servies en linnengoed, maar ook om persoonlijkere bezittingen, zoals fotoalbums en sieraden. De eigenaren hadden de valse hoop dat ze na de oorlog hun bezittingen weer konden ophalen. Dat de meesten van de 107.000 gedeporteerde Joden niet terugkwamen, betekende dat veel spullen achterbleven bij de bewaarders, die ze soms koesterden, maar soms ook weggooiden.
In de documentaire BewariĆ«rs (2024) van Sanne Kortooms en Timon Moll komen deskundigen en directe betrokkenen bij het hierboven beschreven fenomeen aan bod. De term ābewariĆ«rā werd door Joden onderling gebruikt als cynische grap. De Joodse overlevers en/of hun nabestaanden ervoeren namelijk vaak problemen bij het terugkrijgen van de spullen waar ze recht op hadden.
In de documentaire vertelt Sara Coster hoe haar vader na de oorlog zijn in bewaring gegeven Perzische kleedjes wilde ophalen bij āeen juffrouw van kantoorā, die hem wegstuurde met de mededeling dat hij ze niet kon meenemen omdat haar meubels er op stonden. Met een familielid keerde Saraās vader terug, om zijn kleedjes onder de meubels vandaan te trekken en mee te nemen.
Verschillende andere persoonlijke bezittingen van diezelfde familie, waaronder fotoboeken, werden in 1980 door de nabestaanden van een andere bewaarder, met wie na de oorlog geen contact meer was, naar de vuilverbrander gebracht en voorgoed vernietigd.
De viool van Bram Rodrigues
Dat het ook anders kon, toont het verhaal over de viool van Bram Rodrigues die op achttienjarige leeftijd werd vermoord in Auschwitz. Zijn muziekinstrument vertrouwde hij voor zijn deportatie toe aan zijn goede vriend Johnny, de vader van Wim de Haan. In de documentaire vertelt Wim dat zijn vader de viool koesterde, als relikwie dat herinnerde aan zijn jeugdvriend. De kist met daarin het instrument werd slechts bij hoge uitzondering geopend en Wim mocht er als jochie niet aankomen.
Na het overlijden van zijn vader ging Wim op zoek naar nabestaanden van de eigenaar. Hij kwam in contact met een neef van Bram, de in Amerika woonachtige David Groen, die van zijn moeder veel had gehoord over haar broer Bram. Er werd een officiĆ«le overdracht geregeld in Amsterdam waar David een toespraak hield waarin hij zei dat de viool voor hem āhoop en vertrouwen in de mensheidā symboliseerde. Sindsdien wordt het instrument weer bespeeld tijdens bijeenkomsten in synagogen.
Annemiek Gringold, curator van het Nationaal Holocaust Museum in Amsterdam, vertelt in de documentaire hoe waardevol de eigendommen van Holocaustslachtoffers zijn. Ze toont een voetbalspel van Nico Kroese die op twaalfjarige leeftijd in Sobibor werd vermoord en van wie geen foto overgebleven is. Dankzij het spel kunnen we hem toch herinneren als een vol mens, een Amsterdamse jongen die hield van voetballen en misschien wel fan van Ajax was.
āDe kleine shoahā
Andere deskundigen, onder wie hoogleraar Joodse studies Bart Wallet en hoogleraar rechtsfilosofie Wouter Veraart, leggen uit hoe traag het rechtsherstel in Nederland verliep voor de Joodse overlevenden en hun nabestaanden. Veel eigendommen, inclusief huizen, konden of waren niet in bewaring gegeven maar werden geroofd door de naziās. Om hun rechtmatige bezit terug te krijgen of hiervoor compensatie te ontvangen, waren stapels papierwerk en vele rechtszaken nodig. Het bureaucratische proces nam jaren in beslag. Deze kille behandeling in het naoorlogse Nederland werd door de Joden zelf ook wel āde kleine shoahā genoemd.
Bewariƫrs is een met eerbied gemaakte documentaire over een minder bekend aspect van de Holocaust, dat echter van grote invloed is geweest op de naoorlogse Joodse gemeenschap. Teruggegeven objecten waren vaak het enige tastbare dat mensen nog hadden van hun overleden familieleden. Zelfs tegenwoordig nog worden de voorwerpen gekoesterd, door de erfgenamen, maar ook door musea.
Johan Gortworst, die ook wordt geĆÆnterviewd, draagt nog altijd de ring van Marie Polak-Trompetter, die zijn vader in bewaring had gekregen. Zij en haar man werden vermoord door de naziās. Johan zou de ring en andere bezittingen willen overdragen aan de nabestaanden, maar heeft die tot op heden niet kunnen vinden. Dat de spullen terugkwamen maar de mensen niet, toont de kille waarheid, maar zolang de viool, de ring en het voetbalspel bewaard worden, gaat het verhaal van hun oorspronkelijke eigenaren niet verloren.
De documentaire Bewariƫrs draait vanaf 2 mei in Nederlandse bioscopen en filmhuizen met speciale vertoningen vanwege de herdenkingen op 4 en 5 mei.