In zijn recentste boek, In de schaduw van Schindler. Jodenhelpers uit nazi-Duitsland, behandelt WOII-kenner Kevin Prenger andermaal een onderbelicht thema uit de geschiedenis van het Derde Rijk: de Duitse burgers die, vaak op gevaar van eigen leven, hun joodse medemensen in veiligheid brachten, materieel en psychisch bijstonden, of actie voerden om de penibele levensomstandigheden van de vervolgden te verzachten. Niet uit financieel gewin. Niet uit eerzucht of eigenbelang. Maar omdat hun rechtvaardigheidsgevoel hen ingaf dat ze zich in deze specifieke omstandigheid op die manier moesten gedragen. Enkel, zoals de gewezen Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright in een andere context schreef, omdat het zo hoort:
โ…omdat dat nu eenmaal moet, zonder erover te speculeren of dat ergens toe leidt, morgen, overmorgen of ooitโ. 1
In 1963 lanceerde Yad Vashem, het Holocaust Onderzoeks- en Herdenkingsinstituut in Jeruzalem, een project, waarbij Rechtvaardigen onder de Volkeren voor hun onbaatzuchtig optreden tijdens de Holocaust onderscheiden en geรซerd konden worden. Sindsdien ontvingen bijna 28.000 mensen uit 51 verschillende landen de titel van โRechtvaardige onder de Volkerenโ. In absolute aantallen spannen Polen (7.177 Rechtvaardigen), Nederland (5.910), Frankrijk (4.150), Oekraรฏne (2.673) en Belgiรซ (1.774) daarbij de kroon โ in andere landen werden minder dan duizend rechtvaardigen gelauwerd, en achttien landen tellen er minder dan vijf (waaronder elf slechts รฉรฉn).2
Prenger baseert zich voor zijn monografie onder meer op de lijst met Rechtvaardigen die door Yad Vashem werden onderscheiden en op studies die deze lijsten analyseren. Hij schetst hoe het initiatief van Yad Vashem tot stand kwam (hoofdstuk 2), de hulp die Duitsers binnen de Duitse staatsgrenzen en daarbuiten aan joden verleenden (hoofdstukken 3-4) en de evidente risicoโs die ze daarbij liepen (hoofdstuk 5). In zes hoofdstukken beschrijft hij vervolgens het levensverhaal van Duitse mannen en vrouwen aan wie tal van joden hun overleven te danken hebben.
Die eer viel ook de kapitein van de Saint Louis, Gustav Schrรถder, te beurt, die in juni 1939 initiatieven ontplooide om de joodse passagiers van zijn schip, die door Cuba en de Verenigde Staten waren teruggestuurd, toch veilig aan land te brengen. 254 van de 619 opvarenden die na een lange zeereis door Nederland, Belgiรซ en Frankrijk werden opgevangen, werden later toch nog door de Duitse bezetter omgebracht. Yad Vashem erkende Schrรถder in maart 1993 als โRechtvaardigeโ.
De Duitse jodenhelper
Prenger sluit zijn boek af met twee beschouwende hoofdstukken. In het eerste biedt hij de lezer, op basis van bestaand historisch en psychologisch onderzoek, een prosopografie (of collectieve biografie) van de Duitse jodenhelper aan. Hoewel sommigen zich door hun religie lieten inspireren bij het aanbieden van hulp, lijkt godsdienst als dusdanig hun gedrag niet te verklaren; wellicht deed gevoelloosheid dat evenmin. Experimenteel onderzoek suggereert daarentegen dat hulpvaardigheid afneemt als die in strijd is met opdrachten die snel afgehandeld moeten worden. Hulp wordt vooral verleend, zo geven bijkomende onderzoeksgegevens aan, als men zich bij de hulpbehoevende betrokken voelt, of omdat de hulpverstrekkers het als een sociale plicht beschouwen. Een strenge opvoeding met overmatig straffen heeft daarentegen een negatieve impact op hulpvaardigheid. In de gelegenheid verkeren om mensen veilig op te vangen werkt daarentegen eerder stimulerend.
Opzet
Het oordeel over de waarde en kwaliteit van Prengers monografie hangt – zoals zo vaak – af van het petje dat de beoordelaar opzet. Als men zich in de toga van de academicus hult, kan men opmerken dat Prenger weliswaar de herkomst van de letterlijke citaten in voetnoot vermeldt, zoals het hoort, maar dat de auteur dat voor beweringen met een feitelijk karakter vaak niet doet. Dat 115.000 joden Duitsland verlieten na de Reichskristallnacht (p. 85), dat het protest van 40.000 demonstranten op 8 mei 1939 door antisemitisme was ingegeven (p. 97), dat honderden met tyfus besmette zieken uit blok 20 van Auschwitz werden vergast, omdat het kamppersoneel infectie met de dodelijke ziekte vreesde (p. 254-255) of dat Ludwig Wรถrl door de Politische Abteilung van Auschwitz berecht zou zijn voor โverhindering van vergassingenโ (p. 260) zijn uitspraken die een bron of een studie vergen, zodat de lezer zich van de herkomst, de context en de waarachtigheid kan vergewissen.
Academici zullen tevens opmerken dat een bron niet enkel een citaat of een parafrase behoeft, maar ook een minutieuze contextualisering en beoordeling – afwegingen die in het boek nu en dan niet op hun scherpst zijn. Zo bestaan meerdere tekstversies van Hitlers toespraak voor zijn generaals (22 augustus 1939) op de Obersalzberg (waarin hij zich volgens รฉรฉn versie retorisch zou hebben laten ontvallen: โDjenghis Khan heeft miljoenen vrouwen en kinderen de dood in gejaagd. Wie spreekt vandaag nog over de vernietiging van de Armeniรซrs?โ), elk met hun eigen overleveringsgeschiedenis en met belangrijke inhoudelijke verschillen, en het vaakst aangehaalde citaat uit รฉรฉn versie (niet helemaal correct geciteerd door de auteur, โWie heeft het tenslotte tegenwoordig nog over de Armeense genocide,โ p. 80, cursivering toegevoegd) is niet per definitie het meest betrouwbare.3 Ook zullen academici zich wellicht de vraag stellen waarom enkele gezagvolle studies over behandelde deelthemaโs niet werden geraadpleegd: Jonathan Kirschโ uitstekende biografie van Herschel Grynszpan (de jongeman, wiens aanslag op Ernst vom Rath aan de basis lag van de Novemberpogrom) uit 2013, Timothy Rybacks monografie van de begindagen van Konzentrationslager Dachau uit 2015, of Ernst Kleeโs lexicon van personen die gewild of ongewild de geschiedenis van KL Auschwitz vorm gaven (met daarin een kritisch artikel over Ludwig Wรถrl) uit 2013.4
Hoewel de historische methode (de heuristiek, de kritiek en de annotatie) dus niet altijd nauwgezet werd gevolgd, dient meteen opgemerkt te worden dat zelfs de hyperkritische muggenzifters het moeilijk zullen krijgen fouten in Prengers relaas aan te wijzen. Wellicht was het ook niet de bedoeling van de auteur om een hermetisch boek vol verwijzingen naar moeilijk terug te vinden vakliteratuur en archivalische documenten neer te pennen voor een selecte club van experts. Wie daarentegen de bril opzet van de breed geรฏnteresseerde leerling of student, van de leergierige huisvader of de leeslustige bibliotheekbezoeker, die op zoek is naar vlot geschreven, goed onderbouwde en toegankelijke verhalen uit het verleden, naar weinig bekende historische episodes waarin velen van ons zich kunnen (of willen) herkennen, die vindt in In de schaduw van Schindler zeker zijn gading. Ook wie zich beroepshalve over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog buigt zal moeten erkennen dat de beschreven historische actoren en hun rol in het verleden hem onbekend waren, of hooguit een vaag gevoel van herkenning opriepen. Dit lijkt me dan ook de grote sterkte van Prengers boek en oeuvre: hij richt de schijnwerpers op personages en verhalen die al lang in de vergetelheid zijn geraakt, of die in de schaduw van meer gecommercialiseerde en gemediatiseerde figuren terecht zijn gekomen (zoals de ondertitel terecht aangeeft).
Ook de gebruikte bronnen zullen bij het brede publiek vrijwel onbekend zijn: de memoires van Inge Deutschkron (de jongedame die in de blindenwerkplaats van Otto Weidt bescherming vond), het interview van Douglas Huneke met Hermann Friedrich Grรคbe, de brieven van Armin Wegner uit de maanden en jaren kort na de nationaalsocialistische machtsovername, en de herinneringen van Grรคfin Maria von Maltzan (2011) en kapitein Gustav Schrรถder (1949). Prenger wekt de bronnen terug tot leven en vormt ze om tot verhalen die nu eens ontroerend, dan weer spannend, geruststellend of gewoon boeiend zijn. En dat is een bijzondere verdienste op zich.
In ieder geval, stelt Prenger, tonen de initiatieven van de door hem bestudeerde jodenhelpers aan dat verzet ook in erg repressieve samenlevingen mogelijk blijft, en dat niet iedereen zonder meer de ogen sluit of het daderschap verkiest (p. 296-297). Als zijn slotzin enkele lezers, over leeftijdsgrenzen en sociale barriรจres heen, kan inspireren, dan heeft de auteur zijn doel waarschijnlijk meer dan bereikt:
โDe Tweede Wereldoorlog en de Holocaust liggen inmiddels lang achter ons, maar de humanitaire waarden die de Rechtvaardigen uit Duitsland en uit andere landen vertegenwoordigen zijn nog net zo belangrijk en navolgenswaardig als toenโ (p. 302).
Boek: In de schaduw van Schindler – Kevin Prenger
Bekijk dit boek bij:
2 – โNames of Righteous by Country,โ yadvashem.org (statistieken van 1 januari 2021).
3 – Zie: Baumgart, Winfried. โZur Ansprache Hitlers vor den Fรผhrern der Wehrmacht am 22. August 1939. Eine Quellenkritische Untersuchung,โ Vierteljahrshefte fรผr Zeitgeschichte, 16 (1968: 2), 120-149; zie ook: Van Samang, Fabian. โWhen words kill. Armenians, Jews and the Nature of Genocidal Discourse,โ in: Julian Walker en Christophe Declercq, eds. Multilingual environments in the Great War. Londen: Bloomsbury Publishing, 2021, pp. 213-225.
4 – Kirsch, Jonathan. The short, strange life of Herschel Grynszpan. A boy avenger, a Nazi diplomat and a murder in Paris. New York en Londen: Liveright Publishing Corporation, 2013, 336 p.; Ryback, Timothy W. Hitlers eerste slachtoffers. Hoe de Holocaust begon en door รฉรฉn man bijna voorkomen werd. Amsterdam: Hollands Diep, 2015, 317 p.; โWรถrl, Ludwig,โ in: Ernst Klee, ed. Auschwitz. Tรคter, Gehilfen, Opfer und was aus ihnen wurde. Ein Personenlexikon. Frankfurt am Main: Fischer Verlag, 2013, p. 411.
Volg ons: