Wie ergens met zevenmijlslaarzen naar toe gaat, reist ontzettend snel. Hij of zij gaat met grote stappen richting het doel. Deze uitdrukking is afkomstig uit verschillende sprookjes, waarvan die van Klein Duimpje het bekendst is.
In dit sprookje staat een kleine jongen centraal. De knaap is niet groter dan een duim (of in ieder geval héél klein) en dankt daaraan zijn bijnaam Klein Duimpje. Ondanks zijn formaat blijkt de jongen toch best handig te zijn en in staat zijn vader te helpen bij het werk. Als die op een dag met zijn paard en wagen naar het bos rijdt, neemt Klein Duimpje plaats in het oor van het paard en geeft hij het dier bevelen. Twee mannen in het bos zien de kleine jongen zitten en vragen zijn vader of die Klein Duimpje wil verkopen zodat ze hem op markten tentoon kunnen stellen. De vader ziet aanvankelijk niets in het voorstel, maar na aandringen van Klein Duimpje gaat hij toch akkoord.
Korte tijd later neemt Klein Duimpje afscheid van de mannen door zich tijdens een toiletbezoek van een van hen te verstoppen in een muizenhol. Hierna beleeft het kleine mannetje nog verschillende avonturen. Zo lapt hij er vervolgens twee inbrekers bij die een dominee willen bestelen door eerst te doen alsof hij hen wil helpen, maar eenmaal ter plekke met harde stem hulp roept waardoor de inbrekers snel het hazenpad moeten nemen.
De zevenmijlslaarzen
In een andere versie worden Klein Duimpje en zijn broertjes op een dag door hun ouders alleen in het bos achtergelaten. Ze zijn te arm en kunnen geen eten meer voor hen kopen. De slimme Klein Duimpje weet echter snel de weg terug naar huis te vinden. Onderweg heeft hij namelijk witte steentjes op de grond laten vallen, die nu een een spoor vormen. Een dag later brengen de ouders de kinderen opnieuw naar het bos. Dit keer heeft Klein Duimpje geen tijd gehad om steentjes te verzamelen en dus verkruimelt hij onderweg de korst brood maar die zijn ouders hem toegestopt hebben. Eenmaal alleen in het bos probeert Klein Duimpje het spoor weer terug te vinden, maar de vogels blijken al het brood te hebben opgegeten.
Al dolend door het bos belanden de broers uiteindelijk in het huis van een mensenetende reus. Klein Duimpje weet de reus te foppen door zijn broers de kroontjes van de dochters van de reus op te zetten. De reus vergist zich hierdoor en eet zijn eigen kinderen op. Woedend probeert hij Klein Duimpje hierna te pakken te krijgen, maar de kleine jongen weet te ontkomen door de zevenmijlslaarzen van de reus te stelen. Hiermee kan de kleine jongen enorme afstanden afleggen waardoor hij niet meer te achterhalen is voor de reus. Klein Duimpje rent naar het huis van zijn ouders en overhandigt hen de schatten van de reus die hij in de gauwigheid ook nog meegenomen heeft.
De spreekwoordelijke zevenmijlslaarzen komen in meer sprookjes voor, waaronder in De gelaarsde kat, Vrijer Roland, De koning van de gouden berg en enkele versies van Doornroosje.