Dark
Light

Naser Oric (1967) – Bosnisch-moslim ex-militair

Auteur:
2 minuten leestijd
Naser Orić in 2008 voor het Joegoslaviëtribunaal
Naser Orić in 2008 voor het Joegoslaviëtribunaal (ICTY - wiki)

Naser Oric, Bosnische moslim die van 1992 tot 1995 een brigade van het Bosnische regeringsleger leidde tijdens de belegering van de enclave Srebrenica.

Naser Oric werd op 3 maart 1967 geboren in Potocari, een stad in het oosten van het huidige land Bosnië en Herzegovina. Toen Oric geboren werd maakte deze stad nog deel uit van Joegoslavië. Oric werd door zijn ouders vernoemd naar de Egyptische president Gamal Nasser die een bondgenoot was van de Joegoslavische president Tito.

Aanvallen

Oric diende enige tijd in het Joegoslavische volksleger en werd toen bodyguard van politicus Slobodan Milosevic. Tijdens de belegering van de moslimenclave Srebrenica leidde hij een brigade van het Bosnische regeringsleger. In deze periode viel hij verscheidene malen Servische dorpen aan. De eerste grote aanval vond plaats op 20 april 1992 in Potocari. Andere aanvallen op dorpen vonden onder meer plaats in de gemeenten Bratunac, Srebrenica en Skelani. Vlak voordat de enclave Srebrenica in juli 1995 viel, vertrok Naser Oric per helikopter uit het gebied. Nadat in Bosnië de vrede getekend was, opende Oric een fitnessclub in Tuzla, een stad in het noordoosten van Bosnië en Herzegovina.

Verschillende Bosnische moslims beschouwen Naser Oric als een held. Veel Serven zien Oric echter als een oorlogsmisdadiger vanwege bruutheden die hij tijdens de aanvallen op Servische dorpen zou hebben uitgevoerd. Hij zou zich onder meer schuldig hebben gemaakt aan moord, martelingen en het brandschatten en platbranden van dorpen.

Arrestatie

Joegoslavië Tribunaal
Joegoslavië Tribunaal
Het Joegoslavië Tribunaal diende op 28 maart 2003 een aanklacht in tegen Oric. Een dikke week later werd hij door leden van de Stabilization Force (SFOR) gearresteerd. Tijdens deze arrestatie bleek duidelijk dat Oric voor veel Bosnische moslims een held is. Weduwen van Srebrenica wierpen bijvoorbeeld een wegblokkade op bij Tuzla. Later meldden voormalige soldaten van Oric zich bij het Joegoslavië Tribunaal waarbij ze lieten weten dat ze net zo schuldig waren als Oric.

Naser Oric werd op 30 juni 2006 door het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf vanwege het niet verhinderen van oorlogsmisdaden door zijn ondergeschikten. Oric kwam vanwege zijn lange voorarrest direct vrij. Hoofdaanklager van het tribunaal, Carla del Ponte, was verbaasd over de lage straf en zei na de zitting:

“Een straf van twee jaar krijgen mensen die uit de supermarkt stelen. Het is absoluut schandalig dat zo’n lichte straf wordt opgelegd aan iemand die dergelijke oorlogsmisdaden heeft begaan.”

Bewijs

Oric voor het Joegoslavië Tribunaal
Oric voor het Joegoslavië Tribunaal
Berucht is de aanval, geleid door Naser Oric, op het dorp Kravice en twee gehuchten daar in de buurt. Deze vond plaats op 7 en 8 januari 1993, tijdens het Servisch-orthodoxe kerstfeest. Volgens VN-aanklager Jan Wubben liet Oric mannen, vrouwen en kinderen meenemen naar het politiebureau van Srebrenica om hen te laten martelen en vermoorden door moslimagenten. Wubben had een gevangenisstraf van achttien jaar geëist tegen Oric, maar kon de rechters van het VN-hof niet overtuigen. Hoewel er veel materiaal was over de misdaden, kon Wubben niet bewijzen dat Oric hier bij betrokken was.

Naser Oric kwam kort na de uitspraak van de rechter vrij en arriveerde op dus 1 juli 2006 het vliegveld van Sarajevo. Hier werd hij opgewacht door duizenden sympathisanten. Per limousine werd hij vervolgens naar zijn huis in Tuzla vervoerd.

×