Voor een monument in het museum van Kamp Westerbork worden de komende tijd anderhalf miljoen knopen verzameld. Elke knoop staat symbool voor een kind dat de Holocaust niet overleefde.
Acteur en kunstenaar Jeroen Krabbé gaf vrijdag, tijdens Holocaust Memorial Day, het startsein voor de ontwikkeling van het gemeenschapskunstwerk. Op de middelbare school De Nieuwe Veste in Hardenberg zijn kinderen al begonnen met het inzamelen van knopen. Krabbé zocht de leerlingen op om samen met hen onderzoek te doen naar de geschiedenis van kinderen en jongeren die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord.
Het idee voor het Knopenmonument komt van Jeroen Krabbé zelf. Hij liet zich daarbij inspireren door het Bialik Buttons Project van het Melbourne Holocaust Museum, die met hulp van studenten ook anderhalf miljoen knopen verzamelden. Iedere knoop staat voor één kind dat de Holocaust niet heeft overleefd. Krabbé is een van de acht gastconservatoren van de tentoonstelling De Herinnering aan kamp Westerbork. Vanaf juli is een door hem samengestelde expositie te zien in het museum van Kamp Westerbork, waar het Knopenmonument een plek krijgt.
Familiegeschiedenis
Krabbe werd geboren op 5 december 1944 en behoort zelf tot de eerste generatie oorlogsgetroffene. Meer dan tachtig van zijn familieleden van moeders kant, onder wie de vader en het zusje van zijn moeder (Margreet Reiss) zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoord. Zijn grootvader Abraham Reiss werd in juli 1943 in Sobibor vergast. Krabbé maakte eerder negen monumentale schilderijen van zijn grootvader, maar ook twee films gelieerd aan de Holocaust. In het museum van Kamp Westerbork presenteert hij, naast het Knopenmonument en filmfragmenten, straks objecten uit de privécollectie van zijn familie, waarmee hij het verhaal van zijn grootvader en tante vertelt.
Meehelpen
Wie wil bijdragen aan het Knopenmonument kan knopen inleveren bij of opsturen naar de leerlingen van De Nieuwe Veste in Hardenberg. Zij bewaren en tellen de knopen voordat ze verwerkt worden in het kunstwerk. Gedurende het project doen zij ook onderzoek in het archief van Kamp Westerbork en interviewen zij overlevenden en nabestaanden. De resultaten worden verwerkt in tekst en kunst.
