Er zijn veel gezegdes en uitdrukkingen uit de scheepvaart overgebleven in onze taal. Dat geldt ook voor het woord ‘aangeschoten’. Waar komt dit begrip vandaan? Er zijn twee etymologische verklaringen in omloop.
Het woord aangeschoten – in de betekenis van lichtelijk beneveld zijn, tipsy of teut zijn, tegen dronken aanzitten – komt volgens de verklaringen die op Etymologiebank te lezen zijn van het werkwoord ‘aanschieten’ en is een uitdrukking uit de jagerswereld (net als bijvoorbeeld ‘op het vinkentouw zitten‘). Een andere uitleg wijst op de scheepvaart als herkomst. Welke van de beide verklaringen ligt het meest voor de hand?
Aangeschoten: een jagersterm?
Volgens de standaarduitleg van taalkundigen is het heel eenvoudig: ‘aangeschoten zijn’ betekent dat je dronken bent. Deze betekenis is al discutabel, want hierover verschillen de meningen nogal. Bij ‘ladderzat zijn‘ is het duidelijk: dan ben je flink bezopen. Wie aangeschoten is, is niet per definitie dronken, maar vertoont wel ander gedrag omdat hij/zij enkele drankjes genuttigd heeft…
Maar dit terzijde. Hoe verklaart Etymologiebank.nl het begrip ‘aangeschoten’? Volgens F.A. Stoet in diens Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden (1923-1925) en in navolging van hem andere taalkundigen als neerlandicus en historicus Piet Schröder (1900-1983), Nicoline van der Sijs en ook het Van Dale Etymologisch woordenboek (tweede druk, 1997) is het klinkklaar. In de woorden van Stoett:
Oorspronkelijk is het een jagersterm. De jagers verstaan onder aanschieten ‘het wild met een schot treffen, doch zóó dat het nog weder loopen of vliegen kan’. Daar dit dan zeer gebrekkig en met moeite gaat, zegt men aangeschoten ook van personen, die min of meer geraakt zijn door een lichten graad van dronkenschap…
De oudste vermelding die de etymologen tot nu toe gevonden hebben komt volgens Etymologiebank uit 1880. Een zoektochtje op Delpher levert een vermelding op die ruim een halve eeuw ouder is. In de Arnhemsche Courant van 17 februari 1829 lezen we (wellicht gaat dit over een aangeschoten triootje):
“Die W… is toch een vent! Ik gaf er wat om, dat ik hem eens aantrof. Kent gij hem?”
“O ja, een paar dagen geleden heb ik het genoegen gehad met hem in gezelschap Te zijn, en een zoo belangrijken avond door Te brengen, dat ik dien nooit vergeten zal. Hij was regt in zijn knollentuin; hij was een weinig aangeschoten, maar zoo moet men originelen zien, in vino veritas [de waarheid is in de wijn]. Naauwelijks waren onze pijpen aangestoken, of daar stoven B. en O…. S…. binnen , en lagen dadelijk, plomp verloren, elk in een arm van W…. Dit gaf de schoonste omhelzing van de wereld. Tranen als doperwten spoten uit hunne oogen, en bewasemden de op zij geschokte brilleglazen van het doorluchtig triumviraat: o qui complexus, et gaudia quanta fuerunt [o wie omarmt, en er waren vele vreugden!]”
Aangeschoten: een scheepvaartsterm?
Op zich klinkt de verklaring ‘aangeschoten’ vanuit de jachtwereld logisch, want wie tegen dronkenschap aanzit, loopt meestal niet meer helemaal recht. Aangeschoten wild dus. Maar klopt deze verlaring wel? Dat is maar de vraag, want er is nog een andere – minder bekende verklaring – die wijst op de scheepvaart en best aannemelijk klinkt.
Zo circuleerde in de scheepvaart in de achttiende eeuw, en ook al bij de VOC in de zeventiende eeuw, de term ‘schoot-an’, ‘schootaan’, ‘mokkie schoot-an’ en ook wel ‘oorlam’ genoemd. Dit betekende letterlijk ‘een borrel halen’ en werd de naam van een scheepsjenevertje – dat nog steeds in het Amsterdamse café In ’t Aepjen (van ‘in de aap gelogeerd zijn‘) gestookt wordt volgens originele receptuur van de VOC – en werd in de loop van de jaren verbasterd tot ‘aangeschoten’ zijn.
Het woord schoot is afkomstig uit de zeilvaart en is de term voor een touwlijn waarmee de stand van een zeil ten opzichte van het schip geregeld kan worden. Wie de schoot laat vieren zorgt dat het zeil verder uitstaat. De schoot inhalen verplaatst het zeil in de lengterichting van het schip. Afhankelijk van de windkracht en windrichting werd het zeil verplaatst. Bij harde wind, storm en slecht weer was dit een flink zware klus. Als de klus voltooid was trakteerde de kapitein de matrozen na afloop op een borreltje: de ‘schootaan’ of ‘schoot-an’. Wie er te veel van dronk, raakte dan ‘aangeschoten’.
De Amerikaanse marine schafte het gratis drankje ‘schoot-an’ als eerste af. De Nederlandse Koninklijke Marine volgde in 1905. Tot in de twintigste eeuw kregen Nederlandse scheepslieden in de koopvaardijvaart op zaterdag na terugkeer in de haven nog een oorlam of schootaan als presentje. Toen vaak in de vorm van jonge of oude jenever.
Lees verder: Historische uitdrukkingen en begrippen
Of lees: Ladderzat zijn
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis
Bronnen â–¼
Internet
-http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/aangeschoten
-http://www.encyclo.nl/begrip/aangeschoten
-http://zienenweten.blogspot.nl/2016/01/oorlam-of-schootan-wat-is-dat.html
-http://www.havenvakschool.com/www.HAVENVAKSCHOOL.com/HAVENTAAL_-_M.html
-http://www.mokums.nl/oorlam.html