Wie vroeger een kwaal had en naar een barbier of chirurgijn ging, liep het risico wat bloed kwijt te raken. Veel medici meenden namelijk dat de zieke geholpen kon worden door wat bloed van hem of haar weg te laten stromen. Deze techniek genaamd aderlating vloeide voort uit de zogeheten humorenleer van Galenus.
De Grieks/Romeinse arts Claudius Galenus meende dat vier levenssappen symbool stonden voor vier temperamenten: bloed (sanguis), slijm (flegma), gele gal (cholè) en zwarte gal (melaina cholè). Deze zogeheten humoren bepaalden daarmee ook iemands gemoedstoestand. Een teveel of een gebrek aan de vier sappen kon iemands lichamelijke en geestelijke evenwicht verstoren en (psychische) ziekte veroorzaken. Galenus bouwde met zijn theorie voort op de leer van Hippocrates, de ‘vader van de geneeskunde’.
Wijdverspreid
Vanaf de oudheid tot in de Middeleeuwen en op sommige plekken zelfs tot in de negentiende eeuw, meenden artsen dat ze de balans in het lichaam van patiënten konden herstellen door bloed af te nemen. De hoeveelheid bloed die afgenomen werd, was vaak ook afhankelijk van de stand van de zon, maan en sterren. De techniek van het aderlaten werd ook al vermeld in Egyptische papyri. In een artikel in het Nederlands tijdschrift voor geneeskunde wordt het volgende over de aderlatingen vermeld:
“Het aantal ziekten dat hiervoor een indicatie vormde, was schier oneindig; van hoofdpijn, koortsen en snelle hartslag tot onregelmatige menstruatie, waterzucht, steenvorming in de blaas, zwangerschap en de pest.”
Methoden van aderlating
Chirurgijns gebruikten vroeger verschillende methoden om bloed af te nemen. Speciaal voor aderlatingen werden bijvoorbeeld bloedzuigers (Hirudo medicinalis) geïmporteerd en gekweekt. Bij een behandeling zette men een of meerdere bloedzuigers op de huid van de patiënt. De wormen zogen zich vervolgens vol met bloed, waarna de chirurgijn ze weer losmaakte om de bloedzuigers leeg te knijpen. Na bestudering van het bloed werd soms een diagnose gesteld.
Ook maakte men wel gebruik van het zetten van koppen, een techniek die tegenwoordig bekendstaat als cupping. Hierbij wordt een verwarmde glazen of bronzen kolf met één opening op de huid geplaatst. Door het afkoelen zuigt deze zich vast. Vaak zijn vooraf enkele kleine gaatjes geprikt in de huid. Vanwege de druk vloeit er hierdoor bloed in de kop.
Verder werd ook vaak bloed uit een ader in de arm afgenomen, simpelweg door met behulp van een mesje een kleine snede in de ader te maken. Zie ook de afbeelding bovenaan dit artikel.
Einde
In de loop van de achttiende eeuw begonnen steeds meer artsen op de schadelijke gevolgen van aderlating te wijzen. Verschillende artsen toonden aan dat aderlating in veel gevallen meer kwaad dan goed deed. Bekend is bijvoorbeeld de behandeling van de Amerikaanse president George Washington. Toen die eind 1799 op een dag wakker werd met keelpijn, liet hij enkele artsen komen. Die meenden dat een aderlating uitkomst kon bieden. De artsen gingen zeer voortvarend te werk. Binnen enkele uren zouden ze maar liefst 3,75 liter bloed van de president hebben afgenomen. Dat komt neer op ongeveer 80 procent van de totale hoeveelheid bloed in het lichaam. De ernstig verzwakte Washington gaf zijn arts in de avonduren nog opdracht te stoppen met de aderlatingen. Het was echter al te laat. De president stierf enkele uren later.
De Franse arts Pierre Charles Alexandre Louis (1787-1872) voerde in de jaren dertig van de negentiende eeuw een experiment uit om de effectiviteit van ‘bloedontlasting’ na te gaan. Na een onderzoek waaraan 78 patiënten van een ziekenhuis in Parijs meededen, concludeerde deze medicus dat aderlating veel minder resultaat opleverde dan in die tijd in het algemeen werd gedacht. Mede door dit onderzoek werd in de periode hierna steeds minder gebruik gemaakt van aderlating. Ook vandaag de dag wordt echter nog wel eens bloed afgenomen bij patiënten, bijvoorbeeld bij acuut hartfalen of hemochromatose (ijzerstapelingsziekte). Het zetten van koppen komt men alleen nog tegen in het alternatieve circuit.
Uitdrukking
De oude techniek leeft vandaag de dag nog voort in de taaluitdrukking dat is een (financiële) aderlating. De uittdrukking wordt meestal om aan te geven dat een groot verlies is geleden.
De ‘vampier van de geneeskunde’
Een van de fanatiekste artsen die gebruikt maakte van bloedzuigers is François-Joseph-Victor Broussais (1772-1838). Deze Franse medicus kwam daardoor ook wel bekend te staan als de ‘vampier van de geneeskunde’. In de jaren twintig van de negentiende eeuw was aderlating in Frankrijk nog zeer populair. De naam van de arts was dusdanig aan de praktijk verbonden dat men jurken waar bloedzuigers op waren afgebeeld, aanduidde als les robes à la Broussais.
De bloeddorstige medicus werd echter ook wel eens op de hak genomen, zoals te zien op onderstaande karikatuur. Hierop is te zien hoe de arts een verpleegster opdracht geeft nog vijftig extra bloedzuigers op een zieke man te plaatsen, terwijl die protesteert dat hij geen druppel bloed meer te geven heeft…
Franz Anton Mesmer en het ‘dierlijk magnetisme’
Medisch, magisch, of iets daar tussenin?
Bronnen â–¼
-https://historianet.nl/wetenschap/geneeskunde/aderlaten-was-een-wondermiddel
-http://www.engelfriet.net/Alie/aderlating.htm
-https://www.britannica.com/biography/Francois-Joseph-Victor-Broussais
-Ben ik normaal? – Sarah Chaney (Brandt, 2023) p.28-29
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Aderlaten