Adolphe Max (1869-1939) die, op een interval van vier jaar na, van 1909 tot aan zijn dood Brussels burgemeester was, verkreeg internationale bekendheid vanwege van zijn onverzettelijkheid tegen de Duitse bezetter tijdens de Eerste Wereldoorlog. In het Brussels stadsweefsel verwijzen nog steeds heel wat plaatsnamen en een imposant herdenkingsmonument naar deze man.
Jeugd en intrede op het politiek podium

In 1885 stichtte hij samen met Raoul Warocqué (1870-1917), de zoon van een volksvertegenwoordiger, de “Jeune Garde de la Ligue Libérale modérée”. Na zijn humaniora ging Max aan de ‘Université Libre de Bruxelles’ rechten studeren. Daar nam ook zijn belangstelling voor politiek definitief vaste vorm aan. In 1891 promoveerde hij tot doctor in de rechten en vestigde zich als advocaat in het ouderlijk huis. Vrij vlug ruilde hij de advocatuur in voor een carrière in de politiek. Liberaal provincieraadslid in 1896, trad hij enige tijd later toe tot de Brusselse gemeenteraad en werd in 1908 benoemd tot schepen in het kabinet van de toenmalige burgemeester Emile de Mot die hij het jaar nadien opvolgde.
De oorlogsjaren
Op twintig augustus 1914 marcheerden de troepen van het vierde Duitse legerkorps Brussel zonder slag of stoot binnen. De Belgische hoofdstad was immers in tegenstelling tot bijvoorbeeld Antwerpen en Luik geen militair bolwerk en dus amper verdedigd. Adolphe Max kreeg het echter vrijwel onmiddellijk aan de stok met de Duitse gouverneur, de veldmaarschalk Freiherr von der Goltz (1843-1916). Als burgemeester had hij vlugschriften laten verspreiden onder de Brusselse bevolking waarin hij ze wees op hun rechten onder de bezetter. Onderaan de pamfletten schreef hij de volgende markante tekst:
“Zolang ik zal leven en in vrijheid verkeer zal ik uit al mijn krachten de rechten en de waardigheid van mijn medeburgers verdedigen”.
Max verzette zich ook openlijk tegen de onredelijk hoge heffingen en de buitensporige opeisingen die de Duitsers aan de stad oplegden. Op de koop toe deinsde hij er niet voor terug om heftig te protesteren tegen de eis om Belgische vlaggen van openbare gebouwen te verwijderen en bracht zelfs verscheidene opeenvolgende nachten door in het stadhuis om er de controle niet over te verliezen. Door die vastberadenheid en passieve weerstand, kon een confrontatie dan ook moeilijk uitblijven. Nauwelijks een maand later werd Adolphe Max gearresteerd. Gedurende de rest van de oorlog zat hij opgesloten in verschillende Duitse gevangenissen.

Na vier jaar ontbering kwam hij zes dagen na het uitroepen van de wapenstilstand, op zeventien november 1918, triomfantelijk en onder luid gejuich van de Brusselaars terug uit Duitsland. Zijn heldhaftigheid tijdens de oorlogsjaren leverde hem nog datzelfde jaar de titel van minister van Staat op.
Verdere loopbaan en realisaties
Na zijn terugkeer nam Adolphe Max onmiddellijk opnieuw zijn functie als burgemeester van Brussel op. In 1919 werd hij verkozen tot volksvertegenwoordiger en ontpopte hij zich als voorzitter van de liberale fractie in het parlement tot een fervent voorstander van het algemeen stemrecht en het vrouwenstemrecht1.
Samen met Henry Le Boeuf (1874-1935), bankier en mecenas, speelde Adolphe Max daarnaast een actieve rol bij de bouw van het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten. Daarnaast was hij achter de schermen eveneens de bezieler en stuwende kracht bij de organisatie van de wereldtentoonstelling in 1935.
Huldebetoon aan Adolphe Max

Overzicht van bezienswaardigheden in Brussel
Brussel, geschiedenis van een Brabantse stad
1 – Het algemeen stemrecht in België werd kort na de Eerste Wereldoorlog in 1919 ingevoerd. Het vrouwenstemrecht daarentegen pas in 1948.