Volgens de overlevering overleed Alexander de Grote op 11 juni 323 v.Chr. in Babylon. De jonge koning van Macedonië had het machtige Perzische Rijk onderworpen: door wat nu Turkije heet was hij opgerukt naar Syrië en Egypte, en daarvandaan dwars door Irak, Iran en Afghanistan tot in Oezbekistan en Pakistan. Hoewel er een publieksbeeld bestaat van een ridderlijke heerser die streefde naar de eenheid van de mensheid, is het echte verhaal dat van een campagne die uitsluitend kan worden getypeerd als volstrekt genocidaal.
Desondanks gold hij voor latere antieke heersers als rolmodel. Of het nu de Ptolemaïsche koningen in Egypte waren of de Romeinse keizers, steeds weer waren er vorsten die probeerden op Alexander te lijken. Eén gevolg was dat zijn portret overal te zien was en hij een van de bekendste gezichten heeft uit de oude wereld. Meestal zijn die portretten geïdealiseerd, zoals de bovenstaande buste in de Ny Carlsberg Glyptotek in Kopenhagen. De standaardelementen: ietwat zachte (zo u wil vrouwelijke) trekken, woest golvend haar en een rechte neus.
Er is één werkelijk realistisch portret: de Azara-herme in het Louvre in Parijs. Dat is een goede kopie van een beeld dat is gemaakt door de beeldhouwer Lysippos, die er een fortuin voor kreeg.
Van heel andere aard is het “Alexandermozaïek” dat in Pompeii is gevonden en nu valt te bewonderen in het Nationaal Archeologisch Museum van Napels. Het gaat vermoedelijk terug op een schilderij van de Slag bij Issos (333 v.Chr.) door een zekere Helena van Alexandrië. Dat is door de Romeinen naar Italië is overgebracht en moet het voorbeeld zijn geweest voor dit mozaïek. Alexander komt van links af aanrijden, rechts raakt zijn tegenstander, de Perzische koning Darius III, in paniek. Kijk hier voor wat details.
Een andere strijdscène is te zien op de “Alexandersarcofaag”, ooit de laatste rustplaats van een stadsvorst uit de Libanese stad Sidon maar tegenwoordig in het fenomenale Archeologische Museum van Istanbul. Dit is fenomenaal knap beeldhouwwerk en het aardige is dat er nog sporen van de oorspronkelijke verf zijn te zien.
Op het Alexandermozaïek draagt Alexander in het heetst van de strijd geen helm, wat natuurlijk wat vreemd is. Ook het hoofddeksel op de Alexandersarcofaag is niet erg realistisch: de kop van een dode leeuw. We zien die ook op het onderstaande beeld, dat is gevonden op de Atheense begraafplaats Kerameikos en nu te zien in Griekenlands Nationaal Archeologisch Museum. De leeuwenhuid was een attribuut van de halfgod Herakles, van wie Alexander meende af te stammen.
Een ander wonderlijk attribuut van Alexander zijn de ramshoorns, hier te zien op een muntje dat ik fotografeerde in het Numismatisch Museum in Athene. (Dat is overigens het oude huis van de archeoloog Heinrich Schliemann, die het in klassieke stijl liet inrichten. Het is alleen al om die reden een bezoek waard.) De ramshoorns moeten eraan herinneren dat Alexander claimde te zijn verwekt door de Libische godheid Ammon, die de gedaante had van een ram. Hoe de koning van Macedonië én van Ammon én van Herakles kon afstammen, is een van de geheimen der oude geschiedenis.
En nu wordt het helemaal bizar: een olifantenhuid. Die dankt Alexander aan het feit dat hij een veldtocht had gehouden door de vallei van de Indus. Deze munt is te zijn in het Metropolitan Museum of Art in New York.
Aan het einde van zijn leven claimde Alexander een godheid te zijn. Zijn tijdgenoten staken er de draak mee (“Goed, laat hem dan Zeus zijn. En Poseidon ook, als hij dat zo graag wil.”) maar het idee dat hij meer dan een gewoon mens was geweest, bleef hangen. Dit beeldje toont hem als kosmokrator, “heerser van het universum”, en is te zien in de zwaar onderschatte Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel.
Als we het bovenstaande moeten samenvatten, dan kunnen we iets zeggen over wie Alexander was. Hij presenteerde zich aan zijn onderdanen als een onverslaanbare veroveraar én als een meer dan menselijk wezen. Een nieuwe god van de oorlog. Hij had de mogelijkheid zich ook te presenteren als vredesvorst, filosoof of wetgever, maar dat was niet wie hij wilde zijn.
Alexander werd een sprookjesfiguur, wiens avonturen niet alleen in de Griekse en Romeinse wereld populair werden, maar ook daarbuiten. Zoals in Arabië: als de “hoornenman” komt hij voor in de Koran, zonder veel uitleg, wat betekent dat hij voor Mohammeds tijdgenoten geen introductie hoefde. Uit een boeddhistisch klooster bij Termez (op de grens van Afghanistan en Oezbekistan) komt deze beschadigde fresco – tegenwoordig te zien in het Staatsmuseum van de Geschiedenis van Oezbekistan te Tasjkent.
En de laatste: een Keltische imitatie van de munten van Alexander, nu te zien in het Berlijnse Bode-Museum. Compleet met hoorns. Wisten de Kelten wie Alexander was? We weten het niet zeker, maar uitgesloten is het allerminst.