Alexandra Fjodorovna (1872-1918) was de laatste tsarina van Rusland. Echtgenote van tsaar Nicolaas II. Werd geboren als prinses Alice van Hessen.
Alexandra Fjodorovna werd op 6 juni 1872 geboren in Darmstadt, een stad in de huidige Duitse deelstaat Hessen. Dit als dochter van groothertog Lodewijk IV van Hessen-Darmstadt en Alice van Saksen-Coburg en Gotha. Ze werd vernoemd naar alle dochters van de Britse koningin Victoria en heette daarom voluit: Victoria Alice Helena Louise Beatrice van Hessen-Darmstadt.
Toen Alexandra Fjodorovna twaalf jaar oud was trouwde haar zus Elisabeth Fjodorovna met de Russische grootvorst Sergej Aleksandrovitsj. Vanwege deze verbintenis kwam Alexandra in contact met tsarevitsj Nicolaas II van Rusland. Ze werd verliefd op hem en sloeg in de jaren daarna, ondanks grote druk van haar familie, verschillende huwelijksaanzoeken af. Een huwelijk met Nicolaas II was echter een moeilijke zaak. Koningin Victoria zag een huwelijk met de Rus niet zitten en ook de ouders van Nicolaas zagen niets in het huwelijk, onder meer omdat Alexandra niet Russisch-orthodox was. Toen de gezondheid van tsaar Alexander III, de vader van Nicolaas, achteruit ging kwam het moment dichterbij dat Nicolaas II zijn vader op zou moeten volgen. Een huwelijk moest daarom snel gesloten worden. Zowel koningin Victoria als de ouders van Nicolaas II gingen uiteindelijk toch akkoord met het huwelijk.
April 1894 werd bekend gemaakt dat Nicolaas II en Alexandra Fjodorovna zich met elkaar hadden verloofd. Fjodorovna had zich inmiddels bekeerd tot het Russisch-orthodoxe geloof en de naam ‘Alexandra Fjodorovna’ aangenomen. Enkele maanden later overleed tsaar Alexander III. Hij werd opgevolgd door Nicolaas II. Nadat de nieuwe tsaar en Alexandra elkaar op 26 november 1894 het ja-woord hadden gegeven was Alexandra officieel keizerin van Rusland.
De ziekte van Aleksej
Uit het huwelijk tussen Nicolaas II en Alexandra Fjodorovna werden vijf kinderen geboren: Olga, Tatjana, Maria, Anastacia en Aleksej. De geboorte van Aleksej in 1904 was een grote opluchting. Voor de opvolging was namelijk een zoon nodig. Al snel bleek echter dat Aleksej niet erg gezond was. Hij leed aan hemofilie, een erfelijke stoornis in de bloedstolling. Deze ziekte kwam in de familie van Alexandra meer voor. Eerder overleden haar oom Leopold en broer Frederik aan de erfelijke ziekte.
Al voor de geboorte van Aleksej was Alexandra zeer religieus. Ze bracht veel tijd in de kerk door om te bidden voor een zoon en kwam in contact met verschillende mystici. Nadat bleek dat Aleksej leed aan hemofilie ging ze op zoek naar artsen die hem konden helpen. Uiteindelijk kwam ze in contact met de gebedsgenezer Grigori Raspoetin die beloofde haar zoon te genezen. Raspoetin bleek haar zoon aanvankelijk inderdaad te kunnen helpen. Als hij aanwezig was leek de jongen minder pijn te lijden. De tsaar en tsarina waren Raspoetin daar zo dankbaar voor dat ze hem ‘onze vriend’ en ‘heilige man’ gingen noemen en meer en meer op hem gingen vertrouwen.
De ziekte van Aleksej was voor het volk stilgehouden en er kwam steeds mee verzet tegen de aanwezigheid van Raspoetin aan het hof. Dit wantrouwen jegens Raspoetin werd alleen maar groter nadat de Eerste Wereldoorlog was uitgebroken en tsaar Nicolaas II in 1915 naar het front vertrok. Alexandra kwam door het vertrek van haar man aan het hoofd van de regering te staan. Volgens velen wist ze hier geen raad mee en ging ze vooral af op de adviezen die gebedsgenezer Raspoetin haar gaf. Onder het volk gingen daarnaast geruchten dat Raspoetin een seksuele relatie onderhield met de tsarina. Deze onvrede kwam in 1916 tot een climax. Grigori Raspoetin werd dat jaar vermoord door prins Felix Joesoepov.
Russische Revolutie
De onrust onder het volk was hiermee niet weg. Er was ook nog de Eerste Wereldoorlog die vanuit Russisch perspectief niet gunstig verliep. Het leger behaalde weinig successen en in 1917 waren er al ruim zes miljoen Russische soldaten om het leven gekomen. Ook de economie draaide niet zoals zou moeten. Vanwege onder meer voedselschaarste waren er geregeld rellen en opstanden. Deze werden met harde hand onderdrukt door het leger van de tsaar. Geregeld vloeide er bloed. De onvrede werd hierdoor alleen maar groter en onder het volk ontwikkelde zich een haat tegen de tsaar en zijn familie.
Op 24 februari 1917 was er opnieuw een volksopstand in Moskou. Ditmaal keerde de tsaristische garde zich tegen de eigen officieren en namen de leden van de garde deel aan de opstand. Het begin van de Russische Revolutie. Een week later zag tsaar Nicolaas II zich gedwongen troonsafstand te doen ten gunste van zijn broer Michaël Aleksandrovitsj van Rusland. De nieuwe regering nam Nicolaas II en zijn familie gevangen en nadat de bolsjewieken in november 1917 aan de macht waren gekomen werd de familie overgebracht naar Jekaterinenburg. Daar werd de familie in de nacht van 16 op 17 juli 1918 gedood.
Lichaamsresten van de tsaar, zijn vrouw Alexandra Fjodorovna en drie van de kinderen werden in 1991 gevonden in een bos bij Jekatarinenburg. In 1998 werden ze herbegraven in de St. Peter en Paul Kathedraal in St. Petersburg. Eind 2007 werden ook de stoffelijke resten van de andere twee kinderen van de tsaar gevonden.
Oktober 2008 werden Alexandra Fjodorovna, Nicolaas II en hun kinderen gerehabiliteerd door het Russisch Hooggerechtshof. Het hof liet toen weten dat de familie destijds ’ten onrecht werd vervolgd’.
Boek: De Romanovs – 1613-1918