Dark
Light

Algemene Ouderdomswet (AOW) – ‘Trekken van Drees’

Auteur:
3 minuten leestijd
Bejaarden vieren de invoering van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Applaus voor minister Drees. 1956. (CC BY-SA 3.0 nl - Spaarnestad - Anefo - wiki)
Bejaarden vieren de invoering van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Applaus voor minister Drees. 1956. (CC BY-SA 3.0 nl - Spaarnestad - Anefo - wiki)

De Algemene Ouderdomswet (AOW), een Nederlandse wet die in 1957 in werking trad en regelde dat alle mensen van 65 jaar en ouder een basispensioen ontvingen van de staat.

Willem Drees
Willem Drees
In 1947 loodste Willem Drees, destijds minister van Sociale Zaken, de Noodwet Ouderdomsvoorziening door het parlement. De wet zou een voorloper van de Algemene Ouderdomswet (AOW) blijken en zorgde er voor dat mannen en alleenstaande vrouwen van 65 jaar en ouder een geldbedrag kregen als ze onvoldoende eigen inkomsten hadden. De wet bezorgde Drees een ongekend populariteit. De minister ontving per post talloze dankbetuigingen en in de volksmond werd wel gezegd dat diegenen die een staatspensioen ontvingen “van Drees trokken”.

De wet die Drees had ingevoerd was echter een noodwet. Een permanente regeling voor ouden van dagen kwam er negen jaar later. In 1956 werd de AOW wettelijk geregeld en op 1 januari trad de wet in werking. Hoewel deze wet werd ingevoerd door een andere minister van Sociale Zaken, Ko Suurhoff, bleef van ontvangers van het pensioen gezegd worden dat ze “trokken van Drees”. Vanaf nu had de gehele bevolking ouder dan 65 jaar recht op een staatspensioen. Om dit te bekostigen werd een AOW-premie ingevoerd voor alle werkenden in Nederland.

Sinds 1 januari 1957 ontvingen alle Nederlanders een basispensioen van de staat zodra ze 65 werden. De AOW was ook van toepassing op rijkere Nederlanders. Zo had de koningin bijvoorbeeld ook recht op AOW. Beatrix besloot dit pensioen echter aan een goed doel te schenken. De eerste Nederlander die een AOW-pensioen kreeg was de heer Bakker uit de Boterdiepstraat in Amsterdam. Hij ontving zijn pensioen op 2 januari 1957. Datzelfde jaar kwamen er nog ruim 700.000 mensen bij die het basispensioen ontvingen.

Bepaald werd dat iemand die getrouwd was of samenwoonde vijftig procent van het netto minimumloon ontving. Alleenstaanden ontvingen zeventig procent van het netto minimumloon.

De levensverwachting van mensen in westerse landen is sinds de invoering van de AOW flink toegenomen. Mensen worden steeds ouder. Dit betekende dat er langer pensioen betaald moest worden en dat de AOW steeds meer geld kostte. Door de toename van het aantal ouderen kon de AOW niet alleen betaald worden van de premie die werkende mensen betalen. Een deel van het geld werd daarom betaald uit de pot algemene middelen van de overheid.

Hervorming

Discussies over de AOW liggen in Nederland gevoelig. Toch zijn veel partijen het er ion de loop der tijd over eens geworden dat de AOW hervormd moet worden. Hoe, daar verschilden de meningen over.

Minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken liet in 2009 weten dat het kabinet de pensioenleeftijd wil verhogen naar 67 jaar. Dit vanwege de vergrijzing, stijgende levensverwachting en verslechterende overheidsfinanciën naar aanleiding van de financiële crisis. Het kabinet wilde dat mensen straks dus pas op 67-jarige leeftijd recht krijgen op pensioen.

Dit kabinetsvoornemen stuitte op veel verzet. Zo waren de Partij voor de Vrijheid (PVV), Socialistische Partij (SP) en Trots op Nederland (ToN) tegen de plannen. Wat de SP betreft is het met 65 jaar mooi geweest en zouden mensen dan niet meer moeten hoeven te werken.

Verhoging AOW-leeftijd

Begin juli 2012 stemde een meerderheid van de Eerste kamer uiteindelijk voor plannen om vanaf 2013 de AOW-leeftijd op te hogen. Dit plan werd gemaakt door VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie in het zogenaamde Lenteakkoord.

De AOW-leeftijd gaat hierdoor in 2013, 2014 en 2015 steeds met 1 maand omhoog. In de jaren 2016, 2017 en 2018 stijgt de pensioenleeftijd vervolgens met 2 maanden en in 2019 met 3 maanden. De AOW-leefijd is dan precies een jaar verhoogd waardoor Nederlanders dan vanaf hun 66e een basispensioen krijgen van de staat. Het is de bedoeling dat de AOW-leeftijd in 23 op 67 jaar staat.

De Pruisische staatsman Otto von Bismarck (1815-1898) is de geschiedenisboeken ingegaan als de man die Duitsland verenigde tot één keizerrijk. Hij was echter ook de eerste staatsman die een wettelijk staatspensioenfonds invoerde. Hij deed dit in 1889 en stelde de pensioengerechtigde leeftijd vast op 70 jaar. De gemiddelde levensverwachting van een Duitse man was in die tijd 72 jaar.

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek en trekt maandelijks honderdduizenden bezoekers. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen toegankelijk maken voor een breed publiek. Meer informatie

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×