Op 2 juli 1994 voltrok zich een drama in een buitenwijk van de Colombiaanse stad in Medellín. Op de parkeerplaats van een uitgaansgelegenheid werd voetbalinternational Andrés Escobar met zes kogels neergeschoten. De voetballer, die aan zijn verwondingen overleed, had kort daarvoor een eigen doelpunt gemaakt op het WK in de Verenigde Staten.
Gouden generatie
Andrés Escobar speelde in eigen land voor Atlético Nacional en Young Boys. Met de eerstgenoemde club won hij in 1989 de Copa Libertadores en de Copa Interamericana. De voetballer maakte, samen met onder meer Carlos Valderrama en doelman René Higuita, deel uit van een zogenaamde gouden generatie Colombiaanse voetballers.
Voor Colombia speelde Escobar in totaal eenenvijftig keer. Tijdens al die interlands scoorde de verdediger in totaal één keer, in 1988 tegen Engeland. Of eigenlijk twee keer, want tijdens het WK in 1994 maakte hij een eigen doelpunt tijdens de tweede groepswedstrijd tegen de Verenigde Staten. Escobar probeerde met een sliding een bal weg te werken, maar raakte de bal ongelukkig waardoor deze achter zijn eigen doelman belandde.
Het eigen doelpunt had grote gevolgen. Aanvankelijk alleen sportief, want Columbia verloor de wedstrijd mede dankzij het eigen doelpunt, terwijl de eerste poulewedstrijd ook al was verloren. Vier dagen later speelden de Colombianen hun laatste wedstrijd tegen Zwitserland. Dit duel werd nog wel met 2-0 gewonnen, maar dat bleek puur voor de statistieken. Colombia eindigde als laatste in de poule en mocht naar huis.
Goksyndicaat
Voor Escobar persoonlijk had het eigen doelpunt grote gevolgen. Mogelijk werd het zelfs zijn dood. Drie dagen na terugkeer in Colombia werd de ongelukkige verdediger vermoord. Volgens de officiële verklaringen werd hij neergeschoten tijdens een uit de hand gelopen ruzie toen hij met wat vrienden wilden gaan eten in Medellín. De vader van de voetballer is ervan overtuigd dat er geen sprake was van een toevallige ruzie. Escobar zou met voorbedachten rade zijn vermoord, mogelijk zelfs in opdracht van een goksyndicaat dat door het eigen doelpunt enorm veel geld had verloren.
Voor de nabestaanden was extra wrang dat Escobar aanvankelijk helemaal niet naar het WK leek te kunnen gaan. De voetballer, die toen onder meer in de belangstelling stond van AC Milan en Real Madrid, was namelijk geblesseerd en zette alles op alles om toch op tijd fit te zijn voor het wereldkampioenschap. Als dat niet was gelukt, leefde hij nu mogelijk nog.
De moordenaar van Escobar, Humberto Muñoz Castro, werd veroordeeld tot 43 jaar cel. Na elf jaar kwam hij, vanwege goed gedrag, echter al op vrije voeten.
Meer sportgeschiedenis
Meer voetbalgeschiedenis
Boek over de geschiedenis van voetbal
