Apartheid (1948-1990)

Rassenscheiding in Zuid-Afrika
8 minuten leestijd
Bord uit de tijd van de Apartheid
Bord uit de tijd van de Apartheid

De apartheid is het systeem van rassenscheiding zoals dat tussen 1948 en 1990 bestond in Zuid-Afrika en het huidige Namibië.

Gerelateerd thema: Slavernij

De apartheid is het gevolg van een jarenlange strijd tussen de Afrikaanse inheemse volken en de kolonisten. Als de leden van de Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) onder leiding van Jan van Riebeeck in 1652 Zuid-Afrika koloniseren worden de oorspronkelijke inwoners – de Xhosa, Zulu en talloze andere stammen – tot slaven gemaakt.

In 1806 wordt de zuidelijke Kaapkolonie veroverd door de Britten. Nadat de Britse overheersers in 1834 de slavernij afschaffen, beginnen langzamerhand de spanningen tussen de blanke en donkere bevolking toe te nemen.

De blanke boeren (Afrikaners), nakomelingen van de eerste kolonisten, voelen zich zwaar benadeeld door de afschaffing van de slavernij, omdat ze daardoor grote economische verliezen lijden. Ook zien ze met lede ogen aan hoe de betrekkingen tussen de inheemse stammen en de Britten steeds beter worden. Ze ontvluchten de Britten in de Kaapkolonie en trekken verder het land in tijdens de Grote Trek.

In het noorden krijgen de Afrikaners het aan de stok met diverse inheemse stammen, waarvan de bekendste, de Zulu’s, in 1838 de boerenleider Piet Retief (1780-1838) ombrengen. Nadat de Zulu’s op bloedige wijze zijn verslagen, zijn het vooral de Britten die de aandacht van de Afrikaners opeisen. De Afrikaners, inmiddels verenigd in de Zuid-Afrikaanse Republiek, zien de Britten als minder ras en ontnemen ze onder meer hun stemrecht. Zwarte Afrikanen is het niet toegestaan om buiten te lopen als het donker is.

Boerenoorlogen

De slechte behandeling van de Britten die in de Zuid-Afrikaanse Republiek werken leidt uiteindelijk tot de Boerenoorlogen. In 1902 wordt het Verdrag van Vereeniging getekend, een vredesovereenkomst waarbij de Afrikaners wel onder het Britse Koninkrijk vallen, maar hun autonomie behouden.

Door de komst van de Afrikaners en de Britten wordt het vol in Zuid-Afrika. Bovendien wakkert de strijd tegen de Britten de nationalistische gevoelens van de Afrikaners aan. In 1914 begint politicus Barry Hertzog de Nasionale Party, die tegen samenwerking met de Britten is en strijd voor segregatie. In 1933 komt de partij in de Volksraad (parlement) en wordt Hertzog minister. Hij begint met het aanscherpen van de rassenwetten. Het landbezit voor zwarte Afrikanen wordt beperkt, het stemrecht voor Kaapse zwarten wordt afgeschaft en de reservaten voor de inheemse bevolking worden verkleind. Hertzog’s partijgenoot Daniël François Malan zet die politiek voort na Hertzog’s dood. Malan wordt gezien als de theoreticus van de apartheid. Volgens hem zijn de zwarte Zuid-Afrikanen onderontwikkeld en moeten ze dat ook blijven. Zelfs in officiële onderzoeken wordt geconcludeerd dat integratie zal leiden tot een ‘verloren identiteit’ voor alle raciale groepen. Door de onrust die samenhangt met de inmenging in de Tweede Wereldoorlog lijdt de partij van zittend premier Jan Smuts in 1948 een grote nederlaag en wordt Malan premier van de eerste apartheidsregering.

Begin van de apartheid

In de regering van Malan is het de minister van Naturellen (inheemse) Zaken, Hendrik Verwoerd, die de apartheid vormgeeft. Hij beschrijft zijn eigen politiek als ‘politiek van goed nabuurschap’. Verwoerd werd geboren in Amsterdam en was tijdens de Tweede Wereldoorlog pro-Duits en anti-Brits. Mede vanwege zijn antisemitische denkbeelden was hij voorstander van een culturele verheffing van de Afrikaners. Verwoerd stelde de apartheidswetten op.

1949
– Een huwelijk tussen blank en zwart wordt verboden

1950
– Geslachtsgemeenschap tussen blank en kleurlingen (halfbloeden die net iets hoger op de ladder staan dan zwarten) wordt verboden
– De thuislanden worden ingevoerd: door de blanken aangewezen plekken waar zwarten zich mogen vestigen (de zwarte meerderheid, tachtig procent, krijgt dertien procent van het totale landoppervlak). Dit wordt gezien als de ‘Grote apartheid’
– Andere rassen (zwarten, kleurlingen, Aziaten) krijgen een werkverbod in stedelijke gebieden
– De wet tegen het communisme wordt ingevoerd. Letterlijk betekent dat dat elke vorm van verzet tegen de overheid wordt verboden

1953
– Apart onderwijs wordt ingesteld, voor zwarten is onderwijs kwalitatief meestal zeer slecht
– Elk ras krijgt zijn eigen openbare voorzieningen (waarbij die van de de blanken uiteraard het beste zijn)

1956
– Blanken hebben voorrang op de arbeidsmarkt en komen als enige in aanmerking voor goede banen

Hendrik Verwoerd
Hendrik Verwoerd

De rassenscheiding wordt met name gevoerd tussen zwarten, kleurlingen, Aziaten en blanken. De zwarten worden gezien als het minst ontwikkeld, de kleurlingen staan iets hoger en de Aziaten weer daarboven (omdat ze vaak veel geld hebben). Bij mensen van wie het ras onbekend is, wordt na een onderzoek alsnog het ras vastgesteld. Dit leidt er soms toe dat families uit elkaar worden gehaald, omdat ze volgens het onderzoek tot een verschillend ras behoren. In de thuislanden worden mensen alleen onderwezen in hun eigen taal, waardoor zelfs op dat gebied rassenscheiding is ingevoerd.

Nadat alle rassen zorgvuldig zijn ingedeeld, waarbij de verschillende stammen hun eigen thuisland krijgen, verliezen de zwarte Zuid-Afrikanen hun Afrikaanse nationaliteit. Als ze ergens anders werken dan in hun thuisland, worden ze gezien als ‘gastarbeider’. In de jaren vijftig is de blanke overheid nog druk bezig met de verhuizing van talloze groepen mensen. In 1955 valt een grote groep gewapende politieagenten en militairen Sophiatown binnen, een zwarte wijk van Johannesburg, waar zwarte Afrikanen al decennialang bij elkaar wonen. De 60.000 bewoners worden met hun bezittingen naar Soweto gebracht, het nieuwe thuisland. Na de verhuizing wordt de wijk door bulldozers met de grond gelijk gemaakt en wordt het een ‘witte’ wijk.

Republiek

De rassenscheiding leidt tot veel kritiek vanuit de internationale gemeenschap maar draagt bij aan Verwoerd’s succes, als hij premier wordt van Zuid-Afrika. Verwoerd onderneemt vele pogingen om de Britse Zuid-Afrikanen aan zijn kant te krijgen. Hij benadrukt dat de Britten en de Afrikaners gezamenlijk de strijd moeten aangaan met de andere rassen. Als Groot-Brittannië in 1960 pleit voor dekolonisatie voelen veel Britse Zuid-Afrikanen zich in de steek gelaten door hun Europese moederland en krijgen ze steeds meer sympathie voor Verwoerd’s ideeën. Die verlaagt de stemgerechtigde leeftijd van 21 naar 18 jaar en hij geeft de Zuidwest-Afrikanen stemrecht. Zuidwest-Afrika, het huidige Namibië, wordt met name bevolkt door Duitse nakomelingen die door de wereldoorlogen door de meeste politici zijn afgeschreven, maar door Verwoerd met open armen worden ontvangen. Mede door hun steun bij een referendum, stemt 52 procent van de blanke kiezers zich uit vóór een republiek. Dat wordt Zuid-Afrika in 1961.

Als Verwoerd in 1966 wordt doodgestoken door een Mozambikaanse klerk wordt hij opgevolgd door partijgenoot John Vorster. Deze voert met name het idee van de thuislanden uit, maar is verder een stuk gematigder dan zijn voorganger. Zo laat hij zwarte diplomaten wel toe in blanke woonwijken. De Koude Oorlog vormt inmiddels nog een reden om de apartheid in stand te houden. Het is een handig middel om het Zuid-Afrikaanse communisme de kop in te drukken.

Tegenstanders van de apartheid

ANC-logo

Het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) is de voornaamste tegenstander van de uitvoerders van de apartheid. Door massa-protesten, boycotten en stakingen hopen aanhangers van deze partij weerstand te kunnen bieden tegen de witte leiders. In 1952 loopt ANC-leider Nelson Mandela met zo’n vijftig zwarte mannen zonder toestemming door een ‘witte straat’ van Johannesburg. Dat voorbeeld wordt door heel Afrika gevolgd. Het ANC hoopt dat er zoveel mensen worden gearresteerd dat de blanke regering het niet meer aan kan. Uiteindelijk worden er 8.000 mensen gearresteerd en wordt het apartheidsregime inderdaad getemperd. Het aantal leden dat zich aansluit bij het ANC groeit enorm. Als de rust weer is teruggekeerd worden de regels echter nog strenger, steeds meer politieke partijen worden verboden op last van hoge straffen.

Steve Biko
Steve Biko

Een groep burgerrechtenactivisten die zich heeft afgescheiden van het ANC richt in 1959 het Pan Afrikaans Congres (PAC) op en houdt grote demonstraties waarvan de belangrijkste in Sharpeville (1960). Duizenden mensen gaan daar de straat op. Omdat de politie in paniek raakt, schieten ze in het wilde weg op de demonstranten, waardoor 69 mensen omkomen en 186 gewond raken. Door deze Sharpeville Massacre zoals de gebeurtenis wordt genoemd, scherpt ook de ANC zijn beleid aan. Ze gaan ondergronds en worden gewelddadiger. In 1964 wordt Nelson Mandela verbannen naar Robbeneiland. Hij is schuldig bevonden aan onder meer terrorisme en sabotage.

Nadat de grootste leiders van het ANC zijn verbannen of opgesloten staat er een nieuwe beweging op, de Black Consciousness Movement. De bekendste vertegenwoordig, Steve Biko, wordt echter in 1977 vermoord door politieagenten. Na deze moord wordt Biko een van de symbolen van het zwarte verzet tegen het apartheidsregime.

In 1974 breekt in Soweto een scholierenstaking uit, nadat de overheid heeft besloten het Afrikaans als onderwijstaal in te voeren. Hoewel het aanvankelijk een rustige staking is, wordt deze door de politie hard neergeslagen. Volgens de Zuid-Afrikaanse politie komen er 23 mensen om het leven. Volgens andere bronnen zijn dat er meer dan 500 mensen omgekomen. De foto’s van de opstand gaan de wereld over en leiden tot rellen en wereldwijde protesten. Pas in 1976 wordt het weer wat rustiger onder de zwarte bevolking.

Botha

Onder Vorster’s opvolger, Pieter Willem Botha wordt de apartheid nog verder versoepeld. Zo stelt deze premier drie parlementen in, één voor de kleurlingen (inclusief de zwarten), één voor de Aziaten en één voor de blanken. De blanken hebben echter nog steeds het meeste voor het zeggen. Ook worden huwelijken tussen blanken en kleurlingen weer toegestaan en krijgen kleurlingen en Aziaten meer politieke rechten en ruimte om zich te vestigen. Deze maatregelen hebben in de praktijk overigens weinig effect op de positie van niet-blanken. De blanken behouden niet alleen de meeste macht, Botha trekt persoonlijk ook steeds meer macht naar zich toe en laat de politie en het leger gewelddadiger optreden tegen activisten. De versoepeling heeft vermoedelijk vooral te maken met de ambitie die Botha heeft om samen te werken met de Verenigde Staten en Israël. Die stellen echter economische sancties in tegen Zuid-Afrika, vanwege de dictatoriale trekjes van het regime.

Een ander heikel punt, dat onder meer leidt tot een snelle devaluatie van de Rand (de Zuid-Afrikaanse munteenheid), is dat Botha weigert om te onderhandelen met de ANC, die internationaal veel steun geniet. Ook piekert hij er niet over om Nelson Mandela vrij te laten, die inmiddels het symbool is geworden van de onderdrukking van de zwarte bevolkingsgroep. In 1986 wordt de noodtoestand uitgeroepen.

Afschaffing apartheid

Nadat Botha een beroerte krijgt treedt hij in 1989 onder druk van het kabinet af. Zijn opvolger is Frederik Willem de Klerk, de afschaffer van de apartheid. Het eerste dat de Klerk doet is het opheffen van het verbod op het ANC. In 1990 laat hij bovendien Nelson Mandela vrij. De vrijlating leidt wereldwijd tot een golf van blijdschap. Officieel is 1990 het jaar waarin er een eind kwam aan de apartheid. De Klerk en Mandela gaan vervolgens meteen onderhandelen over de toekomst van Zuid-Afrika. Daarvoor krijgen ze in 1993 samen de Nobelprijs voor de Vrede. De apartheidswetten worden geleidelijk afgeschaft.

In 1994 worden de eerste niet-raciale verkiezingen gehouden en is de apartheid ook politiek gezien beëindigd. De ANC wint deze verkiezingen en Mandela wordt president.

Na de apartheid

Hoewel de apartheid is afgeschaft, zijn er in Zuid-Afrika nog steeds grote spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Het percentage van gemengde huwelijk in Zuid-Afrika is nog steeds extreem laag. Sinds een aantal jaren werken steeds meer zwarten zich op naar de middenklasse en starten ze eigen ondernemingen, waardoor de zwarte bevolking steeds rijker wordt. Ook verhuizen ze naar blanke wijken en worden veel ’thuislanden’ opgeknapt.

Boek: De lange weg naar de vrijheid – Nelson Mandela
Boekentip: Ek sien jou! Nederlanders over wonen in Zuid-Afrika

0
Reageren?x
×