De Apisstier werd reeds sinds de eerste dynastie vereerd in Memphis, de hoofdstad van Neder-Egypte, in het noorden (de benamingen Opper- en Neder-Egypte verwijzen naar de bron en monding van de Nijl, die van het zuiden naar het noorden stroomt). Van hieruit verspreidde de cultus van Apis zich over de rest van Egypte. Het Serapeum in Saqqara, de necropolis van Memphis waar de Apisstier werd verzorgd, vereerd en begraven, zou nooit worden overtroffen door tempelcomplexen in andere steden.
Net als alle mensen die te overlijden kwamen, werd Apis na zijn dood geassimileerd met de god van de onderwereld, Osiris. Deze god was volgens de mythologie door zijn jaloerse broer Seth gedood en in stukken gesneden, waarna hij alle stukken verspreidde over heel Egypte. De echtgenote van Osiris, Isis (die tevens ook zijn zus was), trok jarenlang rond om diens stoffelijke resten te verzamelen en te mummificeren tot één geheel.
Vanaf de Hellenistische periode werd de syncretische god Osiris-Apis aanbeden als Sarapis of Serapis, die dienst deed als beschermgod van de koninklijke dynastie. De politieke doelstelling van deze god was om de Griekse en Egyptische bevolkingslagen onder de Ptolemaeën te verenigen op het religieuze niveau. Deze religieuze eenheid moeten we echter met een korrel zout nemen, want de Egyptenaren en Grieken vereerden Sarapis elk op hun eigen manier. De Griekse bevolking in Egypte hing Sarapis zelf aan, die ze afbeeldden met een typisch Grieks uiterlijk, terwijl de Egyptenaren hun Apisstier als dusdanig bleven vereren. De cultus van Apis nam dankzij de nieuwe Hellenistische god Sarapis nog meer toe in populariteit en zou deze populariteit behouden tot het christendom de ‘heidense’ religieuze gebruiken zou overstemmen in de publieke – en ongetwijfeld ook in de private – sfeer.
Tot in de Romeinse periode bleef de Apisstier dienst doen als orakel en kwamen mensen van heinde en verre naar Saqqara om hun dromen te laten verklaren en om genezing en vruchtbaarheid af te smeken bij Apis. Hoewel de Romeinse keizers Egypte niet vaak persoonlijk bezochten, lieten ze zichzelf wel nog vaak afbeelden op stèles met de Apisstier.
Kenmerken
De Apisstier zelf had specifieke uiterlijke kenmerken: het was een zwarte stier met een witte driehoek op het voorhoofd, een vleugelvormige witte vlek op de flank en een scarabee-afdruk onder de tong. Wanneer de Apisstier stierf, moesten priesters zo snel mogelijk een nieuwe stier zoeken die aan deze voorwaarden voldeed. De overleden stier werd gemummificeerd en in een zwarte granieten sarcofaag bijgezet in een ondergronds mausoleum in Saqqara.
https://www.youtube.com/watch?v=W0hbs5wsY50
Op YouTube staat een korte film/documentaire over een waargebeurd verhaal uit het Serapeum in Saqqara, gebaseerd op papyri uit het archief van de kluizenaar Ptolemaios. Het betreft de Egyptische tweelingmeisjes Thaues en Taous, die werden verstoten door hun moeder Nephoris nadat ze haar minnaar de opdracht had gegeven de vader van de meisjes te doden. Om de erfenis van haar overleden echtgenoot niet te moeten delen met haar dochters, had ze hen – harteloos als ze was – op straat gezet. De meisjes waren ten einde raad toen ze bij Ptolemaios aankwamen; hij was een oude vriend van hun vader geweest en besloot hen in te nemen. Het toeval wilde dat de Apisstier toen net was gestorven en er een vrouwelijke tweeling nodig was als priesteressen voor de 70-dagen durende rouwperiode. Na deze rouwperiode bleven Thaues en Taous priesteressen in het Serapeum tot ook deze stier zou sterven en er weer een nieuwe stier en een nieuwe tweeling nodig waren. Ze kregen hier ook voor betaald, maar we lezen in de papyri van Ptolemaios dat hun kwaadaardige moeder en stiefbroer probeerden hun loon in te pikken. Voor meer uitleg in documentairevorm over deze fascinerende gebeurtenissen bekijkt u de video hierboven.