Apologeten zijn traditioneel vroegchristelijke auteurs die vanaf de tweede eeuw over het christendom schreven en de relatief jonge religie verdedigden.
Het woord apologeet is afgeleid van het zelfstandig naamwoord apologie, dat op zijn beurt is afgeleid van het Griekse apologos, wat zoiets betekent als ‘uitvoerig verhaal’ of ‘verdedigingsrede’.
De zogeheten apologetiek wordt beschouwd als een van de oudste vormen van christelijke theologie. De traditionele groep apologeten omvat twaalf Griekse auteurs, te weten: Quadratus, Aristides van Athene, Ariston van Pella, Justinus, Miltiades, Apollinaris van Hierapolis, Tatianus, Athenagoras, Theophilus van Antiochië, Melito van Sardes, Hermias en de auteur van de brief aan Diognetus.
Later zijn ook vroege theologen als Ireneüs van Lyon, Clemens van Alexandrië en Latijnse auteurs als Marcus Minucius Felix, kerkvader Tertullianus en Arnobius van Sicca tot de traditionele apologeten gerekend. De moderne tijd kent ook verschillende religieuze apologeten, waaronder Blaise Pascal, C.S. Lewis en Francis Schaeffer.
Onderzoekers maken onderscheid tussen positieve en negatieve apologetiek. Bij de eerste vorm probeert men vooral de aannemelijkheid van het geloof aan te tonen terwijl de negatieve apologetiek juist probeert vermeende misverstanden over het geloof te ontkrachten.
Bronnen â–¼
-https://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_00029.php
-Christelijke encyclopedie, Deel 1 – George Harinck,red. (Kok) p.85