In januari 1724 verdween het VOC-schip Fortuyn spoorloos. Australische archeologen zeggen een idee te hebben waar het schip is vergaan en starten een zoekactie.
De Fortuyn, een vrachtschip van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC), vertrok in september 1723 vanaf Texel voor een reis naar Batavia. Begin 1724 bereikte het schip Kaap de Goede Hoop waar de VOC destijds een bevoorradingsstation had.
Op 18 januari vervolgde het schip haar reis, samen met de schepen de Hogenes, Doornik en Anna Maria. De Fortuyn werd hierna echter nooit meer gezien. Wat er met het schip, met aan boord ongeveer 225 bemanningsleden, gebeurd is bleef een raadsel.
Australische archeologen zeggen in Nederlandse archieven aanwijzingen te hebben gevonden die erop zouden kunnen wijzen dat de Fortuyn verging bij het Christmas Island. Dit eiland bevindt zich iets ten zuidoosten van Java, maar hoort geografisch nog bij Australië.
Het onderzoek wordt geleid door maritiem archeoloog Graeme Henderson, die eerder ook de Cocoseilanden heeft genoemd als mogelijke locatie van de schipbreuk. De archeoloog hoopt onder meer kanonnen van het schip te vinden. De Fortuyn had er in totaal 36 aan boord.
Vergulde Draeck
Graeme Henderson is geen onbekende. Op zestienjarige leeftijd ontdekte hij het wrak van het Nederlandse handelsschip de Vergulde Draeck toen hij bij de westkust van Australië met enkele vrienden aan het speervissen was.
De zoektocht naar het wrak van de Fortuyn maakt onderdeel uit van een serie activiteiten die georganiseerd wordt in het kader van de vierhonderdste verjaardag van de eerste landing van een Europeaan in het westen van Australië. Dat was de Nederlandse ontdekkingsreiziger Dirck Hartog.
Overzicht van boeken over de maritieme geschiedenis